banken: stofnesten of supermarkten? 32 Enige tijd geleden stond in de NRC een verslag over de resultaten van een onderzoek onder jongeren naar hun mening over een reeks beroepen. Het onderzoek werd gehouden door het reclame-onderzoekbureau Lintas. Uit het onderzoek bleek dat de bankemployé algemeen wordt gezien als de vertegenwoordiger van sleur, routine, binnenzitten en administratief werk. Daarmee fungeert deze functie ongeveer als het nulpunt op de waarde- rings-meetschaal. Dit onderzoekresultaat komt niet geheel uit de lucht vallen. Bankemployés zijn nu eenmaal geen straaljagerpiloten. Een kenmerkend verschil zal bijvoorbeeld de behoefte aan zekerheid zijn. Maar daar door leggen wij ons misschien te mak kelijk neer bij de negatieve uitstraling van de functie van bankemployé. Het zal duidelijk zijn dat het bestaande functie beeld nadelig kan doorwerken bij het aantrekken van personeel. Want het beeld van de functie en de werkelijke in houd daarvan wijken volkomen van el kaar af. Daar wij jaarlijks enkele duizenden nieu we medewerkers nodig hebben is het van het grootste belang dat kandidaten weten wat er van hen wordt verwacht. Persoonlijke dienstverlening Het bankbedrijf verleent aan haar cliën ten persoonlijke diensten met een sterk advieselement. Daarbij is de inzet van de medewerkers zo belangrijk, dat wij de persoonlijke service niet alleen be schouwen als een apart marketingin strument maar als beslissend voor de commerciële resultaten. Aan het perso neel moeten derhalve zware eisen wor den gesteld. Opleidingsactiviteiten zijn hier onmisbaar, echter niet voldoende. De opleiders moeten kandidaat-mede- werkers krijgen die ook qua aanleg ge schikt zijn voor hun taak. Een taak die tegenwoordig afwisselender is dan me nige andere buiten het bankwezen! Dat komt door de grote ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan in de dienstver lening door banken. Ontwikkelingen in de dienstverlening door banken De traditionele omschrijving van een bank is: 'een instelling die kredieten ver leent met gelden die aan haar toever trouwd zijn'. Drs. J. H. J. Aders Stafgroep Marktbeleid Men onderscheidde verschillende soor ten bankinstellingen al naar gelang de markt waar een bank zich op richtte. Zo kende men landbouwkredietinstellingen, handelsbanken en spaarbanken. Onder invloed van drang naar expansie, risicospreiding en wensen vanuit de markt is echter een branchevervagings proces ingezet. Dit proces leidt ertoe dat de verschillende soorten bankinstellin gen zich meer en meer op dezelfde markten gaan richten. De handelsbanken hebben bijvoorbeeld hun activiteiten al geruime tijd uitge breid tot de markt voor particulieren en de landbouwkredietinstellingen hebben inmiddels grote belangen buiten de agrarische sector liggen. De historische oorsprong van een instel ling vindt men nog wel terug in sterke posities op de oorspronkelijke markt, maar bij het bepalen van het marktbe leid moet men rekening houden met toenemende concurrentie. Het branchevervagingsproces heeft niet alleen betrekking op het verlenen van bankdiensten aan particulieren en be drijven. De traditionele definitie van een bank begrensde bancaire activiteiten tot de middelen- en uitzettingensfeer. Door de branchevervaging heeft de bank deze grenzen overschreden. Verzekeringen, reizen en makelaardij zijn ook bankdien sten geworden. Uitbreiding van het ban caire dienstenpakket met belastingadvi- sering en administratieverzorging heeft hier en daar al plaatsgevonden. Geld en goede raad Een kenmerk van de nieuwe diensten is dat de bank hier een functie vervult als adviseur van de cliënt. Ook bij de traditi onele bankdiensten zien we een stijgen de behoefte aan deskundige financiële voorlichting. Door gebrek aan ervaring is het publiek veelal niet in staat om de met de stijgende welvaart steeds veel- zijdiger wordende financiële huishou ding in privé- of zakelijke sfeer zelfstan dig te beheren. De behoefte aan voorlichting heeft op het terrein van de gelddiensten geresul teerd in spaar- en beleggingsadvisering, hypotheekmodellen, financiële planning en branche-adisering. Wij moeten onszelf kortom presenteren als bank voor geld en goede raad. Een nieuwe generatie bankmede werkers Onder invloed van branchevervaging en de stijgende behoefte aan financiële voorlichting worden hogere eisen ge steld aan de bankmedewerkers. In het bijzonder geldt dit voor de medewerkers van de bijkantoren. Onder bijkantoor moet in dit verband eveneens worden verstaan de baliehal van het hoofdkan toor. In het verleden werd een bijkantoor gezien als een kaskantoor waar de me dewerkers voornamelijk tot taak hadden het verrichten van eenvoudige mutaties, welke bestonden uit opnamen en stor tingen ten gunste van en ten laste van spaarrekeningen en rekening-courant. Hun taak was te zorgen voor een accu rate en vriendelijke bediening van de cliënten in het kader van het geldver keer. De vereiste bekwaamheden kon den toen dan ook beperkt blijven tot een zekere administratieve kennis en goede contactuele eigenschappen. Inmiddels hebben grote uitbreidingen in het dienstbetoon van banken plaatsgevon den met o.m. privé-rekeningen, verzeke ringen, effecten, persoonlijke leningen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 34