het schaakspel
7
XOp het Interpolis-toernooi in Til
burg hebben twaalf van 's we
relds beste schaakgrootmeesters
slag geleverd. Alle schakers volgden het
geboeid, zelfs al konden ze de verrichtin
gen nauwelijks volgen, laat staan voor
zien. De niet-schakers, toch wel geïm
poneerd, zullen hun hoofd schudden, dat
zo veel intelligentie, inzicht en feeling
vereist is voor iets dat toch maar een
spel is.
De economische situatie heden ten
dage lijkt op een schaakstelling, een on
gekend moeilijke en ondoorzichtige. Een
schaakprobleem van peilloze diepte,
waarbij niet eens vaststaat of het wel
oplosbaar is. Rond het bord zitten onze
grootmeesters in diep gepeins: de over
heid, de knapste economen, de politici,
de werkgevers en de vakbonden. Zetten
worden beraamd, strategie en tactische
wendingen overwogen, maar het plan
dat tot matvoering moet leiden is nog
niet gevonden. Het gaat ook niet, zoals
bij het gewone schaakspel om het mat-
zetten van één koning, maar om het ver
slaan van meer koningen tegelijk: de
zwarte koning van de werkloosheid, de
inflatie, de kosten, de daling van het be-
stedingspeil van iedereen.
En het is geen spel, maar keiharde ernst.
Iedere zet grijpt in op de omstandighe
den waaronder we in de toekomst zullen
leven. Ten goede of ten kwade, op korte
termijn of, wat oneindig veel belangrij
ker is, op veel langere termijn. Wie de
meeste zetten kan vooruitzien, is de
beste grootmeester, hij kan zelfs tijdelijk
een offer brengen.
'De meeste mensen kunnen er
geen touw meer aan vastknopen
als het over onze economische si
tuatie gaat.Met die woorden begon
prof. Stevers na de troonrede zijn zeer
markante artikel in de Volkskrant. Inder
daad, als zelfs de grootmeesters on
danks diepgaand analyseren de oplos
sing in de stelling niet zien, wat zal dan
de gewone man beginnenAls
niet-schaker kent hij zelfs de stukken
niet.
En toch, als hij hoort wat er allemaal in
het spel is en op het spel staat, zal hij
zonder moeite de ernst van het pro
bleem onderkennen. We worstelen im
mers met begrippen, die we tegenwoor
dig overal tegenkomen en die hoe wei
nig concreet we ze ook voor ogen heb
ben, toch onbestemde maar reële lust of
onlustgevoelens opwekken. Laten we er
een paar noemen: lastenverlichting en
financieringstekort, sterke gulden en
concurrentiepositie, export en produk-
tievolume, bezuinigingen en bestedings
injecties met of zonder loonmatiging,
met of zonder nullijn, met of zonder een
extra prikkel, die de door werklozen en
'uitgestotenen' vastgelopen arbeids
markt weer beter doet functioneren. Er
is gemakkelijk meer te noemen, maar
het beklemmende van de situatie is, dat
het allemaal met elkaar is verweven.
Een overheid die bezuinigt, bereikt een
lager financieringstekort, maar zal de
werkloosheid zien toenemen, omdat de
binnenlandse afzet inkrimpt. Beste
dingsinjecties en een doorgaande stij
gende loonontwikkeling wakkeren de in
flatie weer aan, die we - toch een licht
punt - net aardig aan het terugdringen
zijn.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden, om
enig begrip van de moeilijkheden te krij
gen, maar die daarin tegelijkertijd te
kortschieten, omdat we thans ervaren,
dat we niet meer eenzijdig met groothe
den als lasten en lonen, voorzieningen,
bestedingen en bezuinigingen enz. enz.
mogen en kunnen manoeuvreren. Ze
moeten ditmaal volgens een doelgerich
te strategie ingezet worden, willen we
het grote probleem, dat het economi
sche schaakbord ons biedt, onder de
knie krijgen. En daarmee zijn we op ons
beginpunt terug.
Ondertussen merkt onze bevol
king al meer dat er thans iets aan
de hand is. Gelukkig Want als we
met zijn allen in de gaten krijgen, dat de
gestage welvaartsstijging, zo lang ge
wend en zo mee verwend dat de waar
schuwende symptomen van recente ja
ren nauwelijks indruk maakten, wel eens
in een onmerkbare kan veranderen of
zelfs haar stijgkracht kan verliezen, dan
ontstaat er een voedingsbodem, waarin
oplossingen kunnen gedijen. Dan ziet
niet ieder meer alleen maar de mooie,
veilige of kansrijke plaats van het eigen
stuk op het bord, maar beseft hij dat ook
zijn stuk, hij zelf, in de strijd moet wor
den geworpen om de partij te winnen.
De grootmeesters - zie boven wie ik
daar mee bedoel - moeten thans de
beste voortzetting vinden. Dat zal hun in
ieder geval iets gemakkelijker vallen als
ze weten, dat ze daarbij ook offers mo
gen brengen. Zonder offers is - net als in
een echte schaakpartij - een impasse
vaak niet te doorbreken. Al Ie belangen
groepen, die thans met huid en haar bij
dat economische probleem betrokken
zijn, mogen er van doordrongen zijn, dat
de gezamenlijke zaak - wie denkt nu
niet aan de werkgelegenheid - ook hun
zaak is.
Met spanning wachten we allen
de volgende zetten op dat figuur
lijke schaakbord af. De tijd dringt,
voorat doordat de kabinetsformatie zo
ontzettend lang duurt (of is het inmid
dels 'heeft geduurd'?). Want ook hier
tikt de klok verder, wie te lang treuzelt,
ziet zijn vlag vallen en heeft verloren.
Daar wil niemand het op aan laten ko
men. Het is dan ook zeker, dat we bin
nenkort veel meer over maatregelen en
plannen op economisch en financieel
terrein zullen horen. De vraag is natuur
tijk of de beste oplossing gekozen wordt.
Zo'n vraag kan zinvol zijn. Maar laten we
twee dingen niet vergeten: het ant
woord daarop kan pas in de toekomst
blijken, en - erger - misschien is die
beste oplossing nu nergens voorhanden.
In het laatste geval is toch een keus no
dig, en dat zal wel mee een politieke
keus zijn. Ook daar is moed voor nodig
en we hopen vooral dat het dank zij
wijsheid en inzicht toch een goede keus
wordt.
JRH