1985 bij kaarslicht?
volgende decennium het licht al uitgaat.
Uitstel kan dus feitelijk niet geduld
worden, vooral niet omdat
energiebesparende maatregelen ook
niet van vandaag op morgen kunnen
worden ingevoerd. Zo kost het
vervangen van het wagenpark in enig
land tien jaar; de overgang op een ander
verwarmingssysteem voor
huishoudingen (stadsverwarming) en
industrie duurt twintig tot dertig jaar en
de vernieuwing van alle woningen en
gebouwen vergt omstreeks een eeuw.
Wanneer wij ons deze problemen niet
goed realiseren, ontstaat er een sociaal
en economisch klimaat, waarin
spanningen tot de meest ongewenste
situaties kunnen leiden, niet alleen
nationaal maar ook internationaal. Wat
te denken van de positie van het
Midden-Oosten, als het zowel de
olieleverancier wordt van het oostblok
als van de westerse landen, leder zal
begrijpen, dat hier ernstige wrijving
dreigt als de beide blokken hun
afhankelijkheid te groot vinden worden
en dit tegen willen gaan door
bijvoorbeeld een annexatie van de
grootste aardolieleverancier, te weten
Saoedi-Arabië.
olie-equivalenten op 3 000 miljard
vaten, aan potentiële reserves wordt
viermaal zoveel geschat. Het gebruik
van steenkool op grote schaal vergt
echter ingrijpende ontwikkelingen,
zowel bij de producent als bij de
verbruiker. Denk alleen maar aan de
milieuvervuiling die zal optreden, indien
daar geen technische oplossing voor
wordt gevonden. Ook de wereldreserves
aan aardgas zijn nog aanzienlijk.
Hier is echter het transport naar de
verbruiker een kostenprobleem. De
distributie van dit aardgas vereist
namelijk een uitgebreid en zeer kostbaar
vervoersysteem. Bovendien is niet
iedereen gelukkig met de opslag van
aardgas in zijn buurt.
De ontwikkeling van
energie-opwekkingsmethoden met
behulp van zon, water, wind en
aardwarmte schijnt technisch nu
mogelijk te zijn, maar nog verre van
economisch. Het is de vraag of dit ooit
wel zo zal worden, hoewel bij een sterke
prijsstijging van aardolie en aardgas
rendabel zijn in de toekomst niet moet
worden uitgesloten, vooral wat
zonne-energie betreft.
Wat overblijft, ten minste gezien het
huidige scala van mogelijkheden, is de
kernenergie. De elektriciteit uit
kernenergie zal een belangrijke bijdrage
kunnen leveren aan de
wereldenergievoorziening, mits
kerncentrales op grote schaal zullen
kunnen worden gebouwd. Ondanks
bezwaren van allerlei aard uit diverse
hoeken zal het toepassen van
kernreactoren op korte termijn er zorg
voor kunnen dragen, dat wij in de
periode na 1985 kunnen leven zoals wij
nu doen. Het aandeel van kernenergie in
de totale energiebehoefte zal volgens de
OESO in 1985 20 in 1990 27 en in
200040 bedragen. Daarna zal de
kernfusie (ander procédé dan de
kernsplitsing) een groot deel van de
energiebehoefte kunnen gaan dekken.
Aanvankelijk verwachtte de Nuclear
Energy Agency (NEA), het energiebureau
van de OESO, dat de capaciteit van de
kerncentrales vóór 1980 nog circa 33
hoger zou moeten liggen dan thans
wordt aangenomen. De NEA heeft haar
oorspronkelijke prognose herzien in het
licht van onder meer de toenemende
neiging tot energiebesparing, de lagere
investeringsgeneigdheid ten gevolge
van de economische recessie, aversie
tegen het gebruik van uranium en
plutonium en de steeds strenger
wordende veiligheidseisen. Met name
de weerstand tegen kernenergie bij het
publiek is een factor die een grote rol
speelt en die zelfs de economische
voordelen van kernenergie op de
achtergrond stelt. De huidige
energiesituatie en de
energieproblematiek in de nabije
toekomst zal ons tot een keus dwingen.
Besparingen zijn mogelijk, hoewel het
resultaat marginaal zal zijn, gezien de
ervaringen van na de laatste
energiecrisis. Hoogstens kunnen wij de
structurele stijging van het
energieverbruik enigszins afremmen.
Wij zullen echter als een gegeven
moeten accepteren, dat de
energiebehoefte in de toekomst zal
toenemen, niet alleen in de ontwikkelde
wereld, maar ook in dat gedeelte, dat
wij de derde wereld noemen.
Kernenergie op een verantwoorde basis
zou wel eens de enige manier kunnen
zijn om na 1985 het licht aan te houden.
Hopelijk zullen wij dan ook een zodanige
technische ontwikkeling meemaken, dat
de huidige bezwaren tegen het gebruik
van kernenergie worden weggenomen.
Zo'n ontwikkeling zou de basis kunnen
worden voor een nieuw energietijdperk.
Energy global prospects 1985-2000.
Uitgegeven door McGraw-Hill.
2) Central Intelligence Agency, The
international energy situation: outlook to
1985 (1977).
Grilleren op
zonne-energie
aardig om je
tuingasten
te laten zien,
maar geen
oplossing voor
het energie
probleem.
Hoop op verbeterde technische
ontsluiting van andere
energiebronnen
Terugkerende van deze weinig
opwekkende toekomstgedachten naar
de hedendaagse realiteit en
beschouwende de nu bestaande
energie-alternatieven, kan allereerst
geconstateerd worden, dat er steenkool
voldoende is om in belangrijke mate in
de toekomstige wereldenergiebehoefte
te voorzien.
De voorraad aan steenkool wordt
geschat aan de hand van