wob
wob
voorgaande jaren wel al eens gebezigd,
voor 1977 is deze echter meer dan ooit
van toepassing.
Van de andere kant kan men zich na
tuurlijk afvragen of bij een politieke mo
gelijkheid om wel iets te doen de eco
nomie en de economische vooruitzich
ten zich zoveel beter zouden hebben
ontwikkeld als het geval is geweest. Het
Kabinet-Den Uyl koesterde vooral hoge
verwachtingen van de Wet inzake de In
vesteringsrekening (WIR) waarmee de
invoering van een premiestelsel ter sti
mulering en beïnvloeding van de be
drijfsinvesteringen werd beoogd. Deze
verwachtingen waren echter in het ge
heel niet door ervaringsgegevens onder
bouwd. Daarom liepen de meningen
over het effect van de WIR op de inves-
terings- en werkgelegenheidsontwikke
ling in bredere kring nogal sterk uiteen.
Opmerkelijk is ook dat vooralsnog geen
duidelijke negatieve gevolgen van het
uitblijven van ingrijpende beleidsmaat
regelen in 1977 zijn terug te vinden in
een aantal belangrijke graadmeters voor
onze economie. Terwijl in de jaren 1971
tot en met 1976 geen sprake was van
een opgelegde passieve houding in het
sociaal-economisch beleid, liep de
werkloosheid alsmaar op, werd de in-
vesteringsanimo gaandeweg steeds
minder en nam de inflatie, uitgezonderd
in dat laatste jaar, steeds ernstiger vor
men aan.
Wat we in 1977 zien is dat de werkloos
heid voor het eerst sinds lange tijd niet
verder is opgelopen, dat de investerin
gen duidelijk zijn aangetrokken en dat
de inflatiebestrijding vruchten begint af
te werpen.
Helaas echter vallen deze lichtpuntjes
pas op omdat het beeld voor het overige
donker bleef. Van een zich aankon
digend ochtendgloren is nog geen spra
ke. Een bevestiging hiervoor is onder
andere te vinden in de exportontwikke
ling. Een daling van de goederenuitvoer
met 1 bij een groei van de wereldhan
del met 4 is toch wel een teken aan
de wand. Dit duidt erop dat onze inter
nationale concurrentiepositie danig is
verzwakt. Deels is dit een gevolg van de
waardestijging van de gulden op de va
lutamarkten, de prijs voor onze aardgas
rijkdom. Anderzijds heeft de loonkos
tenstijging sinds het midden van de zes
tiger jaren hierbij een rol gespeeld.
Deze problematiek is in het bijna voor
bije jaar vooral in de kring van economi
sche wetenschappers wederom in alle
toonaarden bezongen. Opmerkelijk
daarbij was een zekere terreinwinst
voor diegenen die de relatie meer winst
leidt tot meer werk menen te moeten
bestrijden. Vooralsnog lijkt deze terrein
winst echter meer te maken te hebben
met ideologische sympathieën dan met
het resultaat van objectieve weten
schapsbeoefening. Dat in een markt
economie winst voorwaarde is voor werk
is niet voor discussie vatbaar. De pro
blemen waarmee vele bedrijven en be
drijfstakken te kampen hebben vloeien
niet voort uit een overvloed, maar uit
een gebrek aan winst. Daarom is de ver
dere verslechtering van de rendementen
van bedrijven in 1977, getuige de stij
ging van de zogenaamde arbeidsinko
mensquote ernstig te betreuren. Voor
een nieuwe regering is het, wanneer
men werkelijk iets wil doen aan de be
strijding van de werkloosheid, op de
eerste plaats zaak dat men de bedrijven
in de rendementssfeer weer wat meer
lucht geeft.
RABOBANK EN AUTOMATISERINGS
ONTWIKKELINGEN
Nauwelijks was ons vorige nummer met
een beschouwing van drs. Van Eldik
over automatiseringsontwikkelingen
verschenen of de kranten stonden vol
met verontrustende berichten: 6 000
banen op de tocht. Niet ons artikel was
daaraan debet, maar een publikatie van
de NW-bond Mercurius, waarin, ge
bruikmakend van een hoe dan ook ver
worven 'geheim rapport', vrijpostig de
registers der inlegkunde werden open
getrokken.
Over dit incident willen wij kort zijn. De
handelwijze van Mercurius achten wij
beneden de maat. Daargelaten of men
een door vrije nieuwsgaring in handen
gekregen intern discussiestuk naar ei
gen inzicht meent te mogen gebruiken,
had van een verantwoordelijke vakbond
verwacht mogen worden dat zij zich
eerst tot ons om informatie en com
mentaar had gewend. Dit zou onjuiste
publikatie hebben kunnen voorkomen,
en wellicht Mercurius ervan weerhou
den om op zo'n wankele basis met pa
niek zaaiende kreten te komen.
leder groot bedrijf, dat over korter of
Deze prachtig gerestaureerde historische panden - links 'De Gulden Hopsack'- be
horen tot het gebouwencomplex te 's-Hertogenbosch waarin F. van Lanschot Ban
kiers is gevestigd.
Zoals deze maand bekend werd, zijn thans onderhandelingen gaande met het doet
te komen tot een minderheidsparticipatie van de Centrale Rabobank in het kapitaal
van Van Lanschot's Beleggingscompagnie B.V. De betrokken Ondernemingsraden
en De Neder/andsche Bank zijn hiervan op de hoogte, terwijl de onderhandelingen
plaatsvinden in nauw overleg en met instemming van de National Westminster
Bank in Londen, die sedert 1973 een belang van 25 in het kapitaal van F. van Lan
schot heeft.
Het ligt in de bedoeling de kapitaalbasis van F. van Lanschot te vergroten met het
oog op de voortgaande expansie. Daarbij zal worden gewaarborgd, dat de eigen
identiteit en de onafhankelijke marktpositie van F. van Lanschot Bankiers worden
behouden.