ruimtelijke ordening per definitie ÉÉlr-^lÉ Ook de ontwikkeling van de verstedelij king in ons land en het vraagstuk van de mobiliteit krijgen aandacht. Ruimtelijke ordening, planologie, planologische kernbeslissing, streekplan, structuurplan, structuurschets, structuurschema, bestemmingsplan, wet op de Ruimtelijke Ordening, de Woningwet, voorbereidingsbesluit, bouw vergunning Het zijn begrippen waarvan u ongetwijfeld weieens gehoord en waarover u óók weieens wat gelezen zult hebben. Het is niet ondenkbaar dat u op zoek naar samenhang en betekenis, verzeild bent geraakt in een chaotisch ge heel van kreten en definities. In kort bestek willen wij daarom een aantal belangrijke algemene (en enke le bijzondere) begrippen in dit artikel nader toelichten. Ruimtelijke ordening of planologie? Wat verstaat men onder 'ruimtelijke or dening' (RO) In de literatuur treffen we verschillende pogingen aan tot een definitie. Wij zul len u een opsomming van de diverse ci taten besparen en willen alleen vermel den wat prof. Steigenga in zijn boekje 'Moderne Planologie' (Aula 178) uiteen zet. Hierin geeft hij het verschil aan tus sen planologie ruimtelijke planning) en ruimtelijke ordening. Volgens Stei genga is de RO dan die activiteit die de resultaten van de planologie toepast: naast het maken van planologische voorschriften omvat dit tevens het door voeren van maatregelen ter realisering van planologische doeleinden. 'Maar nu gaat u een begrip (ruimtelijke ordening) met een ónder begrip (plano logie) uitleggen', zult u zeggen. Dat is waar, vandaar de volgende nadere om schrijving van 'planologie'. Planologie bevat de elementen planos en logos, het Grieks voor respectievelijk ruimte/vlakte en kennis/kunde. Vrij ver taald zou men kunnen spreken van de kennis van de ruimte, de kunde van de indeling en het gebruik van de ruimte. Wie zijn nu die planologen? Er is een globale tweedeling aan te brengen in de groepen wetenschaps mensen die zich planoloog noemen: enerzijds zijn er de onderzoeksplanolo- gen waarbij men kan denken aan: geo grafen, sociaal-geografen, demografen, economen en sociologen, ónderzijds zijn er de vormgevingsplanologen tot wie de stedebouwkundigen, landschapsarchi tecten, vervoers- en verkeersdeskun- digen gerekend mogen worden. M. A. Koopman medewerker activiteit Vestigingsonderzoek Daarnaast zijn er de juristen die aanbe velingen en voorschriften voor het grondgebruik en de bestemmingen vastleggen. Planologische kernbeslissing Een planologische kernbeslissing, en dat zal na dit voorafgaande wel duidelijk zijn geworden, heeft niet direct te maken met kernenergie of iets dergelijks. Pla nologische kernbeslissingen (PKB's) zijn beslissingen omtrent de spreiding van bevolking, werkgelegenheid, over de in richting van het landelijke gebied, kort om beslissingen over hoofdlijnen van het nationale ruimtelijke beleid. Vergis u niet in de betekenis van deze PKB's: zij kunnen van veel invloed zijn op de inhoud van streek-, structuur- en bestemmingsplannen. Immers in een bestemmingsplan (aan een dergelijk plan zal verderop in dit artikel enige aandacht worden besteed) worden de hoofdlijnen van het nationale ruimtelijke beleid nader uitgewerkt. Hoe komt zo'n PKB nu tot stand? De volgende fasen zijn te onderscheiden: - De regering doet een voorstel in de vorm van een zogenaamd beleidsvoor nemen. Na intern beraad stelt de minis terraad dit beleidsvoornemen vast. - Het beleidsvoornemen wordt alge meen bekendgemaakt. - ledereen kan nu schriftelijk zijn me ning geven over het beleidsvoornemen en in een latere fase zonodig mondeling toelichten. - De regering vraagt advies van de RARO (Raad van Advies voor de Ruim telijke Ordening), een raad met verte genwoordigers van allerlei maatschap pelijke organisaties. - Dan neemt de regering de beslissing, welke dan met de Tweede Kamer wordt besproken. De procedure van de PKB is al een aan tal keren toegepast hetgeen geresul teerd heeft in de delen I, II en III van de Derde Nota over de Ruimtelijke Orde ning. Deel I, De Oriënteringsnota (1973) be spreekt de achtergronden en uitgangs punten voor het te voeren nationale ruimtelijk beleid. Deel II, De Verstedelijkingsnota (1976) behandelt een aantal doelstellingen uit de Oriënteringsnota zoals de spreiding van de bevolking, van de werkgelegen heid en van de voorzieningen. Deel III, De Nota Landelijke Gebieden (1977) gaat over de ontwikkeling, de in richting en het beheer van het gebied tussen de steden. De beleidsvoornemens van de regering zoals deze in de hiervoor genoemde deelnota's worden gepresenteerd wor den ook wel structuurschetsen ge noemd. Het begrip structuurschets en ook het begrip structuurschema worden overigens in de Oriënteringsnota geïn troduceerd. In het algemeen kan gesteld worden dat structuurschetsen betrekking hebben op algemene ruimtelijke ontwikkelingen die de rijksoverheid in een bepaalde richting wenst te beïnvloeden. Over structuurschema's wordt daarentegen gesproken wanneer de nadruk valt op de eigen uitvoerende taak van het rijk in een bepaalde beleidssector, zoals: verkeer en vervoer, scheepvaartwegen, zeehavens, vliegvelden, elektriciteits voorziening, afvalstoffen, buisleidingen, waterhuishouding, landinrichting, mili taire terreinen, drink- en industriewater voorziening (inmiddels gereed), open luchtrecreatie. Zowel voor de structuurschetsen als de structuurschema's wordt de procedure van een PKB gevolgd. Uit bijgaand schema blijkt het verband tussen struc tuurschetsen, structuurschema's en an dere plannen. Wat die andere plannen betreft: op pro vinciaal niveau treffen we het streek-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 34