rapport subcommissie
voorbeelden en willen er mee verduide
lijken dat de commissie het zich niet ge
makkelijk gemaakt heeft door te stellen
dat voorstellen zouden moeten voldoen
aan o.a.:
a evenwichtigheid, praktische toepas
baarheid, begrijpelijk en eenvoudig han
teerbaar.
b zoveel mogelijk ruimte laten voor de
zelfstandige functie van de aangesloten
bank, zo mogelijk activerend werken;
geen elementen bevatten die tot inacti
viteit zouden kunnen leiden.
c duidelijk onderkennen de kracht van
het organisatiegeheel.
d eisen van wetgeving, met name de
Wet Toezicht Kredietwezen, die in haar
uitvoering de organisatie als geheel
toetst.
In dit patroon van uitgangspunten en
toekomstige beleidsdoelen heeft de
commissie twee jaar gestudeerd en ge
tracht voorstellen te formuleren om er
de meest passende financiële verhou
dingen in te weven, leder van de com
missieleden zal zich wel afvragen of we
daar redelijk in geslaagd zijn, of de be
stede tijd nuttig geweest is. Wij menen
dat positief te mogen beantwoorden.
We moeten ons echter niet voorstellen
dat er nu van de ene op de andere dag
grote veranderingen zullen komen. Dat
zou ook niet goed zijn. Sommige voor
stellen kunnen op korte termijn tot aan
passingen leiden, andere, en dat geldt
speciaal voor de kostendoorberekening
met haar uitstraling op de renteregeling,
zullen pas gefaseerd over enkele jaren
tot uitvoering kunnen komen.
We zeiden in de aanhef al dat velen met
belangstelling naar deze studie uitzien.
Terecht menen wij. Maar, laten we wel
nuchter zijn en ook constateren dat we
wel eens verwachtingen beluisterd heb
ben die ervan uitgingen dat deze com
missie wel oplossingen zou aangeven
voor alle mogelijke of onmogelijke pro
blemen die er zouden kunnen bestaan.
Zulke verwachtingen zullen ook nu blij
ken niet reëel te zijn. Dat kan niet. Ook
deze commissie gaat ervan uit dat de
verantwoordelijkheid voor het goed
functioneren van de plaatselijke bank
ligt bij haar bestuur en directie. Regelin
gen inzake financiële verhoudingen spe
len daarbij een belangrijke rol. Een eer
lijke analyse van problemen op het ge
bied van rentabiliteit of solvabiliteit zal
echter veelal uitwijzen dat niet de ge
noemde regelingen de eerste veroorza
ker daarvan zijn.
Het resultaat straks lezend, zullen ook
diegenen, die uitgebreide cijfers en ana
lyses verwachten, misschien teleurge
steld zijn. Die staan er namelijk niet in.
Wat niet betekent, dat ze niet de basis
geweest zijn voor de rapportering. Na
tuurlijk wel, in belangrijke mate zelfs, en
hoewel op zich vanzelfsprekend, mag
toch wel mee vermeld worden dat het
de centrale bank geen moeite (soms
zelfs pijn?) teveel geweest is om alle
mogelijke en soms haast onmogelijke
cijfers te produceren om de commissie
te informeren.
In goede sfeer
Bij het fungeren als voorzitter heb ik, na
de uiteraard noodzakelijke gewennings-
tijd, dikwijls het gevoel gehad leiding te
mogen geven aan één commissie van
20 mensen. Geen groep aangesloten
banken tegenover centrale bank, maar
gezamenlijk trachten tot de best moge
lijke oplossingen te komen. Dat is ook
de meest juiste sfeer om tot resultaten
te komen.
En die resultaten zelf! We hebben het al
gezegd aanpassingen of wat verande
ringen van bestaande regelingen; één
onderdeel slechts lijnen maar o.i. wel
belangrijke; wellicht ook nog wat
nieuws. De commissie sluit een werk
stuk af, dat niet alleen moeilijk, maar
ook interessant was, in het besef dat ze
nooit volledig kan zijn. We hadden nog
wel een jaar kunnen doorgaan, maar
zouden dan het doel gemist hebben.
Eén zeer belangrijk onderwerp hebben
i we in de rapportering niet mee kunnen
nemen. Wel behandeld, maar door ex
terne omstandigheden niet afgehan
deld. In een voorwoord in het rapport
wordt wel gezegd waarom.
Twee jaar geleden, schrijvend in ditzelf
de blad over structuur, en levend in de
geest van de behandeling van Struc
tuurrapport 1975, stelde ik de vraag in
zake de toen nog niet geformeerde sub
commissie financiële verhoudingen of
het zo zou worden dat ze - wie ook de
uitverkorenen voor deze studie mochten
worden - het zo goed of slecht niet kon
den maken, de één haar zou prijzen en
de ander zou laken? Misschien wel,
misschien niet, het is ook niet belang
rijk. De commissie verdwijnt weer, het
rapport blijft en zal bij aanvaarding ver
taald moeten worden in aangepaste re
gelingen. Daarvan hopen we dat ze een
positieve bijdrage zullen en kunnen zijn
in het instrumentarium voor de muziek
van de komende jaren.