wob wob langer tijd een gewichtige beslissing moet nemen, bereidt deze weloverwo gen voor. Het 'geheime' stuk van Mer- curius was één van de vele discussie rapporten, die er reeds zijn of nog zullen komen alvorens er een voldoende basis is om een oordeel te vormen, leder zal begrijpen, dat naast de technische mo gelijkheden, die met alternatieven door specialisten kunnen worden uiteenge zet, er vele andere, even belangrijke as pecten in beschouwing genomen moe ten worden. Zo zijn, om een voorbeeld te noemen, onze automatiseringsge dachten reeds door een extern advies bureau geëvalueerd, waarbij juist op het punt van personele besparingen vraag tekens gezet zijn. Automatisering is een zeer complexe zaak. Pas als alle kanten daarvan grondig bekeken zijn, kan een bedrijf conclusies trekken en na overleg zeker ook met de eigen onderne mingsraad - een besluit nemen. 'Onze plannen zijn nog verre van defini tief,' waarschuwde reeds de heer Van Eldik. Hij heeft echter in alle openheid aangegeven in welke richting de moge lijkheden liggen. En als er één ding uit zijn artikel blijkt, dan is het wel zijn zorg voor het voorkomen van bijverschijnse len, die ongunstige personele conse quenties hebben. 'Winst vertalen in werkgelegenheid'. Akkoord, mits we maar niet vergeten, dat het niet altijd kan en ook niet altijd wenselijk is. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid wees daar onlangs nog op in haar rapport 'Maken wij er werk van?'. We graven nu eenmaal geen kanalen meer op de schop. Dat is zinloos. Even zinloos is de gedachte dat een bankinstelling de hui dige enorme massaverwerking van ge gevens met de hand zou laten geschie den. Dit is een onmogelijkheid. Wij moeten ons bedrijf, in het belang van ons eigen voortbestaan en evenzeer in het belang van een goede bediening van onze cliënten, op een zo efficiënt moge lijke wijze inrichten, ook met behulp van de moderne automatiseringsmiddelen. Dat alleen, en niet de wens tot afrem men van het personeelsbestand of zelfs tot inkrimping daarvan, is het motief achter onze plannen. Zouden we echter thans de automatisering laten liggen, dan zou ons pas terecht een verwijt ge maakt kunnen worden: de werkgele genheid zou door ons verzuim al meer op de tocht komen te staan. De maatschappelijke verantwoordelijk heid weegt ons zwaar bij onze automa tiseringsgedachten. Voor de werkgele genheid zien wij echter geen enkele re den tot onrust. Van inkrimping zal geen sprake zijn, noch door ontslag noch door stille afvloeiing. Wij rekenen eerder op een doorgaande groei van het personeelsbestand, mis schien minder onstuimig dan de laatste jaren - de druk moet wat van de ketel - maar gezien de honderden thans open staande vacatures en een groeiprogno se van ca. 3 000 voor de komende drie jaar, toch een groei die zeer substantieel is: tien procent van de groei van de nati onale werkgelegenheid zoals het Cen traal Planbureau die voor de komende drie jaren voorziet! Alle personele consequenties zijn nog niet te overzien, schreef de heer Van El- dik. Juist daarom ook worden de plan nen bezien en gewogen en zullen ze met onder meer de Ondernemingsraad en alle verdere betrokkenen worden be sproken. Juist daarom ook zullen auto matiseringsplannen fase na fase, stap voor stap uitgevoerd moeten worden, zodat de gevolgen voortdurend onder ogen gehouden worden en er met be langhebbenden overleg gevoerd kan worden. Wij achten het bij dit alles zeer wel mogelijk, dat ook een toekomstige automatiseringsontwikkeling niet alleen de doelmatigheid zal bevorderen, maar ook zal leiden tot een verdere verbre ding en verdieping van het dienstenpak ket. Een positief effect daarvan op de werkgelegenheid mag zeker niet op de voorhand worden uitgesloten. LONDEN EN AMSTERDAM De Londense persconferentie, waarop de Unico Banking Group eind oktober jl. ten doop gehouden werd, heeft aan deze zijde van de Noordzee een klein, voor ons onaangenaam, staartje gehad. In een paar niet zo vriendelijke regels raakte Vrij Nederland ons scherp, omdat wij de Nederlandse pers genegeerd zou den hebben door deze niet op gelijke wijze als de Londense te hebben geïn formeerd omtrent 'de nieuwste Rabo- schepping'. Nu kunnen wij natuurlijk aanvoeren, dat de Unico Banking Group hoogstens voor een zesde deel onze schepping is. We kunnen er op wijzen dat onze vijf partners in eigen land ook geen aparte persconferentie belegd hebben. We kunnen de keus van Londen verdedigen om dat we ons deze eerste keer geza menlijk als eenheid in het belangrijkste financiële centrum van Europa wilden presenteren. We kunnen zelfs vertellen dat alle in Londen gevestigde Neder landse journalisten persoonlijk zijn uit genodigd. Dat alles neemt niet weg dat wij de kern van de kritiek van VN accep teren. Het secretariaat van de Unico Banking Group wordt immers in Amsterdam ge vestigd - waaruit reeds blijkt hoe hoog deze stad ook bij ons en onze partners als financieel centrum genoteerd staat- en het is begrijpelijk dat de Nederlandse financiële journalisten daarom hadden rfiogen verwachten dat de Unico Bank ing Group zich gelijktijdig met Londen ook bij haar ter eerste kennismaking zou aandienen. Dat is helaas niet gebeurd. Ons verzuim hopen wij in de toekomst te kunnen doen vergeten. Jammer is dat VN zijn kritiek in zo zure bewoordingen uit. Beweringen als zou den wij hooghartig ons verdraaid weinig aantrekken van degenen die hier te lan de met ons te maken hebben zijn - ook al is het tegendeel waar - niet alleen moeilijk weerlegbaar, maar doen ons ook twijfelen of ons mea culpa goed bij VN zal overkomen. Wij hopen dat dit wel het geval zal zijn bij anderen uit journalistieke kring, die zich tegen onze bedoeling door de Londense eenzijdig heid enigszins te kort gedaan mochten hebben gevoeld. En tot slot, speciaal aan het adres van VN: de uitnodiging, die wij voor onze voorjaarspersconferentie jaar voor jaar ook aan dit blad sturen, pleegt al jaren onbeantwoord te blijven. Mogen wij daarom een vertegenwoordiger van VN bij de binnenkort volgende gelsgenheid verwelkomen? DROGREDEN RECHTGEZET Als zelfs een haast chronische kabinetscrisis het publiek nauwelijks meer kan prikkelen, wat moet je dan nog aan de 'Postbank'-kwestie toevoe gen? Ook deze zaak sleept allang en de argumenten pro en contra zijn al vele malen gehoord. Ééntonig van de zijde van de minister, meertonig van de zijde van de banken. Toch vragen we hier even aandacht voor het commentaar, dat drs. Van Eldik, lid van onze Hoofddi rectie, vorige maand bij de opening van het vernieuwde hoofdkantoor van de Rabobank Apeldoorn, op het wetsont werp Staatsbank gaf. Er wordt, aldus de heer Van Eldik, met een onzuiver argu ment voor de Postbank gepleit. Hij doelde daarmee op de nadruk waar mee sinds jaar en dag de voorstanders van het samengaan van de RPS met de gelddiensten van de PCGD gewezen hebben op de noodzaak om door zo'n staatsbank de concurrentie in het bank wezen te stimuleren en te vergroten. Een redenering die voor elke kenner van de concurrentieverhoudingen in het bankwezen van werkelijkheidszin ge speend is en die daarom ook niet houd baar is als achtergrond van het wets voorstel. De heer Van Eldik meent dan ook, dat we die achtergrond als het ware om moeten draaien: Niet een ge brek aan concurrentie, meer juist het feit, dat de RPS en de PCGD de grote vervolg op pagina 10

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 7