1985 bij kaarslicht? De energiecrisis waarmee wij in 1973 werden geconfronteerd is al weer aardig ver in onze herinnering weggezakt. Ons energieverbruik heden ten dage kan immers bepaald niet als zuinig worden betiteld. De auto vervoert ons weer vele kilometers, we laten de lichten volop branden, de gordijnen staan zo leuk aan de zijkanten van het venster en de verwarming mag best wat hoger staan, want zo'n dik vest zit ook niet altijd even gemakkelijk. Kortom, wij leven weer betrekkelijk ongestoord het oude leven van vóór 1973 en hopen dit nog lang vol te kunnen houden. Helaas zijn er nu toch wel enige stenen in de rimpelloze vijver van onbezorgdheid gegooid, zodat er zowaar golven ontstaan. Golven van ongerustheid veroorzaakt door onheilsprofeten, die beweren dat wij misschien al in 1985 's avonds bij kaarslicht de krant lezen, omdat de tv en de radio uit de ether zijn. Misschien zullen we ook onze fiets met kaarsvet moeten smeren, na al die jaren dat deze nagenoeg alleen maar ergens in de weg heeft gestaan. Dit schrikbeeld is gemakkelijk verder uit te bouwen. Hoe bereikt u uw kantoor, dat zich op de twintigste verdieping van een bouwwerk bevindt met een uitstekend trappehuis en helaas een stakende lift? Waarschijnlijk lopend, zult u zeggen. Veertig trappen op, in een hopelijk aero-dynamisch kostuum, zodat u tijdens uw dagelijkse prestatietocht zo weinig mogelijk luchtweerstand ontmoet. Eén uur eerder van huis zal ook noodzakelijk zijn en één uur later thuis is het gevolg. Op het eerste gezicht lijkt dit voorbeeld irreëel en ontsproten aan het op hol geslagen brein van een energiebezuinigingsfetisjist. In tweede instantie blijkt echter dat in het voorbeeld een grote kern van waarheid zit. Olie raakt op Het voorbeeld is namelijk de conclusie - weliswaar vrij geïnterpreteerd - van de zeer sombere voorspelling van de WAES-groep (Workshop on alternative Energy Strategies). Deze werkgroep bestaat uit 35 vooraanstaande deskundigen afkomstig uit 15 landen. Deze deskundigen zijn verbonden aan het bedrijfsleven, de overheidssector en de wetenschappelijke wereld. Voorzitter is professor Carroll T. Wilson van het Massachusets Institute of Technology. De Nederlandse leden zijn mr. A. A. T. van Rhijn, plaatsvervangend directeu.r-generaal voor de energievoorziening van het Ministerie van Economische Zaken en ir. A. C. Sjoerdsma, directeur van de Stichting Drs. J. H. Reusch medewerker Stafgroep Studiedienst Toekomstbeeld der Techniek. Hun conclusie loog er niet om en was de volgende: 'Het einde van het tijdperk van de groei in de olieproduktie is waarschijnlijk hoogstens slechts vijftien jaar van ons verwijderd. Voor de niet-communistische wereld mag zelfs aangenomen worden, dat deze al in 1981-1983 met een olietekort te maken krijgt.'1) Waarschijnlijk zult u, energieverbruiker/verspiller, nu enigszins anders aankijken tegen de inleiding van dit artikel, vooral als u leest, dat de conclusie van de WAES-werkgroep in grote lijnen overeenkomt met die van de Organisatie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in haar 'World Energy Outlook 1977' en tevens gelijk is aan de conclusies in het verslag betreffende de energiesituatie in de wereld van de CIA2), gemaakt in opdracht van president Jimmy Carter. In al deze rapporten gaat men er min of meer vanuit dat de wereld rond 1985 met een olietekort zal worden geconfronteerd. Volgens de WAES-werkgroep is de kans zelfs groot dat reeds in het begin van de jaren tachtig de vraag naar OPEC-olie het aanbod daarvan zal overtreffen, vooral indien de OPEC en met name Saoedi-Arabië als grootste producent haar produktie nu reeds zou limiteren. De OPEC-landen kunnen daarvoor de aanleiding vinden enerzijds in de overweging, dat de verdiende deviezen toch niet meer zinvol op korte termijn besteed kunnen worden en anderzijds in de overtuiging dat aardolie in de grond

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 28