onzekerheden in het
landbouwbeleid
rv
Het is ditmaal anders
dan anders. De rege
ringsstukken welke de
derde dinsdag in sep
tember zijn versche
nen, staan onder ver
antwoordelijkheid van
een demissionair kabi
net. Ook uit de land
bouwbegroting blijkt
duidelijk het bestaan
van deze politieke
schemertoestand.
f
15
agrarische industrie en die bovendien zich voortdurend
moet laten gelden in EEG-verband. De rol van zaak
waarnemer is echter voor geen enkele politicus interes
sant en leidt tot onzekerheid over het toekomstig be
leid.
In de samenvatting welke in de Memorie van Toelich
ting van het lopend landbouwbeleid wordt gegeven,
treft men het woord 'lastenverlichting' niet aan. Toch is
Drs. M. L. de Heer
Minister Van der Stee leidde de Memorie van Toelich
ting op zijn begroting in met een persoonlijk woord. Hij
zegt dat het stuk een beschrijvend en geen plannend
karakter kan hebben, doordat er nog geen nieuw kabi
net is geformeerd en dat een eventueel nieuw beleid
voorlopig 'in de schoot der goden' verborgen blijft.
In de discussie over de Troonrede hebben de demissio
naire ministers duidelijk gemaakt, dat er begin oktober
weer spijkers met koppen moeten worden geslagen.
De economische situatie staat niet toe dat men het
schip van staat dan nog langer laat dobberen. Wil dit
beleid voldoende politieke trekkracht krijgen, dan zal er
een nieuw kabinet moeten zijn. Uiteraard zullen de de
missionaire ministers wanneer zij er voor gesteld wor
den, hun verantwoordelijkheid niet ontlopen. Dit geldt
zeker voor de Minister van Landbouw, die immers de
afgelopen maanden belangrijke beslissingen moest ne
men ter begeleiding van de herstructurering van de
het een belangrijke beslissing van minister Van der
Stee geweest, dat hij in het voorjaar 87 miljoen gulden
ter beschikking stelde in verband met de slechte inko
menssituatie in de melkveehouderij. Dat geld is ten
dele bestemd voor structuurverbetering, het invoeren
van melktanks en de verbetering van gebouwen en
voor het overige voor de tijdelijke overname van een
deel van de financiering door de veehouders van ge
zondheidsdiensten en afzetbevordering. De belangrijke
vraag, of hiermede wordt doorgegaan, blijft in deze
Memorie van Toelichting onbeantwoord.
Onvoldoende prijzen
Evenals vorige jaren wordt er de nadruk op gelegd, dat
het agrarisch inkomen in de eerste plaats uit de markt
moet komen.
De Memorie van Toelichting stelt dat er daarom een
markt- en prijsbeleid moet worden gevoerd dat primair
gericht is op marktevenwicht en daardoor op de stabili
satie van de prijsvorming. Men moet aannemen
dat dit laatste vooral slaat op het beperken van sterke
fluctuaties van de prijzen; voor het inkomen van de
land- en tuinbouw is een geleidelijke toeneming van
het prijspeil op zijn minst gelijk aan netto-toeneming
van de kosten noodzakelijk om de rest van de econo
mie bij te houden. Dit prijsbeleid speelt zich uiteraard af
in de Europese Gemeenschap. Het is daarbij belangrijk
dat men zich realiseert dat de Nederlandse landbouw-
produkten voor meer dan de helft door buitenlandse
consumenten worden betaald en dat een prijsverho
ging, uiteraard zonder dat daaruit een krasse doorbre
king van het marktevenwicht mag voortkomen, uit nati
onaal oogpunt geen slechte zaak is.
Over de mogelijkheden van het markt- en prijsbeleid