Wanneer dit nummer van de 'Rabobank' verschijnt loopt het jaar 1977 snel ten einde en staan we weer voor het begin van een nieuw jaar. De tijd rond de jaarwisseling met z'n lange avonden en feestdagen geeft makkelijk aanleiding nog eens na te gaan wat het voorbije jaar ons bracht en welke ontwikkelingen zich in ons leven en ons werk hebben voorgedaan. In een bankorganisatie als de onze worden de resultaten berekend en wordt de balans opgemaaakt. Bij een nabeschouwing over de gang van zaken van onze Rabobankorganisatie in het afgelopen jaar valt het op, dat de in 1976 bereikte zeer sterke groei van het bedrijf van de totale organisatie, zich in 1977 onverminderd heeft voortgezet, ondanks de kredietbeperkende maatregelen van De Nederlandsche Bank en de mede daaruit voortvloeiende interne liquiditeitsregeling. Onze organisatie is er ook in het afgelopen jaar in geslaagd haar positie in de meeste sectoren van het bankbedrijf te handhaven of zelfs nog te versterken. Het balanstotaal van onze gehele organisatie zal met ongeveer 18 stijgen en daarbij dicht in de buurt komen van f 60 miljard. Ook het resultaat - hoewel relatief misschien wat lager dan in 1976 - is heel bevredigend. De in groei- en winstcijfers uitgedrukte bedrijfsresultaten alleen, zijn echter niet voldoende om te kunnen vaststellen of onze coöperatieve bankorganisatie aan haar doelstellingen heeft voldaan. Natuurlijk zijn groei en winst ook voor onze organisatie onontbeerlijk; maar dat is niet alles. Er zijn nog andere maatstaven, die wij moeten aanleggen om de resultaten van onze coöperatieve bankorganisatie te meten In dit verband noem ik o.a. de wijze waarop, en de mate waarin onze organisatie erin is geslaagd aan leden en cliënten die diensten te verlenen, die van haar verwacht mogen worden. Belangrijk in dit verband is ook, dat er goede verhoudingen bestaan tussen centrale bank en aangesloten banken; dat er een goed wederzijds vertrouwen bestaat; dat de medewerkers zich betrokken voelen bij hun bank en er met plezier kunnen werken; m.a.w. de onderlinge verhoudingen, de sfeer, 'het klimaat' in de organisatie zijn mede bepalend bij de waardering van de resultaten van onze organisatie. Uit eigen waarneming heb ik mogen constareren, dat 'het klimaat' goed is in onze organisatie. Dat kwam heel duidelijk tot uiting in onze Algemene Vergadering, in de Centrale Kringvergadering en vooral ook in de kringvergaderingen, waar de leden van besturen, raden van toezicht en directeuren van aangesloten banken hebben kunnen discussiëren met de vertegenwoordigers van de centrale bank. Meer dan ooit is mij gebleken, dat er een goede geest heerst in onze organisatie en dat er een grote eenstemmigheid bestaat over het te voeren beleid. Dit jaar is in onze organisatie voor de eerste keer een beleidsplan behandeld en vastgesteld, dat gericht is op de komende drie jaren. De besprekingen in kringen en Centrale Kring wettigen het vertrouwen, dat dit plan, gedragen door en bedoeld voor onze gehele organisatie, een belangrijk middel zal zijn voor het bepalen van het toekomstig beleid. r Alles overwegende kom ik tot de conclusie, dat de 'globale' balans over 1977 bevredigend mag worden genoemd. Daarvoor past een woord van erkentelijkheid jegens al degenen, die met grote inzet en enthousiasme hebben medegwerkt om dit mogelijk te maken. Er is hard gewerkt in 1977 en met succes! Vanuit een goede positie kunnen we met vertrouwen het nieuwe jaar tegemoet treden. Tot slot wil ik niet nalaten van deze gelegenheid gebruik te maken om alle lezers en lezeressen goede en prettige feestdagen met Kerstmis en de jaarwisseling toe te wensen en vooral ook een gelukkig en voorspoedig 1978. Mertens

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 4