11 maar het hart van onze organisatie raakt, gaat de heer Klarenbeek graag even op zijn 'specialiteit' in. 'Al is er natuurlijk veel verbreding en va riatie in gekomen, in de kern is ons pro- duktenpakket nog altijd het pakket, waarmee de coöperatieve banken des tijds bij hun oprichting moesten tege moetkomen aan de belangen, die leden en cliënten hun toevertrouwden. Aan de ene kant het kredietbedrijf, van oor sprong met name het landbouwkrediet- bedrijf, en aan de andere kant het spaar- bedrijf. Dat zijn de hoekstenen van ons bedrijf. Onze allereerste taak is en blijft dan ook het verzorgen van een verant woorde bedrijfsfinanciering, en daar naast de verantwoorde financierings- taak tegenover particulieren. Daarbij sluit aan onze taak van het verzamelen van spaar- en andere middelen die voor de financieringsfunctie noodzakelijk zijn. Spaarders en andere beleggers moeten op verantwoorde wijze hun gelden aan ons kunnen toevertrouwen. En gaande weg is het scala van wat wij 'aanver wante diensten' plegen te noemen on misbaar geworden om als volwassen bank je leden en cliënten te bedienen. Wij vervullen onze coöperatieve taak in een concurrentiesfeer. Dat was vroeger anders, omdat de commerciële banken zich toen te goed vonden voor onze le den- en cliëntenkring. Die tijden zijn ver anderd. Bovendien zijn cliënten van de commerciële banken iets gaan zien in de coöperatieve banken. Kortom: con currentie. In beginsel moeten wij daar om met dezelfde commerciële middelen werken, die ook anderen ten dienste staan. Maar als coöperatieve instelling hebben we daarbij toch wel een bijzon der normbesef hoog te houden. We zijn in het leven geroepen om aan reële be hoeften tegemoet te komen. De coöperatieve bank is niet een be denksel van iemand die geld had te be leggen of een kapitaal tot meer waarde wilde brengen, maar een unieke uitvin ding van mensen die er op uit waren om werkelijk van dienst te zijn in omstan digheden waarin men elkaar terzijde moet staan. Dat legt ons ook historisch de plicht op heel goed te kijken naar de werkelijke behoefte van onze cliënten om er zo nauwkeurig mogelijk op in te spelen. Dat is onze bestaansgrond! Voor het blootleggen van die werkelijke be hoeften kan een goed marketingonder- zoek heel nuttig zijn, maar het betekent vooral, dat we verre willen blijven van een sfeer, waarin je als het ware langs de weg van reclame en propaganda be hoeften, pseudo-behoeften, gaat op wekken, om er daarna als de kippen bij te zijn, die tegen een redelijk rendement weer te gaan bevredigen. Ons produk- tenpakket moeten we met grondige oriëntatie ten aanzien van wat werkelijk verlangd wordt, op de cliënt zelf afstem men. Voor ons geldt naast het 'Ken uzelf' een 'Ken uw cliënt'. Dit leek ons een goede verwoording van een 'coöperatief-commerciële' visie. De heer Klarenbeek legde vooral ook nog de nadruk op het belang van de conti nuïteit van de dienstverlening. De tarief stelling moet daarop gericht zijn, maar die continuïteit zien wij ook vanuit het belang van de cliënt. 'Als coöperatieve banken zijn we bereid waar mogelijk te gemoet te komen in situaties, waarin een cliënt het extra moeilijk heeft. Daar van zijn voorbeelden uit het verleden, noodsituaties, denk maar aan perioden van grote regenval en droogte, waarin we niet geaarzeld hebben om tot het ui terste te gaan met de bancaire norm stelling om het voortbestaan van agrari sche bedrijven veilig te stellen. Het coöperatieve bankwezen heeft ook nieuwe juridische constructies uitge dacht, waardoor met de agrarische fi nanciering gebieden betreden konden worden waar tevoren eigenlijk nog geen enkele bank was geweest. Een goed voorbeeld van werkelijke ge richtheid ook op de particuliere cliënt vind ik ons systeem van variabele rente. Dat is typisch een Rabobankprodukt, en komt in feite neer op een tariefstelling, waarbij bank en cliënt allebei aan even lange touwen trekken. Die benaderingswijze klinkt in al onze takken van dienstverlening door, onver schillig of die nu in afzonderlijke rechts personen zijn georganiseerd. Het gaat om het voldoen aan werkelijke behoef ten en om de continuïteit van die voor ziening. Bij de Rabohypotheekbank is dat laatste wel heel duidelijk. Deze toch is bij uitstek er op gericht om de Rabo- bankorganisatie blijvend haar financie ringsfunctie te doen vervullen. En ligt het in verzekeringszaken anders met onze 'filosofie'? We zijn immers geen premie- of provisiejagers en laten ons niet in met de zogenaamde koppelver koop! Dat onze banken 'persoonlijke bank' willen zijn, vindt de heer Klarenbeek een logisch uitvloeisel van hun oorspronke-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 13