landbouw
beleid wordt
voortgezet
V'
In de Nederlandse poli
tiek hebben de acteurs
hun plaats ingenomen
en er kan een begin
gemaakt worden met
een nieuw bedrijf. Op
het Ministerie van
Landbouw en Visserij
is er geen verandering
en het lijkt erop dat het
beleid van de afgelo
pen vier jaar zonder
een fundamentele wij
ziging zal worden
voortgezet.
In de kring van de landbouworganisaties is het aanblij
ven van minister Van der Stee begroet. Een ervaren
man op landbouw, die bovendien bedreven is in het
onderhandelen met zijn collega's in de Europese Ge
meenschap, betekent dat men met een zeker vertrou
wen de komende prijsonderhandelingen tegemoet kan
zien. Ook zijn positie in het kabinet zal er alleen maar
beter van worden nu de minister van landbouw de
enige is die op zijn post heeft kunnen blijven en samen
met de minister-president het tweetal vormt dat het
ministerschap heeft gecontinueerd. Eén kritische noot
slechts is gekraakt: de betrokkenheid van deze be
windsman bij de zaak van de boeren en tuinders zou er
niet steeds duidelijk uitkomen, al wordt de aanwezig
heid ervan wel verondersteld: hem wordt de raad ge
geven wat meer zelf de boer op te gaan.
Regeerakkoord
Minister Van der Stee heeft na het eerste treffen met
zijn nieuwe collega's verklaard dat hij zijn tot nog toe
gevoerde beleid zal kunnen voortzetten. Wat hem be
treft is dit beleid dus niet afhankelijk van de verande
ring van combinatie van de partijen in het kabinet. In
het regeerakkoord van CDA en WD, dat de grondslag
is voor de huidige coalitie, kan men dan ook niets vin
den dat het bestaande landbouwbeleid in de weg
staat. Wel zal de voorgenomen bezuiniging op over
heidsuitgaven een knellende factor zijn, maar ook het
vorige kabinet stond voor dit probleem waarvan de op
lossing werd uitgesteld totdat de politieke situatie op
klaarde.
De werkgelegenheid staat centraal, ook bij de huidige
regering. In het regeerakkoord wordt gesteld dat in de
land- en tuinbouw de werkgelegenheid zoveel mogelijk
Drs. M. L. de Heer
KJ
behouden dient te blijven. Over het fiscale beleid wordt
gezegd dat het inkomen van de zelfstandige onderne
mers niet alleen voor consumptie kan worden gebruikt
maar ook voor investeringen en reserveringen. Bij de
belasting zal daarmede rekening moeten worden ge
houden en in afwachting van de studie die daarvan
door professor Hofstra wordt gemaakt, zal een 'recht
vaardige' zelfstandigenaftrek worden toegepast. Met
deze zelfstandigenaftrek is door het vorige kabinet een
begin gemaakt; de toevoeging van het woord 'recht
vaardige' doet vermoeden dat men een verhoging er
van op het oog heeft.
Van belang is dat men wil doorgaan met de Wet op de
Investeringsrekening, waarvoor een ontwerp voor de
eerste etappe is opgesteld. Hierdoor zou een systeem
van subsidies op investeringen worden ingevoerd wel
ke subsidies los staan van het inkomen dat de betrok
ken ondernemer verdient. Deze subsidies zouden in de
plaats komen van de bestaande investeringsaftrek en
vervroegde afschrijving, welke laatste buiten de rand
stad van toepassing is.
De bestaande fiscale tegemoetkomingen zetten voor
de ondernemer meer zoden aan de dijk naarmate zijn
inkomen hoger is: doordat de top van het inkomen
wordt afgeknot slaat de progressie van de inkomsten
belasting minder hard toe.
Voorbehoud
Er is nog wel een belangrijk voorbehoud te maken bij
de plannen voor de investeringsrekening. De regels van
de Europese Gemeenschap zouden er weieens een
stokje voor kunnen steken. De belastingen zijn dan wel
nog niet geharmoniseerd, met alle gevolgen voor de
onderlinge concurrentie, maar het geven van subsidies
in plaats van het opleggen van tarieven via de belas
tingdienst betekent dat men op het terrein van de sub
sidiepolitiek komt waar de Gemeenschap althans de
pretentie heeft enigszins regelend op te treden.
Voor de land- en tuinbouw geldt in ieder geval een
subsidiebeleid van de Gemeenschap waaraan de toe
passing van de Wet Investeringsrekening voor de land
en tuinbouw getoetst moet worden. Het ligt voor de
hand dat bij de discussies hierover ook de verschillen-