ijsselmeervisserij vis en alle rust en ruimte voor alle vis sers biedt. Toch Wie tot nog toe gedacht had, dat het maximum voor het IJsselmeer bereikt werd, moet de nieuwe studie van dr. Willemsen eens goed lezen. In vele op zichten blijkt de situatie zeker voor de snoekbaars nog voor verbetering vat baar. De minimum wettelijke maat van snoekbaars, die met het kuilverbod op 45 cm werd vastgesteld (met een com promis op een maaswijdte van 101 mm) blijkt nog veel te laag. Als op het einde van de derde zomer de grote jacht op de biologisch ongewenst. Dr. Willemsen gebruikt natuurlijk wetenschappelijke taal, maar de harde waarheid is natuur lijk, dat het wegvangen van vissen, die de kans niet krijgen om éénmaal in hun leven aan de voortplanting deel te ne men, volkomen zinloos is. Als alle snoekbaarzen pas na vier zo mers op de wettelijke minimummaat van 50 cm gevangen zouden mogen worden, zou het aantal snoekbaarzen, dat aan de voortplanting deelneemt, tot het vijfvoudige stijgen. De eiproduktie van een vierjarig wijfje is trouwens drie maal zo groot als dat van een driejarig wijfje. Minstens zo belangrijk voor de snoekbaars en baars, bijna in het niet tegen de produktieverhoging van twee tot driemaal van deze kostelijke roofvis sen. De lichte stijging van het kwikge halte blijft ver beneden de waarden, die voor een goede consumptiekwaliteit van deze smakelijke vis gesteld moeten worden. Ook het verlies van wat meer vis via de spuisluizen blijkt gering te zijn. Verwacht mag worden, dat de publika- tie van de RIVO-bioloog een politieke echo in de Tweede Kamer krijgt. Het wetenschappelijk onderzoek van de laatste jaren heeft aangetoond, dat on danks een veel grotere produktie van aal, snoekbaars, baars en andere schub- vis (zoals brasem en voorn), de groei- snelheid van deze vissen nog is toege nomen. Ook de sportvissers hebben reden tot juichen bij een vergroting van de wette lijke maten. Ze gaan niet alleen meer vis, maar ook veel meer kanjers vangen. Ook de intrek van meer vis vanuit het IJsselmeer naar de aangrenzende wate ren in het binnenland is een zaak, die de vaderlandse sportvissers bijzonder aan spreekt. Misschien kan het IJsselmeer met een veel grotere baars- en snoek baarsstand ook meer pootvis leveren om andere binnenwateren van deze fij ne roofvis te voorzien. Het IJsselmeer zal ook steeds meer een reserve worden om in tijden van rampwinters door strenge vorst geteisterde binnenwate ren met nieuwe vis te bevolken. Zo is er een hele reeks van argumenten om het advies van de schubvisspecialist voor het IJsselmeer dr. J. Willemsen te vol gen. Zoals het kuilverbod van 1970 thans ruim zeven jaar later het grootste gelijk van de vismarkt heeft gekregen, zo zal in de toekomst de vismarkt ermee gebaat blijken, wanneer nu het advies van dr. Willemsen wordt opgevolgd. driejarige snoekbaars begint, wordt ruim 80 procent van deze jaarklasse weggevangen. Het gevolg is, dat nog geen 20 procent van de snoekbaarswijf jes (en mannen), die voor de voortplan ting moeten zorgen, aan de netten ont snappen. Deze intensieve visserij is vol gens de RIVO-bioloog economisch en Een IJsselmeervisser in Voiendam schept een zootje aai over. vangstresultaten is, dat een snoekbaars in het groeizame vierde jaar, bijna in ge wicht verdubbelt. Volgens dr. Willem sen vallen enkele nadelen, zoals de iets grotere natuurlijke sterfte onder de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 28