gesprek met ir. p. j. lardinois Kiest u partij in de controverse over de appreciatie van de gulden? Niet in de zin van de devaluatie of reva luatie. Daarover wordt al vaak te veel en te gemakkelijk gesproken. Maar wel ben ik voorstander van zo vast mogelijke muntrelaties, in het bijzonder in Euro pees verband. Daarom heb ik bij de uit reiking van de Sijthoff-prijs een pleidooi gehouden voor handhaving en zo moge lijk verbreding en verdieping van het be staande muntakkoord tussen Duitsland, de Benelux en de Scandinavische lan den. In de huidige periode van recessie, waarin de landen weinig mogelijkheden hebben voor echte vooruitgang in de Europese samenwerking, moeten we er voor oppassen dat we geen afbreuk doen aan de conceptie van de eenheids- markt en vooral dat we niet te lichtvaar dig overheidsingrijpen in de plaats stel len van markteconomie. Dat wil niet zeggen, dat je maar Gods water over Gods akker moet laten lopen. Ik ben ook geen tegenstander van meer planning maar ik vind wel, dat die planning meer Europees gericht moet zijn en ook mede door de Europese organen moet worden bepaald, c.q. beïnvloed. Maar u accepteert wel een tijdelijke, be perkte Europese protectie Ja, die accepteer ik, bijvoorbeeld op het gebied van textiel of staal, en er zijn nog wel een paar sectoren te noemen, Maar dan alleen om erger te voorkomen, om als het ware de nationale regeringen binnen Europees verband tegen zichzelf te beschermen. Ook een nationale kat in het nauw kan rare nationale sprongen maken! Zo'n protectie is heel wat an ders dan 'beggar my neighbour': het is een stuk overleg, waarbij je van twee kwaden het minste kiest. U gelooft niet in het stimuleren van de vraag als pepmiddel voor onze econo mie? Toch wel, maar dat moet dan ook weer gebeuren op Europese schaal of liever nog op wereldschaal. Nationaal haalt het niet zoveel uit. Ik zie het vooral als een onvolkomenheid in ons land, dat de overheid het exporterende bedrijfsleven niet positiever, scherper en sterker be geleidt. Openheid en koopmanschap zijn mee de sterkste punten van ons volk. Laten we dat uitbuiten door een alerte opstelling bij de export. Daar heeft men in het buitenland ook geen bezwaar tegen; de andere regeringen zijn daarmee vaak al veel verder dan wij, met name op het gebied van het kwe ken van handelsrelaties, wervingscam pagnes, tentoonstellingen enz. Dit moet gepaard gaan met meer research, meer innovatiestimulering van het bedrijfsle ven. Laten er geen goede ideeën in de la blijven liggen, omdat er geen geld is ze te ontwikkelen! Overigens, ik ben niet tegen de WIR. Die investeringsrekening is in beginsel niet veel anders dan het geven van belastingfaciliteiten. Maar het is wel een methode die in het bui tenland verkeerd kan vallen. Je moet heel goed oppassen, dat je van die kant geen reacties krijgt, die moeilijk onder controle te houden zijn. Dat moeten we voorkomen, door voor de WIR de steun en de instemming van de Europese Commissie te krijgen. Om nog even op uw vraag terug te komen, ik vind nog steeds dat wij voor Nederland in de huidige fase, naast de werkloosheidsbestrijding, prioriteit moeten geven aan inflatiebestrijding. Daarbij is een selectieve verruiming van de vraag op zijn plaats, met de nadruk op selectief. Algemene bank met een kern Hoe vindt u de coöperatieve onderne mingsvorm nu u die in de praktijk mee maakt? Ik heb sinds ik in deze functie zit dit jaar zeker 25 lezingen gehouden. Voor alle mogelijke clubs, zowel voor boeren, fa brikanten, de jeugd en allerlei organisa ties uit het bedrijfsleven. Nee, voor werknemersorganisaties niet, maar als ze me zouden uitnodigen, zou ik komen ook! Mijn eerste toespraak was echter in Emmeloord over de coöperatie. Welnu, ik geloof te mogen zeggen, dat voor de agrarische sector evenals voor het bankwezen de coöperatie zich in ons land tot een zeer belangrijke en zeer stabiele ondernemingsvorm heeft ont wikkeld. Dat zij buiten de agrarische sector nauwelijks betekenis heeft gekre gen, is jammer. Dat komt m.i. mede om dat de agrarische sector de bestuurs kracht heeft kunnen opbrengen om zo'n coöperatief proces te begeleiden. De boer voelt zich lid van een gemeen schap, maar de Nederlandse boer is ook koopman, veel meer dan de Franse of Duitse boer. Een koopman hoeft niet al leen op korte termijn beslissingen te ne men, het kan ook 'kaufmannisch' zijn om een besluit te nemen, dat eerst op lange termijn effect heeft. Daaraan is vooral te danken, dat de coöperatie in ons land tot bloei is geko men. Wij als Rabobankorganisatie wil len onze oorspronkelijke opdracht waar maken. In de kern is dat voor mij op de eerste plaats de zorg voor onze bedrijfs- leden, in de landbouw, het midden- en kleinbedrijf en daarbuiten. Om die kern activiteit goed te doen moet je er tege lijk voor zorgen, dat je als een algemene bank alle diensten kunt leveren. In mijn vorige loopbaan heb ik de stabi liseringsfunctie dikwijls de kern van onze agrarische politiek genoemd: zo wel de verbruiker als de producent be schermen. Die gedachte staat mij ook in mijn huidige functie voor ogen; ze sluit ook goed aan bij de aard van de coöpe ratie. Het betekent in concreto bijvoor beeld dat je als bank in een tijd van kre dietbeperking bewust voorrang geeft aan bedrijfskredieten, zelfs als er lucra tievere of veiliger uitzettingen te vinden zijn.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1978 | | pagina 12