Het beste dorp
Na de huizenwoestenij van Amsterdam
is het een verkwikking te kunnen uitkij
ken over de haast oneindige vlakten van
Noord-Holland en aan te komen in een
plaats, zoals De Rijp, zonder betonko-
lossen, maar wèl met juweeltjes van
bouwkunst. U denke maar aan het
prachtige raadhuisje.
De beroemde 'droogmaker' Leeghwater
noemde zijn geboorteplaats De Rijp het
Beste Dorp. Het plaatsje had een grote
bloeitijd in de zeventiende eeuw, waar
aan vrij plotseling een eind kwam. Mis
schien is het daaraan wel te danken dat
in klein bestek nog zoveel fraais te zien
valt. Vergeet ook niet dat hier de schrijf-
Het Raadhuis te De Rijp
sters Betje Wolff en Aagje Deken woon
den en werkten. Onverwacht leest men
op een houten bordje dat hondenwa
gens stapvoets dienen te gaan.
Vanzelfsprekend is er een Leeghwater-
straat en werd een straat vernoemd
naar Marten Michiel, de eerste harpoe
nier, óók al geboren in De Rijp, het
plaatsje dat waarschijnlijk ook weieens
stadsrechten heeft verkregen.
Aldaar werd op 25 mei 1898 de Rijper
Coöperatieve Boerenleenbank opge
richt. De oprichtingsakte werd op 27 juli
verleden voor notaris Nieuwland en
deze akte geeft een staaltje van schrijf
kunst weer dat een lust voor het oog is!
Oprichters waren een aantal landman
nen, landbouwers, grondeigenaars, een
muziekonderwijzer en een pastoor, die
de toepasselijke naam Vromesteyn
droeg. Het bestuur zou moeten bestaan
uit minstens drie leden, te weten Direc
teur, Onderdirecteur en een Lid, waar
van om de twee jaren de helft moest af
treden. Dat zal nog weieens moeilijkhe
den hebben veroorzaakt vreest Terug-
blikker!
Artikel 47 van de eerste statuten be
paalt dat 'De werkzaamheden der ver-
eeniging moeten zich beperken tot het
aanwerven van het noodige bedrijfska
pitaal door middel van in- en uitleenen,
niet om winsten te maken maar om den
stoffelijken en zedelijken toestand
der leden te verbeteren. Om die reden is
alle geldhandel waaraan eenig gevaar
verbonden is, volstrekt verboden
Geen sterke drank
De oprichting was uiteraard niet toeval
lig want reeds op 7 februari 1898 was
'door den heer J. Zuurbier uit De Beem-
ster in deze gemeente eene lezing ge
houden over het nut der Boerenleen
bank' en deze werd blijkbaar niet ge
houden voor dovemansoren.
In november 1898 werd krachtdadig be
paald dat de boete op het schenden van
het ambtsgeheim tien gulden zou be
dragen waarvan vijf gulden aan de ver
enigingskas zouden toevallen maar ook
'vijf gulden ten voordeelen zijn van hun
wiens ambtsgeheim is bekendgemaakt';
een sympathieke vorm van smartegeld
dus.
Veiligheidshalve werd ook het besluit
aangenomen dat in de algemene verga
dering geen sterke drank gedronken
mocht worden en om de gang van za
ken nog vreedzamer te houden beloofde
de President van de Raad van Toezicht,
de Zeer Eerwaarde Heer Pastoor Vro
mesteyn, een Heilige Mis te zullen lezen
om Gods Zegen over de Leenbank af te
smeken. Aldus verzekerde men zich
door een goed begin van het welslagen
van minstens het halve werk, zoals een
spreekwoord zo kernachtig zegt.
In de begintijd van onze banken was het
weieens moeilijk om aan gelden te ko
men. Niet iedereen, die lid was, bracht
zijn overtollige spaargelden en niet ieder
lid wikkelde zijn geldelijke belangen via
zijn bank af. Men was hier en daar, door
onwetendheid wellicht, ook nog wei
eens onzorgvuldig. Daarom vond de 'di
recteur' het 'minder aangenaam dat en
kele leden aan wie een voorschot is toe
gestaan, de gelden niet komen ophalen
en zelfs geen bericht daarover aan Be
stuur of Kassier zenden'. Hij hoopte en
verwachtte dat zulks niet meer zal ge
beuren.
Het bestuur wilde het dienstenpakket -
zoals dat tegenwoordig heet - toch wel
uitbreiden, dus bracht op zondag 22
april 1900 de directeur (voorzitter) 'de
voordeelen eener onderlinge brand-
waarborgmaatschappij naar voren', j
doch oogstte daarmee geen succes. Hij
probeerde het in 1901 nogmaals, maar
ook toen liet men hem rustig uitspreken
zonder op zijn aanbevelingen te reage
ren.
Het jaar 1901 resulteerde in een winst
van f 40,41 Vi zodat er na aftrek van het
tekort over 1900 een winst of fonds
overbleef van f 19,41Het bestuur kreeg
toestemming van de algemene verga
dering om het 'bedrijfskapitaal', dat is
het krediet bij de Centrale Bank, te ver
groten tot f 8 000,-.
'Hierna bespreekt de directeur de pogin
gen die zijn aangewend om eene ver
binding van Boerenleenbanken in
Noord-Holland te verkrijgen, die niet bij
de Centrale Bank zijn aangesloten.' Van
de zeven banken die een uitnodiging tot
aansluiting hebben ontvangen heeft
slechts één instemming betoond, name
lijk Amstelveen. Deze poging tot con
centratie ging dus niet door, maar was
wel een aanzet daartoe. Kassier vond
dat men beter met zusterbank Amstel
veen kon gaan samenwerken 'dan dat
wij alles bij Particuliere Bankinstellingen
moeten brengen', dus zal het Bestuur
toch maar trachten samenwerking met
Amstelveen van de grond te krijgen.
Verder bespreekt Kassier het 'voorrecht
dat deze Vereeniging bezit, namelijk dat
leden van vijfentwintig jaar die sedert 1
februari sinds een jaar minstens f 50,11
op spaarbank hebben, zich als Spaar
bankkiezers bij de Burgemeester kun
nen aanmelden. Zulke ijverige en spaar
zame lieden verdienen inderdaad het
voorrecht om een kleine vinger in de
pap te hebben waar het de samenstel
ling van plaatselijk bestuur betrof.
Centrale Bank
De wil tot samenwerking kreeg voet aan
de grond in 1904 toen werd besloten
dat 'onze Bank zich bij de op te richten
Coöperatieve Centrale Christelijke Boe
renleenbank te Alkmaar zal aansluiten'.
Deze Centrale Bank werd inderdaad op
gericht met aanvankelijk drie aangeslo
ten bank-leden. Direct mocht De Rijp al
daar over f20 000,- beschikken en
daarbij vraagt Terugblikker zich af of dat
wel kón. Deze Centrale Bank vormt een
hoofdstuk apart, dat hij binnenkort
hoopt te schrijven. Daarin vindt u het
antwoord op zijn vraag. Wel meende
Kassier bij het tienjarig bestaan van de
bank dat voor deze Leenbank 'een
schoonen toekomst zal zijn weggelegd'.
Een lid was daar niet zo gerust over en
vroeg of aan de federatie met Eindho
ven voor de Centrale te Alkmaar nog
kosten of gevaren verbonden zijn. Bo
vendien brengen de geldzendingen naar
en van deze Centrale een renteverlies
van acht dagen mee. Gevaren zijn niet
aanwezig, zelfs kan de Centrale te Alk
maar nu profiteren van de rijkssubsidie
en dat is toch maar meegenomen, liet
de voorzitter weten. Het jaar 1908 was
gunstig voor deze Centrale en kon vo
rige tekorten aanvullen waardoor men
nu over een flink reservefonds kan be
schikken.
De directeur van De Rijp is niet bereid
om de te betalen boeten wegens verga-
deringverzuim zelf op te halen. Hij stond
daarin niet alleen. Niemand wilde dat
doen dus werden de achterstallige boe
ten voor dit keer maar kwijt gescholden.
Daarbij denkt Terugblikker aan het ge
zegde 'Wie het langst naar zijn klompen
zoekt is altijd het best af'. Een lid wil
toch wel vanaf het volgend jaar, tegen
een jaarlijkse vergoeding van één gul
den deze bedragjes trachten te innen.
Ook de Centrale Bank te Alkmaar hield