uit onze historie Kris Kras door Kring Midden Nederland Zuid Het is jammer dat het historisch gegroeide verschil tussen steden en dorpen vaak wordt verzwegen. Voor velen is het niet duidelijk, waarom bijvoor beeld Den Haag een dorp is gebleven en ettelijke kleine plaatsen zoals Woudrichem, Heusden en Aardenburg zich 'stad' mogen noemen uit hoofde van lang geleden gekregen of afgedwongen stadsrechten. Ere wie ere toekomt, en dr. A. J. Kölker gaf zijn boekje de titel 'Hoofdstukken uit het ontstaan en de ontwikkeling van die Steede ende Landen van Haestregt mee. Deze 'Steede' ligt als een langge rekte strook in het Hollandse polder landschap op vruchtbare kleigrond langs de IJssel. De graven van Holland en de bisschoppen van Utrecht, de steden Gouda, Schoonhoven en Oudewater misgunden elkaar voortdurend dit ge bied. Misschien dat Haastrecht juist daarom een vrij grote zelfstandigheid heeft kunnen bewaren. Sinds 1618 bezit Haastrecht een raad huis, een prachtig gebouw, waarvan de kelderruimte, die eertijds als gevangenis diende, thans als gemeentearchief is in gericht. Dr. Kölker's boek maakt melding van zeer strenge straffen. In het boekje 'Oude Prentkaarten' is te lezen dat de schout van Haastrecht eens aan het hooien was toen men hem kwam mel den dat er een dief was gevangen. De schout beval: 'Hang dat stuck gebouft maar op, dan sal ick later de saeck wel ondersoecken.' Hetgeen gebeurde. Aan dit snelrecht zou Haastrecht zijn naam te danken hebben alhoewel Haestigh- recht niet altijd juist is, want de bouf bleek onschuldig te zijn. De naam zal wel meer verband houden met 'drecht' dat overzetveer betekent. Terugblikker moet de verleiding weer staan om méér aan te halen van Haas trechts geschiedenis en om zich nu te bepalen bij de historie van 'onze Bank' die in 1910 werd opgericht. Uit de eerste jaren van deze bank tot 1935 beschikt Terugblikker alleen maar over niet bepaald erg spannende be- stuursnotulen; daarna gelukkig over no tulen van de algemene vergaderingen. Om geld verlegen De eerste jaren waren niet gemakkelijk als men denkt aan de wereldoorlog van 1914-1918, waarin het beheer van een bank met bijzondere omstandigheden moest rekenen en men goed op zijn tel len moest passen ter bescherming van de belangen van de leden. Geen wonder was het dan ook dat een aanvrage om lid te mogen worden moest worden ge weigerd en dat werd besloten 'hem niet aan te nemen, daar hij alleen lid wil wor den nu hij om geld verlegen is en dit voor de bank in dezen omstandigheden Het oude raadhuis van Haastrecht, naar een foto van vóór 1906. Gemeenteveldwachter Oosterling heeft er zich indrukwekkend ais ordebewaarder voor opgesteld. niet aanbevelingschwaardig is.' Ook het bepalen van het werkgebied gaf haken en ogen. In goede samenwerking met de banken van Reeuwijk en Oudewater kon dit in 1915 worden vastgesteld en wel voor Haastrecht over de gemeente Haastrecht uitgezonderd het gedeelte dat behoorde onder de R.K. Parochie te Oudewater, bovendien over de gemeen te Vlist en over de buurtschap Stein, on der de gemeente Reeuwijk. Nogal inge wikkeld dus. Helaas moest ook nog in 1915 aan de Centrale Bank advies worden gevraagd - aangaande een nieuw te benoemen Pre- zedent, wegens geestverzwakking der tegenwoordigen.' Een klein menselijk drama waarbij mededogen plaats moest maken voor zakelijk belangen van de bank en de leden. In 1916 vroeg de Centrale Bank om de statuten te wijzigen ter wille van de uni formiteit. Dit voorstel betrof blijkbaar de eisen tot lidmaatschap. Voorzitter ge voelt voor die wijziging hoegenaamd niets en merkt op 'dat wij dan Jan, Jak en Joor op de vergaderingen krijgen.' Dat moet kassier maar aan de Centrale Bank te Eindhoven laten weten. De zaken van de bank groeiden echter en in 1920 begon de brandkast zo vol te worden met boeken en bescheiden dat kassier meende dat daarin verandering moest komen door bijvoorbeeld een schrijftafel aan te schaffen met laden er in. Een en ander is voor hem gemakkelijk en een ware behoefte. Hij mocht naar de kosten daarvan informeren. Geen feest Terugblikker sluit het ene dikke boek en opent het andere bij de algemene verga dering van 29 mei 1935. Het begint niet erg best. De tijdsomstandigheden waren zo slecht dat het feest van het zilveren bankjubileum uitgesteld moest worden. Men dacht daarbij aan het volgend lus trum en wist gelukkig nog niet dat toen (1940!) de omstandigheden nog veel beroerder zouden zijn. Wél kreeg men de gebruikelijke gratis consumptie ad f 0,25 per persoon. Ontevreden aanwezigen wilden echter weten waarom geen feest gevierd zou worden en hoorden dat het eigenbelang der leden eist dat geen uitgaven voor feestelijkheden uit de kas worden ge daan. Ook de Centrale Bank moest meer de vinger op de pols gaan houden en eiste dat door debiteuren hypotheekstelling zou geschieden 'hetgeen de laatste tijd in sommige kringen nogal eenige beroe ring heeft gebracht.' Maar 'de Centrale Bank is onze cre- dietgever dus moeten wij aan de eisch voldoen, hoe onaangenaam dat ook kan zijn.' En de boer, hij ploegde voort, maar de slechte tijden gingen ook door. Dus

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 38