uit onze historie
Opgericht in een land tussen twee zeeën
Na de korte terugblik in de memoires van de heer G. Schuyt Kzn. in het vo
rige nummer, nu naar Hem-Venhuizen, de zeer oude dorpen, gelegen in de
Streek of - zoals een oude kaart vermeldt - in Drechterlant tussen 'Hoorn
bi Zudendorp en Enghuzen en niet ver van Binnenwisent en Luttekebroec'.
De banken in Hem en in Venhuizen zijn, als Terugblikker het goed heeft, in
1974 gefuseerd. Dat valt echter buiten de Terugblikken, daarom volgen
hieronder histories van beide banken afzonderlijk, te beginnen bij Hem.
Er waren geen notulen beschikbaar van
Hem, maar wel uitvoerige memories,
die ongeveer in 1951 afgesloten wer
den, geschreven door de heer C. Boon
die 27 jaren directeur is geweest.
De stede Hem kreeg omstreeks het jaar
1200 stadsrechten wegens het verslaan
van de Engelsen bij Oosterleek, een
blijkbaar zeer verdienstelijke prestatie
die goed beloond diende te worden. De
'stad' had vroeger een vissershaventje
(De Staart) met een open verbinding
naar de Zuiderzee. Er is daarvan hoege
naamd niets meer te zien, wellicht ook
ten gevolge van overstromingen waar-
van diverse grondslagen die onder an
dere bij ruilverkavelingswerken ontdekt
werden.
In dit stadje, dat nu een zeer langgerek
te gemeente is, werd op zeven decem
ber 1897 een bank opgericht door de
koopman H. J. Appelman als gemach
tigde van de Pastoor, het Hoofd van de
R.K. School en enkele landmannen.
De statuten zeiden nadrukkelijk: 'De
Kassier aan wien geen betrekkelijk of
veranderlijk, maar vooruit vast bepaalde
en genoemde som als salaris door de
Algemeene Vergadering wordt toege
kend is de eigenlijke Zaakvoerder der
leenbank'. Deze bank is er niet om winst
te maken maar de stoffelijke en zede- j
lijke toestand der leden te verbeteren. j
Veiligheidshalve is alle geldhandel vol
strekt verboden, mogen voorschotten
alleen aan oppassende landbouwers
worden verstrekt en zullen de werk
zaamheden van de Vereniging zich j
moeten beperken tot het aanwerven
van het nodige bedrijfskapitaal: 'Eerst
en vooral worden de spaargelden der le
den afgenomen(l) en wel voornamelijk
van de minvermogenden'. Dat klinkt
nogal roofzuchtig maar is uiteraard zeer
goed gemeend.
Artikel 62 zegt dat: de Vereeniging zich,
indien dit door de algemeene vergade
ring wenschelijk wordt geoordeeld, in
verbinding met de Coöperatieve Ver
eeniging van Raiffeisenbanken (d.i. de
Centrale Bank) stelt en zich richt naar
haar voorschriften. Dat werd blijkbaar
pas nodig geacht in 1948 nadat de bank
vijftig jaren zelfstandig was gebleven.
Aldus ving de bank haar werk aan op 15
januari 1898.
Blauwe Jan
Om niet alleen van de minvermogenden
spaargelden af te nemen, mochten ook
de meer gegoeden bij de bank gaan
sparen, maar dan moesten zij wel eerst
lid worden.
Om goed te kunnen werken mocht de
eerste kassier, de manufacturier Appel-
man, de noodzakelijkste uitgaven doen.
Die zouden dan wel aan hem worden
vergoed.
Eerste voorzitter, J. Koopman (met de
genoegelijke bijnaam Blauwe Jan) had
een veelvoud van het eerste balans
totaal in de huiskamer in een kartonnen
doos onder de kast liggen. Deze gelden
leende hij links en rechts uit aan vracht
rijders, handelaren e.a. zonder enige
handtekening te vragen, alleen met 'as-
sie' (d.i. alsjeblieft). Hij wist echter zeker
dat hij het met enkele weken terug zou
krijgen.
Het besluit, zich bij de Centrale Bank
aan te sluiten ging dus nog in de ijskast.
Dat belette de groei van de vereniging
geenszins en daardoor kon in 1923 het
25-jarig bestaan gevierd worden met
een rondje sigaren en kon voorzitter
memoreren dat hij indertijd de enige te
genstander van aansluiting bij de -
toenmalige - Centrale Bank te Alkmaar
was 'en hoe we nu van die koppigheid
de vruchten plukken' waarmee men on
der luid applaus instemde.
Die zelfstandigheid had echter wel als
gevolg dat op zeker ogenblik een aan
vrage voor een krediet van f10 000,-
aan de Groenteveiling (op tweehonderd
meter afstand van de bank gelegen)
door gebrek aan middelen moest wor
den afgewezen en ook dat bij het vijftig
jarig bestaan vrijwel geen reserves be
stonden. Dat verhinderde niet een feest
avond te geven met een kostelijke re
vue, waardoor het tekort van dat jaar
steeg van f 500,- naar 3 000,- en dat
is toch wel een staaltje van 'zakelijke le
venskunst'. De bank te Hem werkte
toen samen met de Noorder Bank te
Hoorn en met de Utrechtse Centrale
Bank die alle (spaar- en voorschot-)-
boekjes leverde.
Tengevolge van een actie van de LTB
werd tot aansluiting bij de Centrale
Bank te Eindhoven besloten, waardoor
alle Utrechtse formulieren vervangen
moesten worden. De aansluiting bij
Eindhoven kende geen andere motieven
dan dat deze Centrale een fractie meer
rente vergoedde.
Zoals bij al onze banken eisten de crisis
vóór de oorlog en de geldzuivering na
de oorlog een hoge tol van de werk
kracht en het zakelijk inzicht van de be
stuurders. Alhoewel de zaken ogen
schijnlijk zeer goed gingen was het
soms bijzonder moeilijk om de buiten
gewoon grote geldvoorraad winstge
vend te beleggen.
Honderd stevige enveloppen
De bank floreerde zo goed dat in 1951
een riant woonhuis kon worden aange
kocht en in 1962 een 'zeer respectabel
Bankgebouw' kon worden gesticht.
Daar ontving uw Terugblikker ook de
gegevens - d.w.z. de notulen van de
vergaderingen van bestuur en raad van
toezicht - van de bank te Venhuizen die
in 1974 samen ging met de bank te
Hem. In een van de eerste vergaderin
gen, op 29 juli 1916, werd aldus deze
notulen: 'met nadruk gewezen op de
noodzaak tot spoedige totstandkoming
der Bank, omrede er al dikwijls door
personen aanvrage is gedaan om gel
den te beleggen.'
Voordat de bank zou kunnen beginnen
moest het een en ander worden aange
schaft waaronder honderd stevige enve
loppen voor geldverzending, een lak-
stempel en vanzelfsprekend ook nog
een doos lak.
De aansluiting bij de Centrale Bank was
min of meer in het vergeetboek geraakt
en er moesten opnieuw de nodige for
mulieren bij de Centrale Bank worden
aangevraagd. Een brandkast bleek nog
te duur, daarmee moest maar even wor
den gewacht. Wel zouden de leden de
statuten, het financiële en het huishou
delijk reglement ontvangen.
Om de leden niet in het ongewisse te la
ten of zij werkelijk lid waren van een
goedgekeurde vereniging waren ook