Nee, dat geloof ik niet. Ik bedoelde al
leen te zeggen, dat als de banken straks
in de praktijk voor bepaalde maatrege
len komen te staan die uit het plan
voortvloeien, er misschien wel eens be
denkingen kunnen rijzen. Ook dat is dan
niet erg, want het beleidsplan wordt im
mers ieder jaar bijgesteld.
Wat organisatorische hoogtepunten -
in mijn ogen althans - betreft, wijs ik
ook op de beslissingen die genomen zijn
betreffende de huisvesting van de Cen
trale Bank in Utrecht: de overname van
het Gildenkwartier in Hoog Catharijne
en de aankoop van een bouwterrein aan
de Croeselaan. Dat is toch ook van be
lang voor de hele organisatie. Evenzo
het lanceren van de Unico Banking
Group en in december het beginselbe
sluit tot participeren in Van Lanschot's
bank.
Verder is het rapport van onze subcom
missie financiële verhoudingen een stuk
dichterbij gekomen, al is dit een hoogte
punt voor begin 1978. Ik geloof dat dit
rapport de organisatie beslist niet zal
teleurstellen. Dit wil niet zeggen, dat
iedereen opeens zijn dierbaarste wen
sen allemaal vervuld zal zien. Natuurlijk
niet.
Maar dat er een aantal suggesties in
voor zullen komen, die goed zullen val
len bij de aangesloten banken, daarvan
ben ik overtuigd.
kunnen plaatsen. Dat zou juist zijn, als
we dan toch nog concurrerend konden
blijven werken. Maar dat is beslist niet
het geval. Als we in de automatisering
niet gelijk opgaan met onze concurren
tie - ik denk hier in het bijzonder ook
aan de gelddiensten van de PTT - is er
geen sprake meer van groei, maar van
achteruitgang, hetgeen op den duur ook
voor het personeel zijn nare gevolgen
zou hebben.
Het zou me niet verbazen
Bent u tevreden over de uitbouw van
onze buitenlandse activiteiten? We den
ken daarbij ook speciaal aan de Unico
Banking Group.
Wordt er binnenskamers ook aan regio
nalisatie gesleuteld?
Dat is ook zo'n zaak, die we nu op de
rail hebben gezet en die in 1978 - ik
denk omstreeks het najaar - weieens
tot vrij belangrijke beslissingen kan lei
den. Een stuurgroep onder leiding van
mijn collega uit het presidium, de heer
Bakx, is er mee bezig. Overigens moe
ten we niet verwachten dat dat een re
volutie zal betekenen vergeleken bij het
huidige systeem. Het gaat om een ver
sterking van de brug, zo kun je het zeg
gen, tussen Centrale Bank en aangeslo
ten banken. Het ligt gewoon in het ver
lengde van onze huidige werkwijze: we
willen dichter bij elkaar komen.
Hebben de Mercurius-publikatie en be
schuldigingen u onprettig getroffen?
Ja, ik moet zeggen, dat was de grootste
narigheid die ik dit jaar heb meege
maakt. Het was een stukje bedrijfsspio-
nage, waarvan zacht gezegd een onjuist
gebruik is gemaakt. Want wij zitten niet
in een situatie, dat we door te automati
seren een hoop bestaande arbeidsplaat
sen in gevaar brengen. Integendeel, ik
verwacht dat we desondanks en ver
moedelijk juist daardoor in de komende
tien jaar ons personeelsbestand nog
flink zullen zien groeien. Natuurlijk kun
je het standpunt innemen, datje zonder
automatisering nog meer personeel zou
De Unico Banking Group moet je zien
als een instrument, een overlegorgaan,
voor ons en onze partners om het we
derzijdse zakendoen te bevorderen. Je
kunt zeggen, dat dat nu al tot ons za-
kenvolume bijdraagt. De verwachting is
dat als we allengs meer op elkaar inge
steld raken, de resultaten in toenemen
de mate beter zullen worden. De Unico
Banking Group is ook geen concurrent
van ons eigen buitenlands bedrijf; hij ligt
als het ware in het verlengde daarvan.
Ik vind het tempo, waarin onze buiten
landse activiteit zich ontwikkelt, zeker
niet onbevredigend. Onze know how en
vooral ook onze menselijke capaciteit is
in '77 weer duidelijk toegenomen. En als
ik dan kijk naar de nieuwe Unico Bank
ing Group, naar de deelname in Van
Lanschot - wat extra potentie ook voor
het buitenlandse bedrijf geeft naar het
bevredigend financiële resultaat van Ra-
bomerica en naar de zeer positieve ont
wikkeling van onze deelname in London
Continental Bankers, dan moet ik zeg
gen, dat de vaart er krachtig in zit.
Zouden er eind 1978 voor het eerst per
soneelsleden van de Centrale Bank in
het buitenland gevestigd zijn?
Dat weet ik nog niet. We zullen begin
1978 waarschijnlijk wel weer enkele
nieuwe ontwikkelingslijnen trekken.
Maar het zou me niet verbazen, wan
neer we eind 1978 toch een paar eigen
mensen in het buitenland hebben. Ik
denk dan niet direct aan eigen vestigin
gen, maar wel aan vestigingen met ban
ken of in banken, waar we nauwe rela
ties mee onderhouden.
Wat is de achtergrond van de deelname
in Van Lanschot?
Allereerst, zie het niet als een nieuwe
lijn, waarachter zich weer nieuwe mo
gelijkheden tot overname voordoen.
Zo'n gelegenheid is eenmalig: De Ne-
derlandsche Bank zou trouwens geen
toestemming geven als we van zo'n
deelname een 'gewoonte' wilden ma
ken. Deze stap past echter wel geheel
bij onze doelstellingen. We hopen die
nu versneld te kunnen verwezenlijken.
Positief, je mag ook zeggen offensief,
ten aanzien van de whole sale sector,
want bedrijven veranderen nu eenmaal
niet zo maar van bankrelatie. In dat op
zicht versterkt Van Lanschot ook onze
defensieve positie. En als ik bedenk, dat
Van Lanschot een relatief groot buiten
lands bedrijf heeft, dan is duidelijk dat
we om ons te kunnen handhaven en om
liefst ook te groeien, de kans om deel te
nemen in een bedrijf met de standing
als Van Lanschot niet lichtvaardig
mochten voorbij laten gaan. Overigens
blijft Van Lanschot helemaal een onaf
hankelijke marktpartij. Ze blijft dus ook
in concurrentie met onze organisatie.
Dat kan spanningen geven, maar die
zullen door onderling overleg onder
controle gehouden kunnen worden. En
vergeet niet, dat je elkaar op een gege
ven ogenblik ook zult kunnen helpen,
vooral omdat onze bankbedrijven voor
een groot gedeelte elkaar aanvullen.
Ook dat zou me niet verbazen.
Geen 'dutch desease', maar wel
meer discipline en alert zijn nodig.
Hoe beoordeelt u de economische toe
stand van ons land?
Economisch gezien neemt Nederland
naar mijn mening nog altijd een sterke
positie in. De enigen die deze positie
wezenlijk kunnen ondermijnen zijn wij
zelf: gebrek aan discipline, onnodig ver
scherpen van verhoudingen, door een te
lichtvaardig accepteren van uitgaven,
die tot (verdere) inflatie leiden. Ik zie
geen enkele fundamentele reden waar
om onze economie niet gelijkwaardig
zou kunnen zijn aan de Duitse, behalve
dan wanneer we in gewone burgerlijke
discipline tekort zouden schieten. Daar
om accepteer ik ook niet dat geschrijf in
Britse en Amerikaanse bladen over een
'dutch desease'. Ik meen, dat we door
bijstelling van beleid op een groot aan
tal punten in beter vaarwater kunnen
komen en ook onze internationale posi
tie kunnen versterken. Dit kleine land
heeft een groot potentieel