coöperatie: solidariteit tussen leden, leiding en medewerkers nieuw elan na 100 jaar De Nationale Coöperatieve Raad, die op 18 oktober jl. met een groot aantal gasten in de Flevohof het 100-jarig bestaan van de landbouwcoöperatie herdacht, kan op een zeer geslaagde dag terugzien. Het was er feestelijk en gezellig. Daar ging het ook om. Maar we kregen ook heel wat over de coöperatie te horen, vanaf het spreekgestoelte en het podium en zeker ook vanuit de zaal, die met zijn vragen aan een forum vaak indringend heden en toekomst van de coöperatie aan de orde stelde. Ondertussen bleef het een feestelijke vergadering; geen academische debat ten, maar wel een openhartig praten over zaken die ons raakten. De wijze lei ding van forumvoorzitter ir. De Boer zorgde voor een ontspannen sfeer, waar herhaaldelijk het gelach opklonk. Hervormen door praktisch corrigeren Minister Van der Stee kent zijn coöpera tieve pappenheimers. 'U hebt de datum van dit feest niet door de wet, maar door de praktijk laten voorschrijven'. De NCR telt zijn 100 jaar immers vanaf 1877, toen die eerste coöperatie 'Wel begrepen Eigenbelang' ontstond en niet vanaf 1876 toen de eerste Wet op de Coöperatieve Vereniging van kracht werd. Op die praktische inslag van de coöpe raties - wie zal die ontkennen? - bor duurde de minister nog even fijntjes voort. De coöperatie had immers in de begintijd nogal hoge ambities, ze waren in die dagen zelfs revolutionair. Prof. Sneller - bekend economisch-historicus - schreef indertijd dat de coöperatie door velen, vooral de coöperatoren zelf, gezien werd 'als een macht die het kapi talisme zou vernietigen en een collectie ve orde scheppen zou.' Minister Van der Stee, met beide benen in het heden (en in de politiek) zei droogweg; 'daar kijken we in onze tijd niet meer zó van op; 'maatschappij-hervormend' heet zoiets tegenwoordig. Dat was het. Méér niet.' Het is trouwens volgens hem met dat revolutionaire in de praktijk nog erg meegevallen. De doelstellingen zijn be scheidener geworden: de coöperatie heeft zich vooral ontwikkeld tot een be langrijk en nuttig correctief op de onge breidelde machtsverhoudingen van vroeger. Het 'welbegrepen eigenbelang' I O is een belangrijk leitmotiv geworden; volgende generaties. Entre ces deux ma coeur coopérative se balance nu al 100jaar. NCR-voorzitter Mertens in zijn feestrede zag hierin een spanningsveld tussen vi sies op korte termijn en visies op lange J termijn. 'De verschillen in inzicht, die daarbij naar voren kunnen komen, sprui ten echter niet voort uit belangente genstellingen. Zij hebben te maken met uiteenlopende visies omtrent de weg waarlangs de doelstelling van de coöpe ratie op dat moment het best kan wor den gediend. Het is begrijpelijk dat de leden van de coöperatie gevoelig zijn voor onmiddellijke inkomensverbete ring, terwijl de leiding - bestuur en di rectie - van de coöperatie een zwaarder accent legt op het behoud van de in komstenbron in de toekomst en daartoe - op het veiligstellen van de continuïteit van de coöperatieve onder- hetgeen - uiteraard binnen zekere rand voorwaarden - alleszins oirbaar en zelfs prijzenswaardig is. Solidariteit in plaats van spannings velden De visie van de minister is in de Flevo hof niet bestreden. Ik denk ook niet, dat dit gemakkelijk geweest zou zijn. Alleen: de coöperatoren hebben in die honderd jaar toch heel wat veranderingen in de maatschappij teweeg gebracht. Wie daarnaar gaat zoeken, zal dat in andere zin dan de minister bedoelt, wel eens heel erg kunnen meevallen! Maar dan moet je niet naar revolutionaire daden of gedachten speuren - die zijn er niet of nauwelijks - maar naar wat de prak tijk bewerkt heeft. Met name door het samenwerken van velen in een gemeen schappelijk belang, dat tegelijk de veel heid van eigen belangen omvat. Dat is m.i. de kern van de coöperatie. Een kern die naar mijn gevoel eigenlijk in die oude naam 'welbegrepen eigenbelang' te eenzijdig uitgedrukt wordt, want in de coöperatie horen 'eigen' en 'samen' verbonden te zijn. Hoe moeilijk dat is weten we allemaal. Ook in de Flevohof bleek dat telkens. Nu eens viel de aandacht op het eigen par ticuliere belang: de boer wil zijn geld graag nü en zelf gebruiken en het dus liever niet in zijn coöperatie steken (denk aan de jonge boeren met hun bij zondere moeilijkheden), dan weer kwam met evenveel aandrang het geza menlijk belang naar voren: onze coöpe ratie moet voor continuïteit zorgen, re serves hebben, solide zijn, denken aan neming. Dit spanningsveld, zo zei de heer Mer tens, behoort tot de meest wezenlijke problemen binnen een coöperatieve organisatie. 'Naarmate het economisch klimaat ongunstiger wordt en de onze kerheden toenemen, is het van belang méér dan gewone aandacht te schen ken aan de vorming van een gemeen schappelijke beleidsvisie. Mogelijke verschillen van inzicht tussen hetgeen bij een bepaalde coöperatieve organisa tie op korte, respectievelijk op lange ter mijn geboden is, verdwijnen dan naar de achtergrond.' En hier wees de heer Mertens met grote klem op een coöperatieve eigenschap die naast het eigen belang niet gemist kan worden: de solidariteit. Hij weet en zei dat ook - dat solidariteit heden ten dage veelal een versleten term is. Het echte en spontane van de solidari- teitsgedachte lijkt in een historisch ar chief thuis te horen. Solidariteit wordt te vaak langs politieke weg, dwangmatig opgelegd, en zelfs al onderschrijven we haar doelstelling, we voelen er door gaans iets kunstmatigs in. Want het ei gen belang lijkt bij alles voorop te staan. Ook in coöperatieve kring wordt in veel gevallen zo gedacht. Een boer of tuinder heeft immers de keus, althans door gaans, om zijn zaken óf met een coöpe ratie te doen óf met een concurrerende niet-coöperatieve onderneming. Welnu, dat is toch zijn vrije keus, te bepalen naar 'eigen belang'? Bedenk echter, zei de heer Mertens, dat die vrije keus er niet geweest zou zijn als de coöperatoren van vroeger - én die van nu -niet steeds bewust die so lidariteit hadden aanvaard. Solidariteit is dan ook de hoeksteen gebleven bij het ontstaan en de ontwikkeling van onze coöperaties. Ze dient zich ook nu, na 100 jaar aan als een onmisbare factor voor het welslagen van de coöperatie in de komende decennia.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 20