wat ons bezighoudt^ wob 'Coöperatie, een verwaarloosd alter natief?', die vraag stelde prof. Douben zich vorig jaar in ESB. En al was zijn be nadering vragenderwijs, wij proefden uit zijn woorden, dat hij aan de coöperatie ve ondernemingsvorm veel waarde hechtte voor het hedendaagse denken over economische democratie. Het ei gen karakter van de coöperatie mag in dit opzicht niet onderschat worden. Het bevreemdde prof. Douben, dat er buiten de kring van feitelijke coöperatoren maar geringe belangstelling is voor 'zo'n puur democratische organisatievorm'. OVERHEID EN ECONOMIE: TIMING EN DOSERING 's Lands economie torst door jaar wisseling en regeringswisseling heen rustig dezelde problemen met zich mee. We mochten ook niet anders verwach ten, want de zwakke plekken in de eco nomische gesteldheid verdwijnen niet enkel en alleen doordat er een nieuwe geneesheer bijgeroepen wordt. Dr. Zijl stra zei onlangs dan ook voor de TV al zoiets, dat de kabinetten van verschil lende signatuur, waarvan hij deel heeft uitgemaakt, eigenlijk allemaal dezelfde medicijnen gebruikten om de patiënt gezond te houden of te maken. De eco nomie kent immers zijn wetmatigheden en, zo kan men zeggen, het is 'lood om oud ijzer' wie de greep in de medicijn kast doet om een van de bekende mid delen tegen koorts of bloedarmoede toe te passen. Afgaande op de regeringsverklaring lijkt het nieuwe team onder aanvoering van minister-president Van Agt nog geen drastische verandering van medicijnen voor te schrijven. Een zekere vaagheid kon die verklaring inderdaad niet ont zegd worden. Maar anderzijds is dat misschien een goed teken. Als de pa tiënt goed blijkt te reageren op de be staande therapie, is er immers geen re den om naar een andere therapie te grij pen. Paardemiddelen zijn wel heel mooi voor de publiciteit en opzienbarend voor de politiek, maar kunnen nu eenmaal zelden met succes toegepast worden. De kundigste econoom weet, dat hij net als de geneesheer, het beste resultaat bereikt door een weloverwogen en vooral goed getimede dosering van de middelen die hem ten dienste staan. Als het nieuwe kabinet langs deze weg de problemen, die er natuurlijk zijn, wil be naderen, heeft dat onze instemming. Wij zullen het daarvoor de tijd moeten gunnen, want juist de geringe accent verschuivingen in de behandeling wer pen nu eenmaal eerst op langere ter mijn hun vruchten af. Voor het kabinet en voor ons allemaal is Z. het in ieder geval hoopgevend, dat de inflatiebarometer voor 1978 een verdere verbetering doet verwachten. De kans zit er in dat de prijzen minder dan 5 pro cent zullen stijgen; een doortrekken van de dalende lijn die zich vorig jaar al afte kende. Al zijn we er nog lang niet, deze ontwikkeling geeft moed om het 'infla- tiespook' verder te lijf te gaan, want we hebben nu gezien dat er, vergeleken bij de achterliggende tijd, duidelijk vorde ringen gemaakt zijn. De huidige druk, waaronder onze export zucht, zullen we moeten trachten te verlichten, door de binnenlandse prijsstijgingen zoveel mo gelijk in toom te houden. Als allen, werkgevers en werknemers, zich daar voor verantwoordelijk voelen en de no dige discipline zullen weten op te bren gen, moet dit kunnen gelukken. Het is een goed teken, dat men hiervoor in steeds bredere kring begrip toont. Met dr. Zijlstra menen wij, dat devalua tie van de gulden in de huidige omstan digheden niet geboden is. Deze zou on vermijdelijk de inflatiespiraal weer om hoog schroeven en de export zou na een korte pauze in een nog veel moeilijker positie komen. We zouden als het ware het gewin aan terrein verliezen en op nieuw met de genezing van de inflatie ziekte moeten beginnen I Ook op de om vang van de overheidsuitgaven, die im mers zeer prijsgevoelig zijn, zou deva luatie een zeer ongunstige invloed heb ben. Met een gezonde, harde gulden echter zal enig, algemeen noodzakelijk geacht, afremmen van deze uitgaven met minder pijn te werk kunnen gaan. Het profiel van het kabinet Van Agt zal zich op financieel-economisch terrein in de komende maanden ongetwijfeld scherper gaan aftekenen. Radicale be leidswijzigingen zullen zich daarbij, naar het zich thans laat aanzien, vermoede lijk niet voordoen. De beslissing om de sociale uitkeringen aan het minimum loon te blijven koppelen, wijst daar al op. Ook de vier zogenaamde 'maat- schappijhervormende kwesties', de grondpolitiek, de ondernemingsraad, de vermogensaanwasdeling en de invoe ring van de eerste fase van de Wet In vesteringsrekening, komen binnenkort met modificaties weer aan de orde. Het lange interregnum van de kabinets crisis ligt in ieder geval achter ons en, al blijft misschien het arsenaal van midde len gelijk, haast even belangrijk als de middelen is de dosering en de timing waarmee de overheid deze gebruikt. Wij hopen dat de nieuwe bewindslieden daarmee een gelukkige hand zullen heb ben. VERTAALOPDRACHT Zijn artikel van deze maand gaat dieper op hetzelfde thema in; hij richt zich nu mede tot de feitelijke coöperatoren zelf. Wij menen dat hij hun het economisch succes niet misgunt, want daardoor zijn immers economische 'noden' bestreden en die bestrijding moet, naar tijd en om standigheden aangepast, natuurlijk doorgaan (continuïteit!). Maar prof. Douben voorziet, dat er in de komende kwart eeuw andere 'noden' opkomen, doordat in onze tijd de nadruk ook op immateriële waarden komt te liggen. Daar moet naar haar aard ook de coöperatie op bedacht zijn, juist omdat prof. Douben in dat opzicht voor haar grote mogelijkheden ziet liggen. De schrijver begint wederom met een vragende titel. Een zeer prikkelende titel zelfs, zeker voor een blad van een coöperatieve organisatie. Wij ervaren dat niet als ergernisgevend, maar als een heilzame stimulans. Het is goed, dat iemand ons zijn diagnose voorhoudt van de rol, die de coöperatie speelt, respec tievelijk kan en moet spelen in het op gang komende proces van vermaat schappelijking van de onderneming. Een L

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 4