Veel accent wordt op deze relatie ge
legd. Als de coöperatie zich niet tegen
over de leden strikt gebonden voelt, is
de voorwaarde voor een engagement
van de kant van de leden afwezig.
Welke verplichtingen heeft de coöpera
tie in dit opzicht? Naast handelen over
eenkomstig de statutaire doelstelling
gaat het vooral om het streven naar zo
goed mogelijke resultaten voor de
coöperatie en de leden gezamenlijk. De
omzetten van de coöperaties sec en hun
bedrijfsresultaten enz. geven niet de
economische betekenis aan. Eerst wan
neer ook de bedrijven van de leden in
beeld zijn gebracht, kan men gaan reke
nen en beoordelen.
Het engagement van de coöperatie te
genover de leden heeft in de gedachten
van de werkgroep vergaande conse
quenties voor het investerings-, finan-
cierings- en prijsbeleid.
Een investering ter grootmaking van de
coöperatie als zodanig, zonder dat van
uit de ledenkring de behoefte daaraan is
gebleken, is uit den boze. Het motief dat
wat goed is voor de coöperatie, ook
goed is voor de leden, spreekt de Franse
werkgroep niet aan. Ook het reageren
op maatregelen van concurrenten wil de
werkgroep beperken. De concurrenten
moeten op maatregelen van de coöpe
ratie reageren; niet andersom.
Financiering: de werkgroep geeft voor
keur aan kapitaalvorming door leden bo
ven het inhouden van een deel van een
prijs. Tegenover verhoging van het aan
deelkapitaal moet verbetering van de
dienstverlening - in brede zin - staan.
Ook is de werkgroep voorstander van
participatie van niet-leden in de risico
dragende financiering.
Prijsbeleid: groot tegenstander is de
werkgroep van kwantumkortingen, hoe
duidelijk ook beredeneerd vanuit kos
tenoverwegingen. Dit soort korting
maakt van het lid een cliënt en leidt tot
voortdurend onderhandelen in eigen
kring. c'est une démarche anticoop-
érative'. Het leidt tot onevenwichtighe
den binnen de coöperatie, voert tot het
ontstaan van pressiegroepen en mondt
uit in onderlinge belangenstrijd.
Vergroting van de solidariteit tussen
coöperaties
Het hoofdstuk hieraan gewijd bevat ook
een veelheid van gedachten waarover
gepraat zal worden. Kort samengevat
pleit de werkgroep voor hechte samen
werking tussen alle landbouwcoöpera
ties om samen zo efficiënt mogelijk te
opereren en om de leden de voordelen
daarvan te kunnen geven: investerings
beleid, verkoopbeleid, personeelsbeleid,
research enz. Van concurrentie tussen
coöperaties mag geen sprake zijn. Ook
op financieringsgebied zou er meer ge
meenschappelijk kunnen worden ge
daan.
Plaats van het personeel in de
coöperatie
Hoewel er op korte termijn belangente
genstellingen tussen de leden en perso
neel kunnen bestaan, op lange termijn
overheerst het gemeenschappelijk be
lang. Het personeel dient daarom in het
democratisch systeem van de coöpera
tie te worden opgenomen, aldus de
werkgroep. Dit gaat gepaard met infor
matie, betrokken worden in werkgroe
pen en commissies enz. Op de funda
mentele kwestie van de structurele
plaatsbepaling van het personeel wordt
echter niet ingegaan.
Waardering
Het Franse rapport 'L'avenir des coopé-
ratives agricoles' vormt boeiende littera
tuur. Het is bedoeld als discussiestof
voor ledenvergaderingen van coöpera
ties. In die opzet is het rapport geslaagd.
Veel waardering kan men hebben voor
de poging het coöperatief denken de
werkgroep gebruikt de term 'La Coopé-
ration' met hoofdletter - nieuw leven in
te blazen. De gedachten over tweezijdig
engagement en solidariteit geven stof
tot nadenken.
Kardinaal acht ik de uitspraak dat de
coöperaties motor van de bedrijfs
ontwikkeling bij de leden zijn geworden.
In de reële uitwerking van deze stelling
schiet het rapport helaas tekort. De aan
bevelingen over engagement en solida
riteit zouden waarschijnlijk - het is wel
zeker - nuances hebben opgeleverd in
vergelijking met hetgeen het rapport nu
biedt, wanneer die moderne functie van
de coöperatie meer tot leidraad van de
gedachten was gemaakt.
Verder is de personeelsparticipatie een
praktisch oningevuld hoofdstuk geble
ven. Dit is niet verwonderlijk. Vanuit het
wetenschappelijk denken zijn er op dit
terrein nog geen aanreikingen gedaan
die het mogelijk maken in de beleids-
sfeer tot aanvaardbare constructies te
komen.