verkeert in zulk een situatie, ik ben in
september 1972 in dienst van de Rabo
bank gekomen met een salaris van
f15 000,-. Thans verdien ik ongeveer
f35 000,- en aangezien ik nog een klei
ne 2 jaar moet meedraaien, interesseert
mij dat 'achterbalkon', speciaal voor
vrouwelijke werknemers, zeer.
Nu is mijn vraag: zou JRH in een ko
mend nummer van de Rabobank mis
schien een voorbeeld als dat van een
heer in dat van oktober voor een dame
willen geven?
Mogelijk is het een lastige vraag in ver
band met het feit dat de vrouwelijke
werknemers geen AOW ontvangen van
af hun 60e tot 65e jaar.
Gezien de betrekkelijk korte tijd die voor
mijn persionering nog rest, zou ik echter
graag weten hoe een en ander ongeveer
geregeld wordt, zodat ik eventueel
maatregelen kan nemen in het geval
mijn pensioen niet toereikend is om van
te kunnen leven.
Natuurlijk ben ik ook gebaat met een
persoonlijk antwoord, maar vermoede
lijk zijn er nog wel meer vrouwelijke
werknemers, die in een dergelijke situa
tie verkeren.
Mevrouw Meulblok is een mooi voor
beeld voor het effect, dat invoering van
de achterbalkonregeling zal hebben. Zij
vond het heel goed, dat we haar eigen
situatie hier in grote lijnen - dus niet let
terlijk - wat uitwerkten, want daardoor
zouden haar vrouwelijke collega's ook
een indruk kunnen krijgen wat het voor
hen kan betekenen als het nieuw voor
te stellen reglement met zijn achterbal
kon van kracht zou worden. Ons voor
beeld betreft een 56-jarige vrouw, die
op haar 60e verjaardag 10 dienstjaren
behaald kan hebben.
Bij indiensttreding van een vrouw op
50-jarige leeftijd bedroeg het maandsa
laris f 1 333,33, terwijl het thans op 56-
PENSI OEN ADVIES 1973
Op 60-jarige leeftijd
Ouderdomspensioen SPR f 3 745,-
Tijdelijk ouderdomsp. SPR f 2 808,-
f 6 553-
Op 65-jarige leeftijd
Ouderdomspensioen SPR
AOW ongehuwd
f 14 239,-
jarige leeftijd f2 916,67 bedraagt. Er zijn
dus in die 6 jaar verhogingen geweest
(we gaan er vanuit dat die alle na 1 ja
nuari 1973 zijn verkregen). Volgens het
huidige systeem zullen die verhogingen
slechts over de 10 te behalen dienstja
ren meegeteld worden voor de bereke
ning van het pensioen. De achterbal-
conregeling maakt echter, dat de verho
gingen (in totaal thans f2 916,67-
f 1 333 33 f 1 583,34 per maand) ook
meetellen over de 25 jaar die bij in
diensttreding op 50 jaar al sedert de 25-
jarige leeftijd verlopen waren! Dat
maakt in dit geval een belangrijk ver
schil in uitkomst: op basis van het thans
geldende pensioenadvies 1973 (inclu
sief 7 komt het ouderdomspensioen
op f3 745,-, terwijl de voorgestelde
nieuwe regeling (met achterbalkon) een
jaarlijks ouderdomspensioen van
f 13 012,- oplevert.
Voor dames is de pensioendatum 60
jaar. Zij krijgen dan tot hun 65-jarige
leeftijd een tijdelijk ouderdomspensi
oen, omdat de AOW eerst op 65-jarige
leeftijd ontvangen wordt. Aan de hand
van ons voorbeeld, gebaseerd op de bo
vengenoemde cijfers (10 dienstjaren en
een eindsalaris van f2 916,67 per
maand) heeft de SPR onderstaande ver
gelijkende opstelling gemaakt.
De gedetailleerde berekening van het
ouderdomspensioen en het tijdelijke ou
derdomspensioen hebben we maar ach
terwege gelaten, want dat zou teveel
technische toelichting vereisen. Het
naast elkaar stellen van beide bereke
ningen maakt echter duidelijk dat da
mes, die na het aanvangssalaris verho
gingen hebben gekregen (voor zover die
na 1-1-1973 zijn verkregen), maar door
latere indiensttreding niet aan het maxi
male aantal dienstjaren toekomen,
evengoed als de heren baat hebben bij
het achterbalkon. Ot en Sien kunnen er
beiden op staan
NIEUW VOOR TE STELLEN
REGLEMENT
Ouderdomspensioen SPR f 13 012,
Tijdelijk ouderdomsp. SPR f 5 131,
f 18 143,-
f13012,-1)
f 10 494,-2)
f23 506,-
vervolg van kottervisserij
schuldenvrij zijn. Het jaar 1977 geeft
vermoedelijk eenzelfde mate van
schulddelging te zien als 1976. Dat be
tekent dat dit jaar het totaal van de fi
nancieringskosten aanmerkelijk is ver
minderd t.o.v. het jaar 1975. De drang
tot een uiterste visserij-inspanning
voortvloeiende uit financieringsverplich
tingen kan dan ook minder groot zijn
dan in het eerste jaar van quotering,
1975.
Bij een strikte naleving van de quotering
in 1978 valt het niet te verwachten dat
in dezelfde mate wordt afgelost op de
hypothecaire schulden als in de beide
voorgaande jaren. Wanneer men echter
op basis van de quota een begroting op
stelt voor een doorsnee 1500 pk-kotter
over 1978 ontstaat echter toch nog
geen tekort op kasbasis dat zodanig
hoog is dat voor faillissement van een
dergelijk bedrijf gevreesd moet worden.
Op grond van de voorafgaande be
schouwing kunnen met betrekking tot
de vooruitzichten voor de kottervisserij
op middellange termijn de volgende
conclusies getrokken worden:
- het jaar 1978 kan een moeilijk en
onrustig jaar worden voor de kotter
visserij; zonder bijstand van Brussel
en/of van de Nederlandse overheid zal
men nog wel één of twee jaren moe
ten vissen langs de bedrijfseconomi
sche nullijn of zelfs daaronder;
- beleidsbeslissingen van overheid en
bedrijfsleven kunnen beter niet in de
eerste plaats gebaseerd worden op
een mogelijk ongunstige gang van za
ken in 1978. Positieve ontwikkelingen
die op middellange termijn kunnen
optreden dienen een zwaarwegende
rol te spelen bij het nemen van deze
beslissingen;
- dit geldt met name voor een over
weging tot verdere sanering van de
kottervloot. Bij een dergelijke sane
ring bestaat een grote kans dat door
een betrekkelijk gering aantal kotter-
bedrijven op wat langere termijn zeer
hoge winsten gerealiseerd worden;
- de kotterbedrijven hebben in het
verleden steeds blijk gegeven van een
sterke drang tot overleving. Ook al
gaat de deur van de volledig vrije vis
serij dicht, dan kunnen op middellan
ge termijn toch ramen geopend wor
den om voldoende lucht te krijgen
voor het voortbestaan.
f 3 745,-1) Ouderdomspensioen SPR
f 10 494,- 2) AOW ongehuwd
V Vermeerderd met de eventueel van de SPR ontvangen toeslagen.
2) Als de vrouw gehuwd is, ontvangt haar echtgenoot de AOW-uitkering voor ge
huwden (thans f 15 372,- per jaar), mits deze echtgenoot 65 jaar is.