rabobank, beleidsplan, jaarverslag
van beschouwingen over de toekomst.
Merkwaardig is daarbij, dat over dit ver
leden een behoorlijk boekwerk wordt
uitgegeven, doch dat de toekomst ver
houdingsgewijs meer aandacht krijgt en
dat daartoe meestal geen agendastuk
wordt uitgereikt.
De mondelinge mededelingen 'van ach
ter de groene tafel' over de toekomst
van het bedrijf richten zich daarbij op
een zeer nabije horizon: 'Het komende
halfjaar' is in zulke gevallen reeds erg
ver.
Gemeten met maten van verantwoorde
beleidsvorming kwam een en ander
overeen met het kijken naar het verle
den, waarbij een knipoogje naar de niet
al te verre toekomst wordt gegeven.
Beschouwingen over de toekomst van
het bedrijf aan de hand van de jaarcij
fers lijkt een beetje op het sturen van
een auto via het achteruitkijkspiegeltje.
Op een stille landweg en in het volle
daglicht is dit spelletje enige seconden
vol te houden. Op een snelweg, waar de
maalstroom van het economische leven
over raast, zal het waarschijnlijk méér
dan blikschade veroorzaken.
De functie van het beleidsplan moet nu
duidelijk zijn: het is de functie welke de
voorruit van de auto vervult. Jaarverslag
en beleidsplan horen echter wel bij el
kaar. Tussen beide bestaat een zeker
spanningsveld, zoals tussen het spiegel
tje en de voorruit.
Nog één opmerking tot besluit. Het Ne
derlands Instituut van Registeraccoun
tants (NIVRA) begint te onderkennen
dat het aandachtsgebied van de externe
accountant bij bedrijven zich niet zou
moeten beperken tot de jaarcijfers. In
deze kring wordt thans de vraag bestu
deerd of het niet te overwegen zou zijn,
te bepleiten om op den duur niet alleen
de jaarstukken te certificeren maar ook
plannen en prognoses Of het zover
zal komen is niet zo belangrijk.
Belangrijk is wel, dat onzes inziens de
taxatie door het NIVRA van rol en func
tie van beleidsplannen bijzonder scherp
is.
Het Beleidsplan 1978-1981 is nog niet
zo dat het rijp is voor een accountants
verklaring. Het zou het voor de eerstko
mende jaren moeten worden
Dit is een van de 'lekker rake' tekenin
gen, waarmee een bankvoorzitter uit
Limburg geestig uitbeeldde, wat we nu
precies niet achter onze plannenmakerij
moeten zoeken.
vervolg wob
concurrentie in het bankwezen aan den
lijve ondervinden, is de eigenlijke reden
voor het wetsontwerp. Door samenbun
deling van krachten in een staatsbank
wil men aan die concurrentie het hoofd
kunnen bieden.
Voor de Postbank zijn wij - zoals men
weet - niet enthousiast, maar voor een
zuivere, reële argumentatie zouden wij,
ook zonder enthousiast te worden, toch
wel begrip hebben opgebracht. Het
wetsontwerp gaf ons niet de kans. Wij
als Rabobanken wachten intussen rus
tig het lot van het wetsontwerp af. Wij
kunnen, zo zei de heer Van Eldik, een
vergelijking met zo'n staatsbank goed
doorstaan, en duchten haar concurren
tie niet, mits maar - en dat is voor ons
een kardinaal punt - die staatsbank met
gemeenschapsmiddelen straks niet
concurrentievervalsend werkt.