de partnerbankeri aan deze stelregels
voldoen en mede ten behoeve van hun
cliëntèle op dergelijke financieringsaan-
vragen reageren. Tevens stelt een der
gelijke nauwe samenwerking van de
banken de importeurs en exporteurs in
staat gezamenlijk op bepaalde projecten
in te schrijven. Dergelijke multilaterale
projecten (waarvan bijvoorbeeld Duitse
en Nederlandse bedrijven meewerken)
ondervinden wel eens moeilijkheden bij
de financiering en/of garantiestelling.
Bedrijfsfinanciering
Een ander voorbeeld van de na te stre
ven functionele zakelijke samenwerking
is de grensoverschrijdende bedrijfsfinan-
ciering. Door middel van een onderling
kredietarrangement bieden de partner-
banken aan bedrijven met dochteron
dernemingen in het buitenland kort- en
langlopende financieringsfaciliteiten in
verschillende (euro-)valuta.
De bedrijfsrelatie van een partnerbank,
die in het buitenland dochteron-
dern3mingen heeft of wil oprichten, kan
dus door dit intra-Groep kredietsysteem
in de toekomst met zijn eigen 'huisbank'
zaken op internationale schaal doen. De
cliënt van een Rabobank regelt dus met
deze bank de financiering voor zijn deel-
bedrijf in één van de vijf betrokken lan
den. In een tijd waarin ook middelgrote
bedrijven naar standplaatsen elders in
Europa uitkijken, draagt een dergelijk
kredietarrangement tot een verhoging
van het dienstbetoon van de coöperatie
ve banken bij.
Internationale financiering
De sterke financiële positie van de part-
nerbanken alsmede hun standing, die in
dien gewenst ook het aantrekken van
gelden in buitenlandse en internationale
financiële markten zullen vergemakkelij
ken, stellen de UNICO BANKING GROUP
in staat in te spelen op de hierboven ge
noemde te verwachten omvangrijke fi
nancieringsbehoeften.
Deze worden grotendeels via openbare
en onderhandse kredieten en leningen
gedekt. Door een gecoördineerd en (ge
ografisch) gericht financieringsbeleid
wenst de Groep toegang te verschaffen
tot die debiteurengroepen, die zowel
voor de huidige cliënten als voor de ban
ken zelf perspectief voor nieuwe of addi
tionele transacties op langere termijn
bieden. Aangezien het hier veelal om
debiteuren met aanzienlijke kredietwen-
sen gaat, treedt juist hier de waarde van
de complementariteit van een bank-
groep op de voorgrond. Zonder boven
matige eenzijdige financiering en zonder
verhoogde risico's te lopen kan een indi
viduele bank niet aan dergelijke wensen
voldoen. Gezamenlijke financiering en/of
onderlinge risicospreiding maken het
aangaan van dergelijke transacties be-
drijfs-economisch verantwoord en te
vens mogelijk een bestaande falanx van
bankenconsortia te doorbreken.
Overige dienstverlening
Naast de hierboven genoemde activitei
ten stelt de nauwe samenwerking de
partnerbanken in staat hun clientèle in
cidenteel of regelmatig in tal van andere
bancaire en informatieve diensten te
voorzien.
Zo zal de particulier niet alleen van ad
vies worden gediend bij het beleggen in
buitenlandse activa maar de banken zul
len eveneens zorgdragen voor de afwik
keling van diens koop- en verkoopop
drachten. Deze dienstverlening beperkt
zich geenszins tot buitenlandse effecten
(aandelen en obligaties) maar strekt zich
ook uit tot beleggingen in onroerend
goed in het buitenland. Cliënten van de
plaatselijke Rabobanken kunnen door
hun huisbankier via de Franse organisa
tie Crédit Agricole bij de koop van on
roerend goed tot in de kleinste gemeen
ten in Frankrijk worden begeleid. Dit be
geleiden van de cliënt in alle mogelijke
transacties tot in de uithoeken van de
betrokken landen, hetzij in dorpen in de
Alpen, Pyreneeën, hetzij in Lapland,
wordt mogelijk gemaakt door het dichte
vestigingennet van de lidbanken van de
Groep.
Via zijn plaatselijke Rabobank verschaft
de cliënt zich toegang tot 36 000 kanto
ren in West-Europa. De afwikkeling van
zijn internationaal betalings- en han
delsverkeer met de betrokken landen zal
hierdoor worden bevorderd. Het dichte
vestigingennet vergemakkelijkt niet al
leen de bereikbaarheid van de handels
partner maar maakt via gemaakte af
spraken op het meer communicatieve
vlak een intensieve dienstverlening van
eikaars cliënten op velerlei terrein mo
gelijk. Te denken is in dit verband aan
handelsvoorschriften, bedrijfstakanaly
ses, informaties over nieuwe inkoop- en
afzetmogelijkheden (handelsbevorde
ring) en aan hulpverlening bij het zoeken
naar nieuwe handelspartners (handels
bemiddeling). Indien de cliënt mocht be
sluiten in één der betrokken landen een
(buitenlandse) dochteronderneming te
vestigen, dan kan het bedrijf over be
staande deviezen-, belasting-, transfer
voorschriften, alsmede over landelijke,
regionale en lokale investerings-, af-
schrijvings- en subsidieregelingen wor
den geïnformeerd.
Met het brede scala van bancaire en
overige dienstverlenende activiteiten
streven de deelnemende banken ernaar
het dienstbetoon aan de cliëntèle te in
tensiveren en gezamenlijk op nieuwe
deelmarkten op te treden of de positie
op de internationale financiële markt te
verstevigen.
De realisatie van deze voornemens ver
eist een voortschrijdende functionele af
stemming van de activiteiten van de lid-
banken. De partners zijn zich wel be
wust van deze uitdaging, waarvan zij de
moeilijkheden zien weerspiegeld in de
wrijvingen die ontstaan zijn binnen an
dere bankclubs. Desalniettemin treden
zij deze uitdaging met optimisme tege
moet. Immers, in tegenstelling tot ande
re bankconglomeraten wordt de struc
tuur van de aan de UNICO BANKING
GROUP deelnemende banken door een
zekere eenvormigheid gekenmerkt en
berust het wezen van die banken op de
zelfde 'coöperatieve filosofie'. Daardoor
al worden samenwerkingsproblemen
geminimaliseerd. Bovendien beschikken
de deelnemende banken niet over eigen
kantoren elders in de wereld. Bij andere
bankclubs is dit wel het geval, hetgeen
tot onderlinge concurrentie ter plekke
aanleiding gaf en grotendeels de fricties
binnen de bankclubs heeft veroorzaakt.
Ook om deze redenen zijn de partner-
banken van het welslagen van het sa
menwerkingsverband UNICO BANKING
GROUP overtuigd. Per slot van rekening
wordt de Groep gedragen door compo
nenten, die bogen op een ervaring van
zo n 100 jaar met een 'samenwerking',
die inherent is aan het idee van het
coöperatiewezen.