ciale taak zien. Dat zijn overwegend banken. Natuurlijk staan hieronder de Raboban- ken voor het CMK in de eerste rij. Een makelaardijcliënt, die een financiering of verzekering wil hebben, wordt gewezen op de Rabobank. Maar hij is en blijft al tijd volkomen vrij zich tot welke andere bank of andere tussenpersoon ook te wenden. Van de tot nu toe door het CMK verkochte panden is globaal de helft gefinancierd door een Rabobank en de helft door andere financiers! Van 'koppelverkoop' houdt het CMK zich, evenals trouwens elke bonafide make laar, verre. Het CMK heeft zelfs niets te 'koppelen', omdat ze zich alleen tot het makelen bepaalt. Wel kan het CMK door haar bekendheid met onze banken de cliënt meestal wat meer houvast geven over de mogelijk heden van financiering indien hij een pand voor een bepaalde prijs wil kopen. Zo zouden wij ons verplicht voelen, zo zegt de heer Tapperwijn, de koper er voor te waarschuwen dat de financie ring wel eens moeilijk kan worden als de koopprijs in geen verhouding staat tot de taxatieprijs. Een goed makelaarskan toor, dat meestal een goed contact zal hebben met een bank of financieringsin stelling, zal trouwens op dezelfde wijze te werk gaan. Gezonde, collegiale samenwerking Het eenzijdige tarief - alleen de op drachtgever, bijvoorbeeld de verkoper is courtage verschuldigd en niet zoals bij het tweezijdige tarief ook de eventuele koper - vermindert natuurlijk de inkom sten. Maar de heer Tapperwijn wil dat beslist niet overdrijven. 'Wij zijn er altijd van uitgegaan dat we 50 van de transacties óf collegiaal met een andere makelaar zouden doen óf dat een deel van de kopers zou weigeren de tweezij dige courtage te betalen. Belangrijk is dat de eenzijdige opstelling de collegiale samenwerking kan bevorderen. Het is in het algemeen een gezond verschijnsel dat een koper die op een door ons aan geboden object reflecteert met een ei gen makelaar komt. Op zichzelf is er zijdige tarief toe. De heer Tapperwijn hoopt dat de NBM en de MVA elkaar in één bond zullen vinden. Dat zou de hele makelaardij ten goede komen. Dat dit tot nu toe niet gebeurt, is jammer voor al omdat de NBM halsstarrig blijft vast houden aan het tweezijdige tarief. Ook de recente verandering in haar systeem, die de NBM met enige ophef heeft be kend gemaakt verandert in wezen niets in die houding. De mogelijkheid om schriftelijk of mondeling van de tweezij digheid af te wijken, is er immers altijd al geweest, maar in de praktijk komt er van zo n afwijking niet veel terecht. De enige goede weg is dat de makelaar voor alle gevallen uitsluitend volgens eenzijdig tarief werkt. Dan wordt hij door de consument duidelijk als zijn des kundige gezien en zal ook zijn imago verbeteren. Ook als wij tot de NBM wa ren toegelaten, zegt de heer Tapperwijn, zouden wij binnen die bond voorstander zijn geweest van een overstap naar het eenzijdige systeem van de MVA. Makelaar zonder franje Het CMK wil makelen in onroerend goed volgens de oorspronkelijke betekenis van het woord: alleen bemiddelen bij koop en verkoop van onroerend goed en het verrichten van taxaties van onroe rend goed. Het sluit geen verzekeringen, heeft op dit gebied geen provisie-inkom sten en bemiddelt ook niet bij financie ringen. Het ontvangt geen provisie van welke bank of financieringsinstelling ook. Niet dat dit op zich zelf verwerpelijk zou zijn - beide inkomstenbronnen zijn bij de collega-makelaars gebruikelijk - maar het CMK laat bewust dit terrein over aan instellingen die daarin hun spe- Toen na uitvoerig overleg besloten werd, dat wij ons aan het makelen in on roerend goed niet zouden moeten ont trekken, is na grondige studie bewust gekozen voor een centrale opzet. Door het totale pakket van aandelen in han den te leggen van de Centrale Bank, wordt er onafhankelijkheid geschapen tegenover de aangesloten banken, waar cliënten zich om bemiddeling tot het CMK wenden. De klant en zijn onroerend goed Die onafhankelijkheid is in het geding geweest toen de Nederlandse Bond van Makelaars (NBM) de lidmaatschapsaan- vrage van het CMK afwees. Steekhou dende argumenten voor die afwijzing zijn niet door ons gehoord en het mag hier nog wel eens gezegd worden, dat het criterium van onafhankelijkheid niet ligt in de vraag wie eigenaar/aandeel houder van een makelaarskantoor is, maar in de vraag of de directeur als ma kelaar zich onafhankelijk tegenover cliënt en object kan opstellen. Het gaat er om, dat hij vaktechnisch niet aan an deren gebonden is. Dit criterium wordt in een recent rapport van de NBM zelf onderschreven. De heer Tapperwijn zegt met nadruk, dat het CMK volledig aan dat criterium voldoet. Al zijn niet alle makelaars bij een organi satie aangesloten, toch is aansluiting volgens de heer Tapperwijn een goede zaak. Met name omdat de cliënt dan duidelijkheid heeft ten aanzien van de erecoderegelen. Het CMK zou zich graag aansluiten bij de Makelaars Vereniging Amsterdam, maar dit levert bezwaren op omdat we geen vestiging in Amster dam hebben. Jammer, want we houden ons aan de regels van de Amsterdamse erecode en passen net als deze het een-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 25