belasting en andere zaken l\ Het rapport Hofstra is verschenen. Toen er drie Jaar geleden aan dit werk werd begonnen, werd er een belang rijke wijziging in de belasting heffing van verwacht ten gunste van de agrarische onder nemingen. Uit de driehonderd vijftig pagina's van het rapport blijkt, dat ook deze medaille zijn keerzijde heeft en dat er op zijn minst diepgaande studie nodig is om voor- en nadelen tegen elkaar te kunnen afwegen. Het ging er bij het verlenen van de opdracht aan pro fessor Hofstra om de invloed van de inflatie op de be rekening van de winst te corrigeren. Een belangrijk ele ment daarbij is dat inflatie leidt tot waardevermeerde ring van eigendom in de vorm van gebouwen, bedrijfs middelen en grond, terwijl de afschrijving gebaseerd is op de geringere waarde bij aankoop. De afschrijving als kostenpost is dus lager dan wanneer men wel met de waardestijging door toedoen van de inflatie rekening houdt. Bij het huidige systeem van belastingheffing is de overblijvende winst waarover belasting moet wor den betaald hoger dan in het geval er wel met waarde vermeerdering wordt rekening gehouden en de af schrijvingen navenant hoger zijn. Het op deze wijze rekening houden met inflatie zou een verlaging van de belastbare winst betekenen. Deze correctie had men in het agrarisch bedrijfsleven vooral op het oog toen men op een herziening van het fiscale winstbegrip aandrong. Professor Hofstra heeft in zijn studie echter ook de andere kant van het probleem la ten zien, dat tevoorschijn komt wanneer men de cor rectie van de inflatie doortrekt van eigendom naar in vesteringen die zijn gefinancierd met geleend geld. Keerzijde Een soortgelijke redenering als bij eigendom geldt na melijk voor de rente welke men ontvangt voor uitge leend geld. Tegenover deze lening, welke in guldens steeds gelijk blijft, staat een door de inflatie in waarde toenemende investering. De ontvangen rente is niet al leen een vergoeding voor het ter beschikking stellen van een hoeveelheid guldens, maar dient ook ter com pensatie van de waardevermindering ervan; de ontvan ger van de lening heeft daar geen problemen mee, want hij ziet de waarde van zijn investering stijgen. Het Drs. M. L. de Heer deel van de ontvangen rente dat een vergoeding is voor inflatie, kan eigenlijk niet tot de winst worden ge rekend en zou van de belastbare winst afgetrokken moeten worden. De consequentie daarvan is weer, dat betaalde rente niet meer in zijn geheel als van het inko men aftrekbare kosten kan worden beschouwd. Dit laatste heeft enige schrik teweeg gebracht. Een groot deel van de groei van de bedrijven is immers ge financierd met geleend geld waarvan de rentekosten volledig van het belastbare inkomen konden worden afgetrokken. Indien de voorstellen van het rapport Hof stra verwezenlijkt worden dan zal dit in de toekomst maar voor een gedeelte mogelijk zijn. De correctie op winstbegrip wat betreft de inflatie, zal volgens het rapport-Hofstra ook betekenen, dat er voor de zelfstandigen enkele speciale regelingen vervallen. Het gaat hier om de zelfstandigenaftrek, indertijd gege ven als voorschot op het resultaat van de studie van Hofstra, en de fiscale ouderdomsreserve, die volgens het rapport in ieder geval aanzienlijk moet worden aan gepast. Ook de vrijstelling voor de inkomstenbelasting van de waardestijging van landbouwgronden, zal vol gens het rapport kunnen wegvallen. Dit zijn minpunten die velen in de agrarische sector niet erg enthousiast zullen doen zijn over het lang verbeide rapport. Functie van het inkomen. Alles wordt nog gecompliceerder wanneer de komen de jaren zou blijken dat de inflatie zo aanzienlijk wordt afgeremd, dat de voorgestelde correctie van het belas tingsysteem eigenlijk niet meer de moeite waard is. Niet dat het verwonderlijk zou zijn dat men ook in de belastingtechniek achter de feiten aanloopt. Het ver dwijnen van inflatie zou kunnen betekenen dat aan de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 15