In beginsel kan de VAD-afdracht, zowel rente alleen behoeft te worden betaald vermogensaanwasdeling drijf. In ons voorbeeld betekent dat een verdeling van f 6 600- over 50 werkne mers, zodat ieder f 132 - ontvangt. Het bedrag per werknemer is overigens aan een maximum gebonden. Het kan ten hoogste 3 zijn van het premieplich tige inkomen, wat voor 1977 neerkomt op circa f 1 500,-. Het bedrag daarbo ven wordt alsnog aan het Fonds afge dragen. Ook is afgesproken, dat het bedrag dat aan de individuele werknemers van het bedrijf wordt afgedragen aftrekbaar is voor de vennootschapsbelasting. Dit zou echter betekenen, dat het via de re kensom vorenstaande tabel ook invloed heeft op de af te dragen VAD en dus wederom op de vennootschapsbelas ting. In afwachting van een oplossing voor deze 'vicieuze cirkel' wordt in dit artikel verder geen rekening gehouden met de aftrekbaarheid. In welke vorm? aan het Fonds als aan de individuele werknemers, ter keuze van het bedrijf, plaatsvinden in drie vormen: 1 (certificaten van) aandelen; 2 vermogensaanwasbewijzen; 3 contanten. In het middenbedrijf zal het doorgaans gaan om de twee laatste vormen. Een vermogensaanwasbewijs is een op naam van de houder gesteld schriftelijk stuk, dat tot het daarop vermelde be drag aanspraak geeft op het vermogen van het bedrijf. Het nominale bedrag van een VA-bewijs maakt deel uit van het eigen vermogen van de onderne ming. Het is te vergelijken met een ach tergestelde obligatie: pas nadat alle an dere schuldeisers zijn voldaan, kan men zijn aanspraak geldend maken. Als rente over het VA-bewijs is jaarlijks het reeds eerder genoemde percentage x 2 (1977: circa 10 verschuldigd, althans in jaren waarin winst wordt gemaakt. Deze rente is echter niet aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting. De aan spraken op het VA-bewijs kunnen pas na 10 jaren geldend worden gemaakt, waarbij het bedrijf ze weer kan inkopen. Bij de afdracht van vermogensaanwas deling in contanten is het iets gecompli ceerder. Het Fonds ontvangt haar deel van de VAD het liefst in de vorm van aandelen of VAD-bewijzen. Afdracht in contanten, door storting op een aan te wijzen bank- of girorekening, vindt slechts plaats, indien over de redenen daarvan met het Fonds overleg heeft plaatsgevonden. De contante afdracht aan de individuele werknemers van het bedrijf geschiedt door storting op een voor iedere werknemer afzonderlijk bij gehouden bijzondere geblokkeerde re kening bij een instelling, die tot het be heer van spaargelden is toegelaten. Het zal duidelijk zijn, dat daartoe ook de Ra- bobanken behoren. In tegenstelling tot de gang van zaken bij VA-bewijzen, komt de in contanten uitgekeerde VAD reeds na 7 jaren ter beschikking van de werknemer. De banken zullen overigens ook worden ingeschakeld bij de bewaring van de aandelen (en certificaten) en VA-bewij- zen, als de VAD in die vorm aan de indi viduele werknemers is afgedragen. Be langrijk is voorts, dat in welke vorm de VAD ook is uitgekeerd aan de werkne mers van het bedrijf - daarover nog 15% loonbelasting wordt ingehouden. Het in ons voorbeeld genoemde bedrag van f 132 - per weeknemer is derhalve een bruto bedrag. Netto wordt dit f 112,20. Voor het middenbedrijf luidt dus de vraag of het de VAD afdraagt in VA-be- wijzen of in contanten. VA-bewijzen hebben het relatieve voordeel, dat de als er winst is gemaakt en dat de finan ciële positie (althans de liquiditeit) op korte termijn niet wordt aangetast. Daar staat tegenover, dat de rente hoog is en niet fiscaal aftrekbaar. Het zal duidelijk zijn, dat de keuze tus sen deze twee vormen sterk afhankelijk is van andere ondernemingsplannen. In dien bijvoorbeeld het plan is om een be drag te investeren, teneinde de winstge vendheid van het bedrijf op te voeren, zal niet alleen de VAD-'drempel' van f200 000,- bij de gedachtenvorming worden betrokken, doch zal ook reke ning moeten worden gehouden met het feit, dat bij contante afdracht van de VAD, de investeringsgelden waarschijn lijk geleend zullen moeten worden, ter wijl bij een afdracht in VA-bewijzen de investering uit de 'contanten' kan wor den bekostigd. Het behoeft geen be toog, dat men de invloed van de te ne men besluiten op de solvabiliteit van het bedrijf steeds in het oog zal moeten houden. Nog enkele opmerkingen De regeling van de VAD is zo complex, dat in dit artikel moest worden volstaan met de belangrijkste facetten ervan. Nog enkele punten mogen daarbij niet aan de aandacht ontsnappen. Hoewel het VAD-percentage (1977: 20 een vast percentage per jaar is, werkt het in feite progressief. Met ande re woorden: een bedrijf met een be paald eigen vermogen zal, naarmate de winst hoger is, een hoger percentage van die winst aan VAD moeten afdra gen. Een aspect van de drempel van f 200 000,- is - en dat is nü reeds in de praktijk te zien - een opsplitsing van en kele ondernemingen in fiscale eenheden (meestal B.V.'s), die elk met hun winst de grens van twee ton niet overschrij den. Voor het bankwezen betekent dit vaak een grotere ondoorzichtigheid bij het beoordelen van financieringsaanvra- gen. Conclusie Op basis van de stukken, die tot op het moment van schrijven van dit artikel be kend waren, is de conclusie, dat de VAD voor een groot deel uit het middenbe drijf zal komen. De winst ligt daar im mers in het algemeen boven de drempel en het eigen vermogen heeft de prijsstij ging vaak niet kunnen bijhouden. Toch wordt van het middenbedrijf een belangrijke positieve bijdrage verwacht in de toekomstige groei van de Neder landse economie. Indien wij, zoals vele andere westerse economieën, in de neergang van een lange golf terecht zijn gekomen, moet getracht worden door 'innovatie', het brengen van totaal nieu we produkten, de kansen weer ten goe de te laten keren. Het is bekend, dat juist tot het middenbedrijf ondernemin gen behoren, die met innovaties kunnen komen. Het is daarom te hopen, dat de vermo gensaanwasdeling geen vermindering van investeringen door het middenbe drijf ten gevolge zal hebben, in een peri ode waarin hernieuwde economische groei een noodzaak is om werkgelegen heid te kunnen garanderen en een hoog peil van sociale voorzieningen te kun nen blijven bekostigen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 20