mistroostige
herfst in
de landbouw
politiek
<4
De herfst, anders zo
druk gebruikt voor het
vertellen van goede
voornemens, is on
vruchtbaar gebleven.
Er was geen nieuwbe
noemde bewindsman
op het Ministerie van
Landbouw en Visserij,
die zijn begroting in de
Tweede Kamer verde
digde. Toch staat er
nog het een en ander
op de rol dat om af
handeling vraagt.
r\
Toen tijdens de lintwormachtige kabinetsformatie de
namen van mogelijke kandidaten voor het minister
schap werden genoemd, kreeg de landbouw een bitte
re pil te slikken. Het departement van Landbouw en
Visserij werd een niet zware post genoemd en het
werd door de algemene dagbladen niet vreemd gevon
den dat de keuze leek te gaan vallen op iemand die
geen bijzondere kennis van de agrarische problemen
heeft.
De voorzitter van het Landbouwschap, drs. P. Bukman,
protesteerde in de novembervergadering van zijn be
stuur tegen deze, naar zijn mening, miskenning van de
landbouwportefeuille. Anderen voegden daaraan toe
dat de taak van een minister van Landbouw bepaald
niet licht kan worden genoemd; er moeten vaak vér
strekkende besluiten worden genomen.
Hoe waar dit alles moge zijn, de algemene politiek legt
zijn eigen maatstaven aan. Het kiezersgetal in de land
en tuinbouw is nu eenmaal niet groot en dat bepaalt
vooral het politieke gewicht; daarbij wordt overigens
vergeten dat de minister van Landbouw niet alleen te
maken heeft met boeren en tuinders maar ook met een
voedings- en genotmiddelenindustrie waarin vele men
sen hun bestaan vinden. Wat betreft de vakkennis wel
ke een minister van Landbouw moet hebben, gaat de
algemene politiek ervan uit dat een algemeen politicus
zich snel in de problemen van welke sector dan ook
moet kunnen inwerken.
Grond
Er staat de nieuwe bewindsman overigens wel een
aantal ingewikkelde zaken te wachten. Eén daarvan is
de grondpolitiek. De cijfers over de grondprijzen welke
het Centraal Bureau voor de Statistiek midden novem
ber publiceerde, gaven weer een forse stijging te zien.
Van juli 1976 tot en met juni 1977 is er een gemiddelde
Drs. M. L. de Heer
stijging geweest tegenover de overeenkomstige perio
de daarvoor van 70 De algemene mening is dat het
zo niet langer kan.
Voor minister Van der Stee was dit aanleiding om te
wijzen op de plannen zoals deze in het ontwerp-re-
geerakkoord in juni van dit jaar zijn uitgewerkt. In eer
ste instantie zal men volgens dit akkoord trachten door
uitsluiting van een aantal gegadigden op de grond
markt de prijsstijgingen te stuiten. Minister Van der
Stee wil niet verder gaan dan het stabiliseren van het
bestaande prijsniveau ten einde de agrarische eige
naars van grond niet te beperken in hun mogelijkheden
van financiering van hun bedrijf. Het PvdA-kamerlid ir.
A. Voortman liet weten dat hij daarmede niet tevreden
is, omdat dan vooral jonge boeren klem worden gezet
gedurende de lange periode die de inflatie nodig heeft
om de bestaande hoge grondprijzen in te halen.
Wanneer de beperking van de vraag naar landbouw
gronden niet het gewenste effect heeft dan moet er
volgens het ontwerp-regeerakkoord verder in de prijs
vorming worden ingegrepen. De heer Van der Stee
meent dat men pas in 1979 zal kunnen beschikken
over een wet welke de vraag naar grond beperkt en het
zal dan volgens hem nog ruim een jaar duren voordat
men de invloed daarvan zal kunnen waarnemen.
Dit veronderstelt natuurlijk wel dat er niet nog maan
denlang doorgetobd wordt met de vorming van een ka
binet. De heer Van der Stee liet tegenover de pers dui
delijk merken dat er op dit punt een voortvarend beleid
kan worden verwacht, wanneer hij zou kunnen aanblij
ven als minister. De 'grote' politiek leek op dat moment
althans anders te hebben beschikt.
Pacht
Op een ander onderdeel van het grondbeleid, heeft mi
nister Van der Stee een besluit aangekondigd, dat te
gemoet komt aan een door de georganiseerde land
bouw geuite wens. Het ging om de vaststelling van de
normen voor de pacht. Aanvankelijk was de regering
van plan voor bepaalde teelten die een meer dan nor
male geldopbrengst hebben, via een toeslag een aan-