frans studierapport
over toekomst
landbouwcoöperatie
29
Nu wij in ons land op
honderd jaar landbouw
coöperatie kunnen bo
gen, is het Franse rap
port, dat de heer Wind
bespreekt, ook voor ons
een goede aanzet om
mee te denken over de
toekomst van de coöpe
ratie.
De Franse situatieteke
ning mag dan, zoals de
heer Wind reeds terecht
opmerkt, ook op de Ne
derlandse ontwikkelingen
toepasselijk zijn, de Fran
se gedachten voor de
toekomst zouden wij niet
onverkort willen onder
schrijven. Ook de heer
Wind laat naast zijn
waardering voor het rap
port merken dat met
name de concrete uitwer
king kritisch bezien moet
worden. De verdienste
van het rapport is onte
genzeggelijk, dat het ook
in ons land tot een bezin
ning op de komende ont
wikkeling van de coöpe
raties kan stimuleren.
Een breed samengestelde werkgroep
heeft onder de hoede van de Confédéra-
tion Franpaise de la Coopération Agrico-
le een rapport uitgebracht de werk
groep noemt het bescheiden 'project de
rapport' - waarin het streven van de
landbouwcoöperatie als ondernemings
vorm in deze tijd kritisch wordt doorge
licht. Het gaat in het rapport over de
Franse landbouwcoöperatie. Het zou
echter net zo goed voor de Nederlandse
en Westeuropese landbouwcoöperatie
geschreven kunnen zijn, want de ont
wikkelingen die worden gesignaleerd
zijn algemeen.
De werkgroep stelt vast:
a Er bestaat twijfel over het nut van
handhaving van coöperaties omdat 'het
eigene' voor een groot deel verloren is
gegaan, althans in de ogen van velen.
b Er zijn conflicten en belangentegen
stellingen ontstaan tussen leden onder
ling, tussen leden en de coöperatie, tus
sen coöperaties onderling.
c De coöperatie staat voor het grote
vraagstuk van de interne plaatsbepaling
van het personeel.
De analyse is hard en bij de tijd. De pro
bleemstelling is eerlijk: heeft de land
bouwcoöperatie nog toekomst en zo ja,
wat moet er dan gebeuren? Welke zijn
de doeleinden anno 1976 (de 'finalités')
Hoe kunnen die worden bereikt?
De oplossing is dogmatisch en daarin
consequent. Hierin ligt naar mijn mening
zowel de kracht als de zwakte van het
rapport. Interessant en zeker uitno
digend om er een beschouwing aan te
wijden.
Analyse
De omgeving waarin de coöperatie als
onderneming fungeert, is in vergelijking
met vroeger drastisch gewijzigd: grotere
markten, sterkere concentraties op de
markten, tendens tot overproduktie, ver
anderende behoeftenfactoren bij consu
menten, optreden van multinationale
ondernemingen in wereldverband.
Dr. D. Wind
De landbouw is anders geworden, zo
ook het landbouwbedrijf. Door een gro
tere diversiteit (produktierichting, pro-
duktieomvang, produktiemethoden, ka
pitaalstructuur, kwaliteitleiding) zijn er
onderling tegengestelde belangen ont
staan. Individuele concurrentie (bijv. ter
verkrijging van grond) en collectieve
concurrentie (het produkt van de één is
grondstof voor de ander, substitutiemo
gelijkheden, regionale concurrentie) zijn
feiten van de dag.
De coöperaties zijn veranderd. Groei en
concentratie duiden dat in voldoende
mate aan.
Kwalitatief en kwantitatief is de factor
personeel sterk in betekenis toegeno
men. Het schema van de oorspronkelijke
coöperatieprincipes laat ons hierbij in de
steek. Uit dit alles concludeert de werk
groep dat een nieuw onderzoek naar de
functie en doelstelling van de coöperatie
op zijn plaats is.
Functie en doelstelling anno 1976
Aardig is dat op basis van een breed op
gezette enquête onder boeren aan dit
onderwerp inhoud is gegeven. De en
quête leverde vier typen boeren op:
- de kritisch geëngageerde leden: zij
zoeken bij de coöperatie economische
voordelen: zekerheid voor afzet tegen zo
goed mogelijke prijs. Aan coöperatie
principes hebben zij weinig of geen
boodschap. Het zijn vooral de grotere
jongens.
- de trouwe leden: meest kleine boeren
die vanwege de behoefte aan zekerheid
bij de coöperatie zweren. Zij komen ook