engeland en de
noordzeeolie
De Noordzee gaat met haar oliebronnen Engeland vele, vele miljarden pon
den sterling aan inkomsten schenken. Voor de aanwending van dit oliepro
fijt wordt een draaiboek gekozen dat spreekt over de afbetaling van de bui
tenlandse schuld, het ontwikkelen van alternatieve energiebronnen, het
verhogen van de overheidsuitgaven om de werkloosheid te bestrijden, be
lastingverlagingen ten einde overeenstemming te bereiken met de sociale
partners over de inkomenspolitiek en als laatste maar zeker niet van de ge
ringste importantie investeringen om het industriële apparaat op te peppen.
Engelands economie
Een modern, internationaal concurre
rend produktieapparaat behoort wel tot
Engelands grootste wensdromen. Niet
verwonderlijk ook als we zien hoe veel
beter andere hoog geïndustrialiseerde
landen zich hebben ontwikkeld. Realisa
tie hiervan is echter moeilijk, zo niet on
mogelijk, want de investeringen in vrij
wel alle industrielanden lopen terug als
gevolg van de aanhoudende stagnatie
in de wereldeconomie.
Maar voor Engeland komt hier nog bij
dat ook in de afgelopen decennia van
een geringe economische groei sprake
was. De slogan 'Engeland op halve
kracht' is tekenend voor de Britse gang
van zaken. Als economische wet moge
gelden, dat economische groei en inves
teringen een vicieuze cirkel vormen.
Lage economische groei leidt dan ook
nauwelijks tot verkorting van de econo
mische levensduur van het produktieap
paraat, met als resultaat een verouderd
produktiepotentieel. Dit in tegenstelling
tot Nederland, waar de produktiviteit en
de produktie sterk toenamen, de econo
mische levensduur navenant werd ver
kort en een duidelijk merkbare verho
ging van de levensstandaard mogelijk
werd gemaakt. Hieruit resulteerde weer
economische groei en de cirkel sloot
zich in gunstige zin.
Het kan met Engelands economie beter
gaan als de inkomsten uit de Noord-
zee-olie als basis kunnen dienen voor
het in evenwicht brengen van het pond
sterling.
Direct kunnen de olieponden worden
gebruikt om versneld uitbreidings- en
vervangingsinvesteringen te onderne
men. Ook is meer economische stabili
teit belangrijk om het vertrouwen van
de ondernemer te vergroten, want niets
is zo fnuikend voor het ondernemings-
gebeuren als onzekerheid. Klinkt dit po
sitief, we moeten zeker niet vergeten
dat gedane zaken geen keer nemen. En
geland start met een straatlengte ach
terstand en de voortrekkersrol van de
wereldeconomie is op zijn zachst ge
zegd dubieus, want tot in de tachtiger
jaren wordt geen werkelijke opleving
verwacht. Vandaar de gerede twijfel of
opzienbarende investeringen zullen
plaatsvinden.
Vier jaar te laat
Een orkaan met de weinig vrouwelijke
naam Inflatie teisterde de Britse econo
mie langdurig. Een hoge geldontwaar
ding greep diep in het maatschappelijk
bestel in.
Pas nu lijkt het of met het terugdringen
van de inflatie werkelijk een succesvol
begin is gemaakt. Maar de optimisti
sche verwachting van een tiental pro
centen inflatie betekent nog steeds het
maximale ooit in Nederland bereikte. De
inflatiegesel zorgde voor een deuk in de
bedrijfsresultaten, hetgeen aan de op
pervlakte kwam in een teruglopen van
de werkgelegenheid. In deze tijd wordt
hoopvol uitgezien naar tekenen van her
stel bij het bedrijfsleven.
Aan ditzelfde bedrijfsleven worden ech
ter onevenredig zware beperkingen op
gelegd. Door de milieu-eisen en de in
flatie zijn de risico's en onzekerheden te
groot geworden. De animo om investe
ringen te ondernemen is gering, ook
omdat er niet veel van de conjunctuur
wordt verwacht. In de geïndustrialiseer
de wereld mag dan ook van de onderne
mers bij de huidige geringe opleving
aan economische activiteiten niet ver
wacht worden dat zij een wissel op de
toekomst zullen trekken. Dit om zo een
kapitale misrekening te vermijden.
Wil Engeland werkelijk in staat zijn de
voortbrenging van technologisch en
kwalitatief hoogwaardigde produkten te
verzorgen, dan wordt het een halszaak
de inflatiespiraal te doorbreken. Daar
aan behoren de resultaten van het loon-
overleg het hunne toe bij te dragen.
Vooral omdat, zoals bij internationale
vergelijking blijkt, de achterstand op het
terrein van produktie en produktiviteit
toch al weinig reden tot opgewektheid
geeft. Internationaal zal de toekomstige
groei van de wereldhandel voor een
groot deel tot stand komen door een
toenemende vraag naar hoogwaardige
produkten. Om daaraan mee te doen is
Engeland gedwongen haar industriële
structuur te wijzigen. Er behoort dan
ook niet te mild gedacht te worden over
de vier jaar achterstand bij de inflatiebe-
strijding ten opzichte van landen met
een harde valuta zoals Nederland,
West-Duitsland en Zwitserland. Nog
veel inspanning zal noodzakelijk zijn om
de achterstand in te lopen.
De geldontwaarding is tot een aan
vaardbaar niveau terug te brengen door
het nemen van maatregelen als het te
rugdringen van de veel hogere progres
sie in de inkomstenbelasting dan in Ne
derland en het doorvoeren van belas
tingverlagingen om tegemoet te komen
aan een beperking van de looneisen van
de vakbonden. Dramatisch hoog waren
immers de loonexplosies van de afgelo
pen jaren. Het is mogelijk dat de vak
bonden nu eerder bereid zijn tot over
eenstemming te komen nu blijkt dat de
levensstandaard niet langer het kind
van de rekening behoeft te worden.
De Hollandse ziekte
Potverteren, het profiteren van natuur
lijke rijkdommen zodanig dat geen bij
drage wordt geleverd aan de creatie van
produktieve prestaties wordt Nederland
wel verweten bij het gebruik van de
aardgasbaten. Aan de overzijde van de
Noordzee wordt het vermeende typi
sche Hollandse verschijnsel afgekraakt.
Deze negatieve uitleg heeft ook tot doel
de inspiratie op te leveren om zelf tot
oplossingen te komen. Want het luid
bejubelde inhalen van de Noord-
zee-olie-inkomsten begint, hoewel nog
niet verstomd, allengs te verminderen.
Scepsis is dan ook zeker op zijn plaats
nu terecht het optimisme wordt inge-