Nederland bij het uitwerken van haar
concertplannen ook op deze vrouw (en
de man) met de bromfietshelm. Alle
vergelijkingen met Engelse toestanden
en het speuren naar overeenkomsten
konden de stichting gestolen worden.
Hoofdzaak was van meet af aan een
reeks concerten zonder poeha en dat
doel lijkt gezien de bezoekersaantallen
aardig bereikt. Aangename
bijkomstigheid van alle bedrijvigheid: de
netto-opbrengst van de concertreeks
kwam ten goede aan het Rode Kruis ter
bekostiging van plaatselijke
welfare-acties of uitstapjes voor zieken
en invaliden.
Overal werden de promconcerten
gegeven in grote zalen of sporthallen.
Behalve het voordeel dat men er grote
groepen mensen in kon bergen, droeg
ook de keus van de accommodatie bij
tot het bedoelde ongedwongen sfeertje.
Stichtingsdirecteur Antoon van Acquoy
onderstreepte meermalen de
bedoelingen: 'We hebben geen enkele
pretentie, behalve de uitdrukkelijke
wens om een groot publiek eens in
aanraking te brengen met een
muzieksoort waaraan de meesten
normaal gesproken voorbijzien. Men
maakt er zich in de regel vanaf met te
zeggen: 'zware muziek is iets waar je
verstand van moet hebben.'
Acht gewestelijke symfonie-orkesten
met in hun kielzog een keur van
artiesten uit het populaire genre
ondersteunden dat streven
daadwerkelijk via een programma van
klassieke muziek, gelardeerd en op
smaak gebracht met brokjes kleinkunst.
De druk bezochte uitvoering in Arnhems
imposante Rijnhal werd bijgewoond
door prinses Margriet en haar
echtgenoot. Absolute toppers qua
toeloop waren manifestaties in Den
Bosch en Eindhoven met 2800 en 2400
bezoekers.
Het minst drukbezochte concert telde
268 bezoekers, vijfhonderd minder dan
verleden jaar. Maar ook hier
rapporteerde een recensent achteraf:
de thuisblijvers kunnen er alleen
maar spijt van hebben. Hopelijk zal men
het toch nog een keer proberen. Per slot
van rekening was de belangstelling
vorig jaar bijzonder groot en driemaal is
scheepsrecht. Een KRO-ploeg filmde de
Prom-uitvoering in Voorburg voor een
televisie-uitzending, zodat ook kijkend
Nederland via de huisbioscoop iets
meekrijgt van de sfeer tijdens zo'n
muzikale mengeling van klassiek en
populair.
Vooral voor medewerkende musici uit
de diverse symfonie-orkesten was het
optreden voor een talrijk publiek dikwijls
een openbaring. Veelzeggend in dit
opzicht was de in diverse toonaarden
beluisterde opmerking: 'Je kunt heel de
avond wel diep gaan zitten wroeten in
de zware klassieke kost, maar dan is het
ook niet bepaald een stimulerende
gewaarwording wanneer je na de pauze
en ondanks je geploeter tot de
ontdekking komt dat grote
bezoekersgroepen je inmiddels in de
steek hebben gelaten en hun heil elders
zijn gaan zoeken. Dan is dit toch wel wat
plezieriger. Dat je wat water in de
van Leer, Jules de Corte, Louis van Dijk
en het cabaretteam van Farce Majeure
bijvoorbeeld) zorgden met hun inbreng
voor extra afwisseling in het geheel. Het
vakmanschap en de bruisende vitaliteit
van een Conny Stuart leidden tot menig
tussentijds applaus. De vrees dat
Thérèse Steinmetz slechts bij een select
artistieke wijn moet doen door
overwegend overbekende en prettig in
het gehoor liggende mopjes te spelen is
een ding dat ik dan graag voor lief
neem.'
De deelnemende kleinkunstartiesten
(Thérèse Steinmetz, Conny Stuart, Thijs
publiek zou aanslaan bleek volledig
ongegrond, en met hun samenspel aan
de piano zorgden Jules de Corte en
Louis van Dijk voor wat verstilde
momenten op menige uitvoering. Jules
de Corte: 'Mijn aandeel is maar klein.
Normaal gesproken mijd ik het hele
grote werk, het massale. Ik mis er het
talent voor. Maar de sfeer waarin deze
concerten werden gegeven sprak me
aan. Die is van hetzelfde karakter als de
accommodatie: niet verfijnd,
ongedwongen. Zo kan klassiek ook.'