wob 'Stichting Pensioenfonds Rabobankor- Kleinbedrijf 1976 is ongeveer een jaar oud. Het zal de meesten van onze lezers wel bekend zijn dat deze beschikking een nieuwe regeling geeft voor de kre dietverlening onder overheidsgarantie aan bedrijven uit de sectoren handel, nijverheid en dienstverlening. Deze be schikking was het ook, die de over heidsgarantie mede toegankelijk heeft gemaakt voor andere bankinstellingen dan de Nederlandsche Middenstands- bank. Een oude kwestie tussen ons en de NMB was daarmee van de baan. Ter zijde: ook op deze plaats onze geluk wensen voor deze bankinstelling die on langs haar 50-jarig jubileum vierde. Zonder bijgedachten! De kredietbeschikking heeft ondertus sen een vrij lange aanloopperiode nodig gehad om in de praktijk te gaan werken. Het duurde tot rond 1 april van vorig jaar, voordat op de eerste aanvragen concreet beslissingen genomen konden worden. Dat is overigehs begrijpelijk. Er moest eerst een Centrale Beoorde lingscommissie door de overheid geïn stalleerd worden; deze moest op zijn taak leren inspelen en de deelnemende banken moesten ook gaandeweg erva ring met de nieuwe procedures en in zicht in normen krijgen, die door de Commissie en door Economische Zaken werden gesteld. De behandelingsduur van de aanvragen blijkt ondertussen nogal te variëren. Al naar gelang het lichtere of zwaardere gevallen zijn, vergt het gemiddeld enke le weken of enkele maanden. Wij me nen er trouwens op te mogen vertrou wen, dat de behandelingsduur van ga rantie-aanvragen in de toekomst nog aanmerkelijk zal worden verkort. Dit in aanmerking nemende, en met begrip voorde noodzakelijke 'inspeeltermijn', is de Kredietbeschikking 1976 een goede zaak voor onze cliënten geweest. Toch hebben wij voor hen onze Bijzon dere Bedrijfsfinanciering (BBF) op onze lijst van financieringsmogelijkheden la ten staan. In een modern en slagvaardig bankbeleid past deze BBF naast de overheidsgarantie. De ervaring wijst im mers uit, dat capabele ondernemers in bedrijven met perspectief soms kampen met een tijdelijk financieringstekort; in vesteringsplannen noodzaken soms tot een snelle beslissing; niet altijd kan op de behandeling van een aanvrage om overheidsgarantie worden gewacht. In zulke gevallen kan onze BBF een wel kom alternatief zijn. Daardoor kan even tueel ook het wachten op de formele overheidsgarantie overbrugd worden, indien men er op mag vertrouwen dat op de aanvraag een positieve beslissing zal volgen. In dit BBF-alternatief zien wij dan ook een bevestiging van het onderzoek dat drie studenten onlangs (geheel buiten ons om) instelden naar het niet-agrari- sche midden- en kleinbedrijf. Hun oor deel was - terecht menen wij - dat de Rabobanken altijd een bijzondere aan dacht voor deze bedrijven hebben ge had en dat het bijzondere karakter van deze bedrijven door de Rabobanken wordt onderkend. PENSIOENFONDSEN ONDERWEG Vorig jaar, in ons oktobernummer, heeft men reeds kunnen lezen, dat de bestu ren van onze beide pensioenfondsen hebben besloten op korte termijn tot éénwording van de fondsen te komen. Dat was een principebesluit; van weers zijden stelden de besturen zich ten doel om langs ordelijke weg te bereiken dat de pensioenen van alle werknemers in onze organisatie, zowel die van de aan gesloten banken als die van de Centrale Bank, bij één pensioenfonds worden on dergebracht. Inmiddels zijn we een stapje verder. Niet alleen heeft de Verzekeringskamer geen bezwaar tegen de gedachte fusie, maar ook hebben in een gezamenlijke verga dering van december de beide besturen ieder het formele besluit genomen, waarop straks de eenwording kan wor den gegrond. Straks beter is nog te zeggen: eventueel. Want beide beslui ten zullen alleen dan van kracht worden, indien bepaalde voorwaarden worden vervuld. Met dat laatste wordt met name gedoeld op het verkregen zijn van de statutair voorgeschreven instem ming van de banken, de Centrale Bank en van de deelnemers. Eerst wanneer die instemming verkregen is, zullen de beide besluiten uitgevoerd kunnen wor den. De procedure is dus op gang. Wij zullen er niet op vooruit lopen, maar ieder die er mee te maken krijgt zal moeten er kennen dat het - zoals wij eerder schre ven - een 'bewerkelijke operatie' is, ze ker voor de dagelijkse leiding van onze fondsen. Formeel is het ook een ingrijpende ope ratie. Worden de besluiten immers sta tutair bekrachtigd, dan zal de Stichting Pensioensfonds Centrale Rabobank op gaan in haar zusterfonds, de Stichting Pensioenfonds Rabobanken. Deze zal dan met nieuwe statuten en reglemen ten, maar met behoud van de vertrouw de afkorting SPR, haar iets langere nieu we naam moeten gaan waarmaken: ganisatie'. Het woord is thans aan de banken en de deelnemers.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 7