honderdje Van de bank. Dacht je soms, dat ik een van onze Caransaduizendjes had gewisseld? Hier heb je het krantebericht: het papier voelt vettig aan en het mist de typische klank, die de geoefende geldtelier met een soepele vingerbeweging veroorzaakt.' 19 ruzie en dat is ook onaangenaam. Als ik een typische klank. 'Nee hoor,' zei hij De schrijver die achter dit aardige schetsje schuilgaat kennen wij alleen van naam. We weten echter de bete kenis van zijn pseudo niem, weten dat hij cliënt is bij een van onze banken en ook dat hij tenminste één maal opa is! Natuurlijk geven wij graag ge volg aan zijn verzoek om voor zijn 'luchtige verhaaltje een plaatsje in te ruimen tussen uw gewaardeerde mo netaire beschouwin gen'. De geldzaken worden door mijn vrouw behandeld en dat is maar goed ook. Anders had ik nooit geweten, dat we een vals honderdje in huis hadden. 'Goed nagemaakt, hè?' zei ze. 'Hoe kom je er aan?' Ik maakte een paar soepele vingerbewegingen met het geld er tussen, maar nee hoor, geen typische klank. Dit papier was aardig vettig. Mijn vrouw raadpleegde de krant. 'Het reliëf is bedrieglijk nagebootst nou, dat is duidelijk te zien. En het watermerk is door middel van een speciale druktechniek geïmiteerd, zie je wel?' Ik zag het. Zeven balletjes en een soort harp er boven. 'Dat doet de deur dicht,' zei ik. 'Zo'n slecht watermerk heb ik nog nooit gezien. Vergelijk maar met een echt biljet.' 'Het is pas Sinterklaas geweest. Ik heb nog één briefje van vijf.' 'Ik breng het meteen terug naar de bank,' zei ik resoluut. Onderweg bekroop me de twijfel. Zou de bank het wel terug willen hebben? Als ze me geloofden, moesten ze erkennen dat ze onnauwkeurig te werk gingen. Konden ze dat opbrengen? En als ze me niet geloofden, kregen we nu eens een sigarenwinkel binnenstapte en zes pakjes sigaretten kocht? Nee. Timbeel zou een winkelier belazeren? Dat nooit. Ruzie of niet- ik had de billen gebrand, maar de bank moest op de blaren zitten. Komaan! Aan de balie vouwde ik het honderdje open en legde het neer. 'Dit biljet heeft mijn vrouw hier gekregen,' zei ik. 'Dat kan,' zei de beambte, 'wilt u het gewisseld hebben?' 'Nee,' zei ik, 'het is vals.' De man pakte het op en maakte enkele soepele vingerbewegingen van de geoefende geldtellen Er ontstond direct vriendelijk, 'niets aan de hand.' 'Het papier voelt anders vettig aan,' zei ik slapjes, 'en er staat een heel eigenaardig watermerk in.' Naast mij humde een dikke man. 'Wilt u er toch niet liever vier van vijfentwintig hebben?' vroeg de bank. 'Nou nee,' zei ik royaal. 'Ik vertrouw u graag op uw woord.' 'De wereld is minder slecht, dan u denkt,' zei de dikke man. Ik nam mij voor thuis iemand eens flink de les te lezen. Zoiets onhandigs kan alleen maar een vrouw overkomen Timbeel

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 21