nogmaals:
hoe doorzichtig is de
rechtspersoon?
19
Schlösser-Laval
In het novembernummer van afgelopen jaar is een artikel verschenen met
als titel: 'Hoe doorzichtig is de rechtspersoon?'. Na de publikatie van dit
artikel hebben zich zodanige ontwikkelingen voorgedaan, dat het zinvol is
nog eens op dit onderwerp terug te komen. Gebleken is dat de wetgever
ernstig overweegt weer iets verder te gaan met het op zij schuiven van het
gordijn van de rechtspersoon. Dit artikel is bedoeld om u te laten zien, wel
ke ontwikkelingen dit zijn.
In de Tweede Kamer was eind januari,
begin februari 1978 in behandeling het
wetsontwerp invoering van een mini
mumkapitaal bij oprichting van naamlo
ze en besloten vennootschappen. Daar
bij werd besloten dit minimumkapitaal
te brengen op f35 000,- hetgeen in
houdt, dat oprichting van deze rechts
personen slechts mogelijk is indien ten
minste f35 000,- als aandelenkapitaal
bij de oprichters is geplaatst. Indien de
aandeelhouders dit bedrag niet volstor
ten is iedere bestuurder voor een
rechtshandeling, waardoor hij de ven
nootschap verbindt, naast de vennoot
schap hoofdelijk aansprakelijk. Door een
aantal leden van de Tweede Kamer
werd dit onderwerp aangegrepen om
het misbruik, dat er van de B.V.-vorm
gemaakt wordt aan de kaak te stellen.
Met misbruik werd daarbij met name
gedoeld op de malafide gevallen, de
personen of groepen van personen, die
hun kwalijke praktijken in de anonimi
teit van de rechtspersoonlijkheid heb
ben ondergebracht, waarbij niet alleen
aan B.V.'s doch ook aan bijvoorbeeld
verenigingen en stichtingen zou moeten
worden gedacht. Het is een ieder be
kend, dat een aantal B.V.'s hun verplich
tingen tot het afdragen van loonbelas
ting aan de fiscus en het betalen van so
ciale premies niet zijn nagekomen. Bij
faillissement van een dergelijke B.V. vis
ten zowel de bedrijfsverenigingen als de
fiscus achter het net.
De minister van Justitie heeft tijdens
het kamerdebat dan ook naar voren ge
bracht dat zijn gedachten met name
gaan in de richting van een aansprake
lijkheid van de bestuurder van de
rechtspersoon voor de loonbelasting en
de premies voor sociale verzekeringen.
Mevrouw mr. M. J. A.
Verwacht wordt dat een dergelijke per
soonlijke aansprakelijkheid van de be
stuurder een belangrijke preventieve
werking op eventuele malafide oprich
ters en bestuurders zal uitgaan.
Van belang is bovendien dat in de
Tweede Kamer ook stemmen opgingen
om ook anderen dan de fiscus en de
j premies-innende instanties te bescher-
j men. Daarbij zou gedacht kunnen wor
den aan het personeel en de crediteu
ren, zoals leveranciers en geldgevers.
Ook dit zal op het departement van
Justitie bekeken worden. Het houdt
nauw verband met de preferenties van
schuldeisers. Bovendien verdient ver
melding dat de minister van Justitie de
te verwachten regels over de aanspra
kelijkheid van rechtspersonen niet al
leen wil laten gelden voor N.V.'s en
B.V.'s, doch ook voor verenigingen en
stichtingen. Hiermede wordt dan o.a.
voorkomen, dat malafide personen hun
toevlucht nemen tot laatstgenoemde
rechtspersonen, ten einde niet onder de
regeling voor aansprakelijkheid van be
stuurders voor N.V.'s en B.V.'s te vallen.
Dat er zo spoedig mogelijk een regeling
komt over de aansprakelijkheid van be
stuurders van rechtspersonen is mede
in het belang van het bonafide bedrijfs
leven. De minister heeft dan ook ge
steld, dat het misbruik, dat van rechts
personen wordt gemaakt een belangrijk
vraagstuk is, ten aanzien waarvan zorg
vuldige wetgeving op korte termijn
moet worden overwogen. Het departe
ment houdt zich hiermede al geruime
tijd bezig. Het zal niet gemakkelijk zijn
om een goede oplossing te vinden,
waarbij vooropstaat dat misbruik moet
worden tegengegaan en daarnaast dat
het bonafide bedrijfsleven toch geen on
nodige hinder van deze regelingen zal
ondervinden. Met veel belangstelling
zien we de regeling tegemoet.