rabobankpersoneel
van medewerkers
naar bedrijfsgenoten
Volgens NCW behoort dan ook tot ver
antwoordelijkheid van de ondernemer
om de democratisering binnen de on
derneming zo te structureren dat met
behoud van de bestuurbaarheid de
beïnvloedingsmogelijkheden van de
werknemers op het beleid worden ver
groot.
Enkele kortgeleden naar voren gebrachte gedachten over de plaats die de
medewerkers in de onderneming van vandaag zouden moeten innemen,
verdienen onze aandacht.
Er ligt namelijk een visie over de positie van het personeel aan ten grond
slag, die wij het beste zouden kunnen karakteriseren als een ontwikkeling
van medewerker tot bedrijfsgenoot. Overigens vormt dit tevens een aan
duiding dat het sociale beleid meer en meer van op zichzelf staand deelbe-
leid verschuift naar onderdeel van het kernbeleid van de onderneming.
Wat er tegenwoordig aan gedach
ten leeft
Naar voren komt dit bijvoorbeeld zeer
duidelijk in een recent verschenen bro
chure van het NCW, waarin als kernpunt
is opgenomen dat de ondernemer niet
alleen rekening moet houden met een
groeiende behoefte aan inspraak, open
heid en zinvolle arbeid van de medewer
kers, maar juist als taak en opdracht
heeft aan de oplossing van deze proble
men mee te werken.
Tot sociale doelstellingen van de onder
neming worden in dit kader dan ook ge
rekend:
- meer mensen moeten zich daardoor
geroepen gaan voelen invloed uit te
oefenen op hun eigen omgeving en
daarvoor verantwoordelijkheid op zich
nemen.
- de ondernemer moet ook een ant
woord geven op de kwesties van zeg
genschap, spreiding van bevoegdheden,
openheid van beleid, kwaliteit van
Verantwoordelijkheden voor onder
neming en ondernemer. Ned. Chr. Werk
geversverbond.
arbeid en andere maatschappelijke vra
gen.
- de ondernemer moet tegemoet ko
men aan de gestegen behoeften aan in
spraak en openheid, maar ook aan zin
volle arbeid.
Ook in onze eigen coöperatieve wereld
zijn in dit opzicht interessante gedach
te-ontwikkelingen gaande.
Bij de herdenking van 100 jaar land
bouwcoöperatie is door de voorzitter
van de NCR gesteld dat de uitvoering
van de doelstelling van de coöperatie
niet het dictaat kan en mag zijn van le
den en leiding van de coöperatieve
organisatie.
Daarbij is evenzeer de inzet en de in
breng van de medewerkers van de
coöperatie noodzakelijk.
De positie van de leden én die van de
werknemers én van de leidinggevende
uitvoerders zijn met elkaar verbonden
tot één geheel, namelijk de gezamen
lijke groep van belanghebbenden.
Zij geven als het ware gestalte aan de
gemeenschappelijke onderneming op
basis van onderlinge solidariteit.
Ook de voorzitter van de Koninklijke Ne
derlandse Zuivelbond FNZ heeft kort ge
leden de mening uitgesproken dat onze
werknemers een essentiële rol in het
produktieproces vervullen en derhalve
reeds een feitelijke verantwoordelijk
heid dragen. Het meedragen van die
verantwoordelijkheid betekent naar zijn
idee een participatiemodel en geen con
flictmodel.
De genoemde NCW-brochure vat al
deze gedachten eigenlijk samen in de
volgende stellingname:
Vormgeven aan democratisering en
zinvolle arbeid is geen kwestie van wel
willendheid, maar een zaak van sociale
rechtvaardigheid. Mensen zijn geroepen
om in hun werk hun verantwoordelijk-
Mr. F. H. Brust, directeur
Werkgebied Sociale Zaken van de
Centrale Bank
heid te beleven en hun talenten te ont
plooien.
Participatiegedachte
Er zijn in ons land ook andere stemmen
te horen. Met name in sommige vak
bondskringen wordt gedacht aan maat
schappijhervorming via arbeiderszelfbe
stuur.
In ons stelsel van particuliere onderne
mingsgewijze produktie past dit niet. En
voor iedereen die iets afweet van histo
rie, structuur en functioneren van de
coöperatie is zonneklaar dat de gedach
te van volledige of zelfs maar overheer
send werknemersbestuur daarmede
niet strookt en derhalve onverenigbaar
is.
Maar wat wel kan en naar mijn mening
als een positieve ontwikkeling moet
worden gezien is het daadwerkelijk uit
werken en doorvoeren van de hiervoor
'Het vertaalwerk is al be
gonnen,' schreven we vo
rige maand in ons com
mentaar op de oproep
van prof. Douben om de
maatschappelijke ont
wikkelingen ook in de
coöperatieve onderne
mingsvorm te gaan ver
talen.
Dit commentaar zien wij
bevestigd in de huidige
bijdrage van de heer
Brust. Deze geeft ons op
de eerste plaats inzicht in
de wijze van vertalen en
laat ons daarna zien hoe
je daarmee al tot enkele
concrete 'proefvertalin-
gen' kunt komen. Juist
hierdoor gaat de nieuwe
dimensie, waarop de
heer Mertens doelde (zie
de WOB-rubriek) voor
ons leven.