geld- en
kapitaalmarkt
De ontwikkelingen die zich in de maand september
voordeden, waren grotendeels overeenkomstig de ver
wachtingen. Op de geldmarkt zette de seizoenmatige
verkrapping door en op de kapitaalmarkt sloeg de ren
tedaling, na een aanvankelijke stagnatie, om in een (ge
ringe) stijging.
Van groot belang voor met name de toekomstige ont
wikkelingen van de gulden en daarmee voor de geld
en kapitaalmarkt waren in de afgelopen maand vooral
het verschijnen van de Miljoenennota en de Macro
Economische Verkenning alsmede het bekend worden
van het tekort op de lopende rekening van de beta
lingsbalans in het tweede kwartaal van 1977.
Ten aanzien van het laatste waren de achterliggende
ontwikkelingen reeds langer bekend. De handelsbalans
vertoonde een tekort van f 1 114 miljoen waartegen
over slechts een overschot in het onzichtbare verkeer
(met name diensten) stond van f469 miljoen, zodat de
lopende rekening per saldo, op transactiebasis, een te
kort te zien gaf van f645 miljoen en seizoengecor-
rigeerd van f 1 miljard. De betalingsbalans vertoonde in
het tweede kwartaal, op kasbasis, een overschot van
f 1 349 miljoen tegen een tekort van f640 miljoen in
het eerste kwartaal.
In het kapitaalverkeer vond per saldo een kapitaaluit-
voer plaats van f600 miljoen. Hieraan lag mede ten
grondslag dat Nederland investeringen deed in het bui
tenland voor f 1 miljard en dat het buitenland haar in
vesteringen in ons land met f 300 miljoen verminderde.
Hiertegenover stond een kapitaalinvoer van f 1 900
miljoen in het effectenverkeer, waarvan bijna f 1,6 mil
jard haar weg vond naar Nederlandse obligaties. Hoe
het buitenland op deze cijfers zal reageren, moet wor
den afgewacht. In eerste instantie werd de positie van
de gulden iets zwakker.
In de Miljoenennota werd de raming van de financie
ringsbehoefte van het Rijk in 1977 wederom aange
past. Ditmaal komt zij f400 miljoen hoger uit zodat de
behoefte nu f9,4 miljard bedraagt. Op 5 oktober was
reeds, bijna geheel via monetair neutrale middelen,
voor ten minste 92 in de dekking voorzien.
De financieringsbehoefte in 1978 wordt begroot op
f 12,6 miljard. Hiervan zal f4 miljard kunnen worden
gedekt uit de voorinschrijfrekening, zodat voor f8,6
miljard financieringsmiddelen zullen moeten worden
gevonden. Over het mogelijk monetair financieren hier
van staat opgemerkt: 'Het in 1978 te verwachten kapi-
taalmarktberoep wordt in sterke mate bepaald door de
omvangrijke financieringsbehoefte van de totale over
heid en de bij een overschot op de lopende rekening
van ruim f 6 miljard noodzakelijk te achten omvangrijke
netto kapitaaluitvoer. Tegen deze achtergrond is het
de vraag of monetaire financiering door de schatkist
geheel zal kunnen worden vermeden'. Aangezien er
nog tal van maatregelen zullen moeten worden geno
men door het nieuwe kabinet en het oude wellicht nog
zal beslissen over een uitkering ineens ten laste van de
schatkist moet aan de cijfers voor 1978 nog niet te veel
waarde worden gehecht. Het lijkt zeer goed mogelijk
dat de financieringsbehoefte van het Rijk het komend
jaar niet onaanzienlijk hoger zal uitvallen.
De geldmarkt vertoonde vanaf eind augustus een ver
krapping. Deze werd veroorzaakt door grote afdrachten
aan het Rijk waar slechts in beperkte mate uitkeringen
tegenover stonden.
Aangezien de politiek van De Nederlandsche Bank er
nog steeds op gericht is om de geldmarktrente in Ne
derland niet te hoog te laten oplopen, heeft zij ook de
afgelopen maand weer een slagvaardig compensatie-
beleid gevoerd door middel van valutaswaps en specia
le beleningen. Zo werden op 8 en 15 september dol-
larswapstransacties uitgevoerd ten bedrage van f 155
miljoen en f92 miljoen.
Daarna werd een speciale belening afgesloten voor de
periode 15/9-21/9 ter grootte van f837 miljoen tegen
een rente van 4'A Tegen dezelfde rentevoet werd
een belening van de periode 30/9-1/11 afgesloten.
Deze kreeg een omvang van f 1 135 miljoen. Daarmee
is voor de gehele periode van de vennootschapsbelas
tingafdrachten een belangrijke steun verleend.
De geldmarktrente gaf een neerslag te zien van de ver
krapping enerzijds en de compensatie anderzijds. De
tarieven voor de 3-maands interbancaire deposito's no
teerden in september gemiddeld 4,50% tegen 3,60%
in augustus.
De rente op de kapitaalmarkt vertoonde in de eerste
helft van de maand nog enige daling en gaf vervolgens
een stijgende tendens te zien. Het maandgemiddelde
kwam uit op 7,65 tegen 7,67 in augustus. De oor
zaken voor de (wellicht tijdelijke) omslag in de rente
waren met name het bekend worden van het tekort op
de lopende rekening, de Miljoenennota en de wat aan
trekkende depositorentes. Een en ander had tot gevolg
dat de beleggers (en met name ook het buitenland) zich
wat terughoudender gingen opstellen. Dit was ook op
de emissiemarkt voelbaar waar de Staat der Nederlan
den op 4 oktober weinig succesvol was met een 7%
lening welke de relatief lange gemiddelde looptijd van
10,5 jaar had. Hierop werd uiteindelijk door middel van
het tendersysteem f150 miljoen toegewezen tegen
een koers van 99
De Republiek Oostenrijk gaf eerder in de maand sep
tember een 73A lening uit met een gemiddelde loop
tijd van 11 Vi jaar. Deze had een omvang van f 75 mil
joen en een couponrente van 73/i De belangstelling
hiervoor was zodanig dat zij tegen een koers van 99
goed kon slagen.
Dit kan zeker ook worden gezegd van de 73/4 obliga
tielening van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boe-
renleenbank B.A. per 1978-1987. Tegen een koers van
100,5% kon deze lening met een emissiebedrag van
f 150 miljoen met groot gemak worden geplaatst. Het
betrof, naast de vele soorten pandbrieven, de derde
obligatielening van de coöperatieve banken. Eerder
werd namelijk door de Coöperatieve Centrale Boeren
leenbank een IVi obligatielening per 1977/1979 uit
gegeven en door de Centrale Rabobank een 9'/2 kapi
taalobligatielening per 1980-1989.
De laatste lening in de maand september werd met
succes door Pierson, Heldring Pierson tegen 99
uitgegeven. Zij was f60 miljoen groot en had een cou
ponrente van IVz De gemiddelde looptijd bedroeg
eveneens 5,5 jaar.