Zomaar een foto van een terrasje aan
de Champs-Elysees in Parijs.
Ook daar lopen of zitten de kritisch
geëngageerden, de te/eurgeste/den, de
onverschilligen. Ook de trouwe leden
van de coöperatie zul je er wel tegen
kunnen komen.
frans studierapport
trouw naar vergaderingen 'pour retrou-
ver des connaissances et se sentir en fa
milie', dus voor sociaal contact.
- de teleurgestelden: deze zijn het zicht
op het coöperatiegebeuren kwijtgeraakt.
Hun kritiek richt zich op het groot zijn,
het veraf zijn en de bureaucratie,
- de onverschilligen: ongeveer 25
van de boeren in Frankrijk. Zij zijn geen
lid van de coöperatie doch willen er wel
zaken mee doen als cliënt. Zij beschou
wen eigenlijk de coöperatie als behoren
de tot de verleden tijd.
De vier verschillende typen hebben zo
hun eigen opvattingen over het nut, de
functie en de doelstelling van de coöpe
ratie. Evenwel, uitspringende bij alle me
ningen is het zuivere economische mo
tief: de coöperatie brengt als het goed is
economisch voordeel.
Een tweede belangrijk gegeven is dat de
aanhangers van de coöperatiegedachte
eisen dat zij weer betrokken worden bij
de gang van zaken. Dat moet ook moge
lijk zijn bij de grote coöperatieve onder
nemingen.
Het komt erop neer dat de boeren hun
coöperaties zien als gemeenschappelijk
instrument voor de voorziening in be
drijfseconomische behoeften. Overigens
geen verrassende ontdekking. Van het
begin af is het niet anders geweest. De
Franse werkgroep houdt de wagen hier
mee in het oude vertrouwde spoor, zij
het met één belangrijke uitzondering.
Voorheen fungeerden de coöperaties als
verlengstuk van het eigen bedrijf; nu is
er een tendens dat zij de motor van de
ontwikkeling in de eigen bedrijfsvoering
van de leden zijn. Dit is een uitermate
groot verschil. Wij volgen met belang
stelling de uitwerking van déze visie van
de Franse werkgroep.
Motor van de ontwikkeling gericht op:
1 inkomensverschaffing aan de leden;
2 zekerheid voor de leden;
3 democratie in eigen gelederen;
4 solidariteitsbevordering in ledenkring
en tussen coöperaties onderling;
5 aandacht voor behoeften en verwach
tingen van het personeel.
Vergroting van het 'engagement'
Wat er nu nodig is om de genoemde
doelstellingen te realiseren is een ver
groting van het engagement van de le
den tegenover de coöperatie en van de
coöperatie tegenover de leden. Onder
'engagement' kan worden verstaan 'het
zich gebonden weten aan'. De Franse
groep vraagt hierbij actie die tweezijdig
is gericht. De leden moeten zich tegen
over de coöperatie binden. Statutair zul
len daar strikte regels met sancties voor
moeten worden gesteld. De periode van
binding mag niet te lang zijn: 3 a 5 jaar.
Voor die tijd gaan de leden een duide
lijke leverings- en/of afnameplicht aan.
Ook in financieel opzicht aanvaardt het
lid de nodige verplichtingen tegenover
de coöperatie.
Nu het omgekeerde: welke binding gaat
de coöperatie tegenover de leden aan?