gesplitst om een zelfstandig bestaan te gaan leiden als Coöperatieve Raiffeisen- bank. Per 1 oktober fusioneerden de Coöperatieve Boerenleenbank en de Coöperatief Raiffeisenbank en gaan dus nu verder als Coöperatieve Rabobank W.A te Oudewater. Terugblikker put nu enkele gegevens uit de notulen van de 'oudste' namelijk de Boerenleenbank en leest dat blijkbaar in 1912 een voorstel is gedaan om aan be stuurders een vergoeding te geven, maar in 1913 deelde 'de Prezedent mede aan de voorsteller en onder dank zegging aan Zijn Edl. dat zij geen Salaris wenschen te genieten'. De geestelijk adviseur, de Z.E. Heer Pie- terse stelde dat wel op prijs maar stelde voor om bij het 12Vi-jarig bestaan van de bank aan bestuur en raad van toe zicht een uitstapje onder blanko krediet aan te bieden. De vergadering kon niet veel anders doen dan daarmede (onder applaus) in te stemmen. Potverteren De concurrentie sliep beslist niet. Er kwam een schrijven van de Centrale Middenstands Bank in om aldaar de gelden te deponeren. Breedvoerige be spreking daarvan met als conclusie dat men dat niet mag doen voor de Centrale Bank (te Eindhoven) maar bovenal meent men dat, als men aangesloten is bij de Centrale Bank, ook 'hunnen rich ting moet volgen'. En wat zullen wij doen met de blijk baar fiks groeiende - pot van de kwar tjes die als boete worden geheven voor verzuimde vergaderingen? In het reser vefonds of 'om de kwartjes op te sparen om zoodoende een potje te maken en dan bij gelegenheid onder elkander te verteren'. Dat laatste leek aantrekkelijk maar kon er aanleiding toe geven dat men de vergadering gaat verzuimen: 'omdat hij weet dat er later toch nog wat voor het kwartje genooten wordt'. Een sterk argument inderdaad, maar de geestelijk adviseur vindt dat zoiets niet bij een Raiffeisenbank thuis behoort en dat het boetegeld in het fonds moet ko men. In 1914, enkele maanden na het uitbre ken van de wereldoorlog kon het 'hoofdbestuur' (d.i. de Centrale Bank) berichten dat het betalingsverkeer, zon der enige beperking, hervat kon worden nadat veiligheidshalve enkele maatre gelen waren genomen om een moge lijke stormloop op de banken te voorko men. 1916 was het jaar van de zoveelste sta tutenwijziging. De goedkeuring blijkt uit een groot blad vol handtekeningen. Handtekeningen met geoefende handen energiek maar ook vele, geschreven door oude handen en handen die beter weten te werken met gereedschappen en vee en werktuigen dan met breek baar schrijfmateriaal. De tijden werden moeilijk en duur en ook de taak van Kassier werd veelom vattend. Het 'zat Z.Edl. dan ook wel een beetje scheef' dat het Centraal Bestuur een salarisverhoging niet wilde goed keuren. Gelukkig hadden bestuur en raad van toezicht dit wél goedgekeurd en daarin zag Kassier een duidelijk blijk van waardering en 'zal hij niettegen staande de houding van het Centraal Bestuur' in functie blijven. Bovendien heeft de Directeur aan dit bestuur een flinke brief geschreven. Men wil het er niet bij laten zitten. 1920 was het sterfjaar van Vincent van den Heuvel, de industrieel uit Geldrop, waarover in Rabobank nr. 12 van 1973 iets werd geschreven. Hij was een van de grote voorvechters van het land bouwkrediet volgens het systeem Raif- feisen. 'Lange tijd voorzitter van het be stuur van de Centrale Bank, heeft hij met rustelooze ijver en belanglooze toe wijding meer dan twintig jaren gewerkt aan de bloei onzer Centrale Bank, waar aan zijn naam steeds zal verbonden blij ven. Het bestuur vraagt dan ook Zijne Ziel in uwe Godvruchtige gebeden te gedenken.' Slechte tijden Inmiddels werd de Coöperatieve Aan- koopvereeniging Oudewater opgericht. In 1929 memoreerde een lid van de Boerenleenbank (de tijden werden im mers door de crisis steeds slechter?) 'het onmisbaren belang van één boeren leenbank in Oudewater die 28 jaren heeft bestaan waardoor zeer veel men- schen zijn geholpen en gesteunt' Even een bemerking ten overvloede: Niet elke notulist is wél ter tale en met de pen vaardig. Terugblikker meent ech ter dat het juist is, zoveel mogelijk de notulen te volgen, waarbij niet vergeten mag worden dat de meestal grote inzet en toewijding van bestuurders werkelijk veel belangrijker is dan een taal- en stijl foutje. Men dacht aan een klein feestje, te sa men met de Boerenbond, om het dertig jarig bestaan van de bank te vieren; dat ging niet door 'aangezien de kosten die dat feest met zich brengt en de slechte tijdsomstandigheden wordt besloten geen feest te vieren, maar dit uit te stel len tot het weer eens beter gelegen komt'. In 1941 moest het feest weer uitgesteld worden. De moeilijkheden waren toen wel anders dan in 1931 In 1943 werd kassier Hoogenboom 65 jaar, dus moest hij zijn functie na vijfen dertig jaren trouwe dienst neerleggen. Hij wisselde van plaats met een be stuurslid en zegt 'dat hij 35 jaren de ba lans heeft kloppend gemaakt en dat hij nu aan de balans voor de eeuwigheid wil gaan werken en hoopt ook deze kloppend te krijgen'. De aankoopvereniging Na deze zinvolle woorden slaat uw Te rugblikker enkele notulenboeken van de Aankoop- en Bankvereeniging op, die in hoofdzaak een beeld geven van de han delsactiviteiten wat iets geheel anders is dan dat van een bankbedrijf. De oprichtingsakte werd op 7 mei 1919 verleden voor notaris Kruiswijk. Het liep organisatorisch nog niet direct op rolletjes, want er werd getwist over het adresseren van koopbrieven door de leveranciers en over aankopen waarvan de commissarissen (d.i. het bestuur) niets af zouden weten. De zeer ingewikkelde en onleesbare ze gelwet - die gelukkig al lang geleden is ingetrokken - noodzaakte om aan de in specteur van de Centrale Bank of aan de rechtskundige advies te vragen. Men had nog wel wat over voor de organisatie, waarin men een functie be kleedde. Immers, zowel administrateur als aankoper en kassier willen met het bestaande salaris, dat volgens de voor zitter van het bestuur toch wel zeer mi niem was genoegen nemen met het oog op de minder gunstige omstandighe den. In de notulen van deze vereniging lezen wij van handel in maïs, pulp, Tho- masslakkenmeel en andere kunstmest stoffen, over weegbruggen en waaggel den. Wij lezen dat restanten Sesammeel on derling bij opbod verkocht zullen wor den en restanten suikerpulp aan leden worden toebedeeld in verhouding tot de grootte van hun veestapel. Een partij bonen blijft maar liggen. Ge lukkig konden zij met een kleine winst van de hand worden gedaan. Er wort gesproken over uitbetaling van de winst aan de leden. Dat is bij een handels vereniging uiteraard wél geoorloofd. Om die winst groter te doen zijn hand haafde de 'aankooper' zijn standpunt dat hij niet meer salaris behoeft te heb ben 'aangezien deze geen hogere ei- schen heeft gesteld en zegt dat het hem in de eerste plaats te doen is om een le venskrachtige coöperatie te helpen tot stand te brengen'. Dat was in de twintiger jaren, toen de grote wereldcrisis zich hier en daar al begon aan te kondigen. Die winstuitdeling aan de leden was wel prachtig maar zette ook de belastingin specteur op het vinkentouw. In 1924 heeft deze inspecteur de aanslag op die uitdelingen ingetrokken, maar wil toch wel een deel hebben van de uitbetaalde rente over leden-kapitaal en obligaties. Vanzelfsprekend moest daarover ook door de rechtskundige bij de Centrale Bank met de inspecteur een robbertje gevochten worden. De onrustbarende stijging van aankoop prijzen, ook mede tengevolge van mis lukkingen van de graanoogsten bergden het gevaar in zich dat men tot paniek aankopen zou komen. Gelukkig wist

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 39