uit onze historie
Voor de laatste keer Kris-Kras door Kring Midden-Nederland-Zuid
Terugblikker gaat verder met de boerenleenbank in De Meern, die zoals we in ons
vorige nummer reeds zagen in 1904 werd opgericht.
Bij het 50 jarig bestaan van de bank
stelde kassier Van de Bovenkamp een
prettig leesbaar gedenkboekje samen
dat ons vertelt dat het initiatief tot de
oprichting van de Coöperatieve Boeren
leenbank werd genomen door de
Coöperatieve Landbouwvereniging 'Ons
Belang'. En zo werd het initiatief in de
daad omgezet en bracht een aantal be
stuursleden een bezoek aan het kantoor
van notaris Jhr. W. E. Bosch van
Oud-Amelisweerd. Dit bestuurslid van
de Utrechtse Centrale Bank had, zoals
bekend op 'royale wijze huisvesting ver
leend aan de toen nog enige administra
teur der Centrale Bank omdat vele zuch
ten werden geslaakt over de kosten van
vestiging van het kantoor der Centrale
Bank'.
Deze Centrale Bank was bovendien
werkgever van één inspecteur. U ziet
het al weer 'het zijn de kleine dingen die
het hem doen'. En even eenvoudig be
gon het werk van de eerste kassier, van
Meester Van de Kemp. Meester Van de
Kemp vroeg ontslag in 1905 om zijn ei
gen werkzaamheden met groter ijver te
kunnen behartigen en 'mij meer te be
moeien met het onderwijs van mijn bei
de zoons, wat meer nodig is, nu zij
grooter worden'. Dat onderwijs zal wel
in de allerbeste handen zijn geweest.
In 1937 juichte een spreker het besluit
van het bestuur toe, dat de bank een gi
rorekening heeft genomen, maar dezelf
de juicher geeft wel in overweging om
aan kassier een telefoonaansluiting te
geven, daar hij toch moeilijk in een siga
renwinkel de lopende zaken kan bespre
ken.
Maar dat was lang nadat in 1908 een
effectentrommel werd aangeschaft,
waar van één sleutel bij de directeur en
één bij de kassier berustte.
Pruttelende koffiepot
Toen in 1936 de heer Ligterink kassier
werd, verhuisde de Lips-brandkast mee
naar de voorkamer van zijn woning aan
de Zandweg. Men wachtte in de achter
kamer zijn beurt af waar het koffielichtje
onder de pruttelende koffiepot vaak het
enige lichtpunt in het vertrek vormde.
De ruimte was echter zo klein dat een
schilder geen kans zag daarin de brand
kast (met een gewicht van 1500 kilo
gram) opnieuw te lakken. Kassier raad
de hem dus maar aan: 'Je mag die kast
wel even meenemen naar de werk
plaats, Piet!'
De noodzakelijke geldzuivering met alle
nasleep van dien deed een dikwijls
haast onmenselijk zwaar beroep op kas
siers en hun assistenten. Van de Boven
kamp schreef daarover zeer terecht:
'Slechts insiders kunnen beoordelen
hoeveel werk en geld er in die tijd in de
kleine woning van het echtpaar Ligte
rink werd omgezet. Dikwijls werd tot
half twee in de nacht gewerkt en nau
welijks was er een doorkomen aan. Bij
gebrek aan andere vervoersmogelijkhe
den werd de ingeleverde hoeveelheid
geld in steenmanden per tilbury naar de
Centrale Bank gebracht.
Haast ondenkbaar dat dit in De Meern
en in tientallen andere plaatsen mo
gelijk was nu wij in onze dagen er reke
ning mee moeten houden dat op elke
hoek van een straat en achter elke dikke
boom gespuis op wacht kan staan om
geldtransporten te overvallen Is de in
spanning toch te veel geweest? Reeds
in december 1947 stierf de heer Ligte
rink, nog geen half jaar later gevolgd
door zijn vrouw.
Zo zag de Zandweg in De Meern er uit
drie jaar voor kassier Ligterink in 1936
daarheen verhuisde met brandkast en
al.