tenminste eerst eens een viertal verga deringen hebben meegemaakt.' Daar zal iedereen begrip voor hebben. De heer Zijlstra is immers anders dan (al?) zijn voorgangers geen 'eigen kweek'. Hij had wel vele persoonlijke contacten met, maar tot voor kort geen enkele interne functie in onze organisa tie. Zelf zegt hij: 'Van huis uit in Ooster- bierum, een Fries plattelandsdorp, ken de ik natuurlijk onze plaatselijke boeren- leenbank/raiffeisenbank, maar organisa torisch heb ik in mijn loopbaan eigenlijk niets met de bank te maken gehad. Ik weet overigens dat het voorzitterschap van de Raad van Toezicht en dat van de CKV wat meer in het organisatorische wijze waarop hij zijn werk vroeger in de NCBTB en nu in zijn gemeente en niet te vergeten als voorzitter van de Konink lijke Nederlandse Zuivelbond (FNZ) wenst te vervullen: een brugfunctie tus sen mensen. Overigens hebben wij alle functies uit de loopbaan van de heer Zijlstra niet opgediept. Behalve de FNZ zou daar nog wel iets coöperatiefs uit te voorschijn kunnen komen. De landbouwman Zijlstra - want dat blijft hem toch bij - begrijpt dat de her kenbaarheid van de Rabobanken voor de boerenstand wel minder is dan vroe ger. Onze banken slaan immers hun vleugels uit, zowel nationaal als interna- vlak ligt dan in het technisch bancaire. Nu heb ik bij mijn studie als keuzevak weliswaar geld- en bankwezen gedaan, maar dat is ook al weer 25 jaar geleden. Dat zal ik zo ongemerkt, dat hoop ik al thans, wel wat bijspijkeren, maar het organisatorische terrein zoals zich dat binnen de Rabobanken en de Centrale Bank vertoont, komt mij in ieder geval niet vreemd voor.' En hier vertelde hij ons wat hij onder coöperatief verstaat. We gaven dat in een citaatje boven ons artikel reeds weer. Het was eigenlijk een kijkje op de tionaal. Ook hier moeten we de brug tussen de mensen in tact houden. 'De Rabobanken hebben terecht de keu ze gedaan naar een breder terrein dan alleen maar landbouwkredietorganisa ties. Ik weet, dat we land- en tuinbouw toch onverminderd in de volle aandacht hebben. Die terreinverbreding zal dan ook niet mogen leiden tot een zekere vervreemding tussen de boeren en hun kredietorganisaties. De boerenstand kan ondanks ons huidige brede terrein een zeer essentiële rol onder ons blijven ver vullen, ook in bestuurlijke zin. De boer zal er anderzijds ook begrip voor hebben dat zijn banken er ook voor anderen zijn. Zo zie ik het zelf ook. Ik zit op deze plaats niet als agrarisch organisatieman, maar meer als een exponent van de sa menwerking tussen allerlei belangen. Daar horen de agrariërs natuurlijk hele maal bij.' Ver gezocht misschien, maar heeft de heer Zijlstra in zijn loopbaan niet een zelfde ontwikkeling doorgemaakt als onze organisatie: eerst voorzitter van een agrarische standsorganisatie en nu als burgemeester voor het meer alge meen maatschappelijk belang? De heer Zijlstra lacht daar wat om en herinnert ons eraan, dat zijn carrière ook voor een deel een politieke was. 'Ik was meer dan 20 jaar bestuurslid van een politieke partij en was van 1967 tot 1971 lid van de Tweede Kamer en thans nog tot 10 december vice-voorzitter van het CDA. Daar ligt het trait d'union tussen mijn landbouwspecialiteit en mijn algemeen bestuurlijke organisatorische belang stelling en ook mijn verantwoordelijk heid als gemeentebestuurder.' Openstaan voor nieuwe gedachten We gaan even verder met de coöperatie door te vragen of de heer Zijlstra ver schil merkt tussen onze banken en bij voorbeeld de zuivelcoöperaties. 'Ik denk', zegt de heer Zijlstra, 'dat de doel stelling van een moderne grote bank- organisatie als de Rabobank breder is dan van een produktiecoöperatie of af- zetcoöperatie als we in de zuivel ken nen. Zij is ook anders, dan die van een standsorganisatie. Maar er is ook veel overeenkomst: de organisatorische pro blemen zijn vaak van dezelfde aard. Het gaat er altijd weer om diverse, vaak breed gevarieerde groeperingen te laten ineenvloeien in een efficiënte organisa tie.' Erg geïnteresseerd is de heer Zijlstra in de toepassingsmogelijkheden van een modern samenspel binnen de coöpera tie. In de coöperatieve onderneming ziet hij het samengaan van arbeid, kapitaal en grondstoffenleveranciers. Daar kun je natuur en ondernemingszin nog bij voegen. 'De coöperatie brengt die ele menten op een unieke wijze samen. Binnen de coöperatie zijn naar mijn me ning ook meer mogelijkheden om vooral tot een goed samenspel tussen werkne mers en werkgevers te komen dan bij andere ondernemingsvormen het geval is. Ik onderschrijf ook helemaal de rede, die de heer Mertens onlangs (zie verder in dit nummer) gehouden heeft, toen de NCR het 100-jarig bestaan van de coöperatie herdacht. Met andere woor den stond mij hetzelfde voor ogen toen ik dit najaar in Groningen voor de FNZ sprak. Dat samenspel tussen werkge vers en werknemers is momenteel een zaak die ook in de coöperatie opnieuw

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 17