wob
wob
andere diploma-eisen gesteld dienen te
worden dan voor de eerste groep.
Wij hebben, zowel schriftelijk als tijdens
de hoorzitting over dit onderwerp, bena
drukt, dat dit onderscheid in de opleidin
gen voor het vereiste diploma tot uit
drukking dient te komen.
De samenstelling van het opleidingspak
ket willen wij - en met ons zeer velen in
de reiswereld - in handen gelegd zien
van een onafhankelijke stichting waarin
de reisorganisatoren en de reizenverko-
pers maximaal vertegenwoordigd zijn.
Alleen op deze wijze kan de in de prak
tijk gevoelde behoefte aan deskundig
heid het beste vertaald worden in de op-
leidingsstof.
Een instantie die aan al deze eisen vol
doet kennen we reeds. De Svator (Stich
ting Vakopleiding Toerisme en Recrea
tie) is op het terrein van opleidingen
voor de reiswereld reeds geruime tijd
werkzaam en representeert de reiswe
reld in Nederland nagenoeg volledig.
Voorstellen om een nieuw instituut in
het leven te roepen voor een taak die
door de Svator op uitstekende wijze
wordt vervuld, leidt tot doublures en dus
tot verspilling.
Een derde punt dat onze aandacht
vraagt is de eis van kredietwaardigheid
waaraan voldaan zal moeten worden,
wil een vergunning verkregen worden.
De banken in Nederland kennen reeds
geruime tijd een eigen regiem op dit
punt, waarop toezicht wordt uitgeoe
fend door De Nederlandsche Bank
krachtens de Wet Toezicht Kredietwe
zen. Zouden naast deze eisen aan de
banken nog andere eisen gesteld wor
den vanuit een vestigingsregeling voor
reisbureaus dan zou dat een dubbele
last op ons kunnen leggen, waartoe de
noodzaak ontbreekt en waardoor een
uniforme behandeling van reisbureaus
wordt verstoord.
Wij hebben onze visie over een komen
de regulering voor de reizenverkoop in
Nederland op de daartoe bestemde
plaatsen duidelijk gemaakt, niet omdat
we een regeling van de hand wijzen of
zouden moeten vrezen. Wij hebben onze
mening naar voren gebracht omdat wij
verspilling van energie en middelen af
wijzen in een, op zich, goede zaak.
CONSUMPTIEF KREDIET EN
RENTEPERCENTAGE
Dat jonkie moet nu maar eens van de
melk af en net als zijn grote broers aan
de vaste spijzen gaan wennen, zal de
staatssecretaris van Economische Zaken
gedacht hebben. Hij heeft in ieder geval
onlangs aan de SER advies gevraagd
hoe via de wet de verplichting opgelegd
kan worden tot vermelding van het wer
kelijke rentepercentage op jaarbasis bij
het aanbieden en verstrekken van con- j
sumptieve kredieten.
Dat consumptieve krediet heeft als na
komertje onder de financieringsvormen
van de banken van het begin af aan een
eigenaardig trekje vertoond. Van meet-
aan werd het usance bij dit krediet geen j
werkelijke rente te noemen, maar in ta
bellen aan te geven welk bedrag de kre-
dietnemer in handen krijgt en welke be
dragen hij tijdens de looptijd verplicht
maandelijks moet aflossen. Een ge
woonte, die wel voortgekomen zal zijn
uit de overweging, dat het hier meestal
om kleine bedragen gaat, die op betrek-
kelijk korte termijn moeten worden te
rugbetaald, zodat het voor de kredietne
mer vooral van belang is te weten, hoe
veel hij daarvoor maandelijks van zijn in
komen moet afstaan.
Aan die usance hebben ook wij ons tot
nu toe geconformeerd. Ondertussen
moeten wij met vele anderen, niet alleen
de staatssecretaris maar met name ook
de consumentenbonden, erkennen, dat
het toch wel opvallend is, dat er bij bij
voorbeeld hypothecaire financiering wél,
maar bij een consumptief krediet niet
het rentepercentage genoemd pleegt te
worden. De 'consumerende' kredietne
mer heeft immers evenzeer belang bij
dit percentage, al was het alleen maar
om de diverse aanbiedingen gemakkelijk
met elkaar te kunnen vergelijken! Te
recht is er op gewezen dat de tot nu toe
alom gevolgde gewoonte hier te weinig
rekening mee houdt.
Wij hebben daarom besloten om wat
ons betreft nu alvast de gevestigde
usance om te buigen: wij zullen dan ook
voortaan in onze aanbiedingen tevens
het werkelijke rentepercentage op jaar
basis gaan noemen. De tabellen met
maandtermijnen e.d. kunnen voor het
gemak van de kredietnemers blijven be
staan, maar het is goed dat het rente
percentage erbij hoort. Mede daardoor
zal de kredietnemer de volwassen infor
matie ontvangen, waarop hij zeker vol
gens onze 'Geld en goede raad' opvat
ting recht heeft.
TWEE MILJOEN ANWB-LEDEN
Het ledental van de ANWB is vorige
maand boven de twee miljoen gekomen.
Dat is een gelukwens waard en geeft
ons en de ANWB tevens de gelegenheid
om met bijzondere voldoening terug te
zien op de goede samenwerking die in
korte tijd tussen onze banken en de
ANWB gegroeid is. Sinds vorig jaar im
mers zijn op de kantoren van onze ban
ken voor het publiek ook bepaalde dien
sten van de ANWB verkrijgbaar. Iemand
die lid van de ANWB wenst te worden,
lid van de wegenwacht of over een 'reis-
en kredietbrief' wil beschikken, kan
daarvoor bij de Rabobank terecht.
Dit blijkt zeer goed te zijn aangeslagen.
Het nu bereikte, indrukwekkende leden
tal van meer dan twee miljoen is mede
bereikt door de inzet van de medewer
kers van de Rabobanken. De ANWB liet
ons daarvoor uitdrukkelijk zijn grote
waardering blijken. Door de Raboban
ken werden in de periode november
1976 tot en met juli 1977 bijna 12 000
nieuwe ANWB-leden ingeschreven, ter
wijl de verkoop van 'reis- en kredietbrie
ven' een stijging van 20 500 vertoonde I
Wij zijn blij met dit resultaat, voor de
ANWB en voor onszelf. Het bevestigt
onze verwachting dat wij in goed sa
menspel met de ANWB ook op dit ter
rein, dat nauw aansluit bij dat van onze
reisbemiddeling, onze cliënten van
dienst kunnen zijn.