rondom
de formatie
4
De politici zijn er eens
rustig voor gaan zitten.
De zomermaanden zijn
gebruikt om tot over
eenstemming te komen
over het beleid van
het komend kabinet.
Het eerste wat aan de
beurt kwam, was het
grondbeleid dat de aan
leiding was voor de val
van het vorige kabinet.
f Ik
Prijzen van landbouwgrond
Meer in detail zijn er afspraken gemaakt over het ont
werpen van een wet op de overdracht van landbouw
gronden. In zijn eerste Memorandum constateerde for
mateur Den Uyl, dat de prijsontwikkeling voor land
bouwgronden een noodsituatie schept voor boeren en
tuinders; de overname van bedrijven voor jonge boeren
dreigt hierdoor een loden last te worden. Door een wet
telijke regeling zal er een matiging van de grondprijzen
moeten komen.
Bij de uitwerking van deze passage door de vertegen
woordigers van de politieke partijen doken er twee ver
schillende opvattingen op, welke door de formateur
zorgvuldig aan elkaar gelijmd werden. De eerste opvat
ting is dat door de overdracht van landbouwgronden te
toetsen aan landbouwkundige criteria het totaal aan
In juli werd er overeenstemming bereikt over de wets
ontwerpen over de onteigeningswaarde en het voor
keursrecht voor de gemeenten. De drie partijen die een
tweede kabinet Den Uyl wilden vormen, vonden een
oplossing voor de problemen waarvoor in mei geen vol
doende politieke energie meer aanwezig was. Tegelijk
werden enkele andere punten behandeld die van groot
belang kunnen worden voor grond welke niet wordt
onteigend en in agrarische exploitatie blijft.
Zo zal het nieuwe kabinet het begrip 'planschade' ver
ruimen dat is neergelegd in artikel 49 van de Wet
Ruimtelijke Ordening. Wellicht is het mogelijk om ein
delijk aan dit artikel inhoud te geven. Ondanks het be
staan van dit wetsartikel is het tot nog toe niet gelukt
om schade vergoed te krijgen, welke ontstaat door pla
nologische beslissingen. In dit opzicht is nu een eerste
stap gedaan bij de bepaling van de waarde bij onteige
ning waar immers de schade aangegeven zal moeten
worden welke voortvloeit uit een bestemmingsplan. In
beginsel is de weg geopend voor andere soortgelijke
schadeclaims ook zonder dat het tot onteigening komt.
Het voorkeursrecht bij de aankoop van grond dat de
gemeenten krijgen in het geval van een bestemmings
plan, zal volgens het formatieakkoord aan de centrale
overheid toekomen in het geval van bijvoorbeeld na
tuurgebieden en drinkwatergebieden.
Drs. M. L. de Heer
potentiële kopers van grond verkleind wordt, waardoor
de grondprijs daalt. De andere opvatting is dat de
grondprijzen aan een maximum gebonden moeten
worden, hetgeen zou kunnen door de verkoop van
grond alleen toe te staan via een overheidsinstantie.
Het compromis bestaat daarin dat men begint met het
uitdunnen van de vraag naar grond door het stellen van
criteria. In het geval dit niet voldoende helpt, zullen er
maximumprijzen worden vastgesteld welke geleidelijk
zullen worden omlaag gebracht. Het eerste systeem zal
in ieder geval één jaar de tijd krijgen om zijn waarde te
bewijzen. Uitgemaakt moet overigens nog worden op
welke wijze bepaald wordt of het systeem van het uit
dunnen van de vraag goed gewerkt heeft.
In beide etappen van dit grondbeleid is er sprake van
het toepassen van criteria te hanteren door een nieuw
orgaan, een soort van kruising tussen de Stichting Be
heer Landbouwgronden en de Grondkamers. Zolang
het er om gaat niet-landbouwkundige kopers uit te slui
ten, zal dit nog niet moeilijk zijn, maar het effect op de
grondprijs zal dan ook niet groot zijn. Gaat men verder
en moet er een keuze gedaan worden tussen verschil
lende landbouwbedrijven dan is de uitwerking van cri
teria bepaald niet eenvoudig. Overigens is er in forma
tie-overleg reeds een aantal bijzondere bepalingen aan
gekondigd zoals voor overdrachten tussen familieleden.
In het formatieoverleg is ook besloten een wet voor de
belasting op vermogenswinst in te voeren. In de hitte
van de verkiezingsstrijd is door de heer Andriesen de
belasting op de vermogenswinst genoemd als een al
ternatief voor de vermindering van de onteigenings
waarde, welk alternatief niet alleen de grondbezitters
zou treffen maar ook andere bezitters van onroerend
goed. Indien het volgende kabinet er in slaagt om de
prijzen van landbouwgronden op een lager niveau te
stabiliseren dan zal deze nieuwe belasting in dit opzicht
weinig opleveren. Waardevermeerdering die voort
vloeit uit de inflatie blijft onbelast en verder kunnen
vermogensverliezen in mindering worden gebracht.
Voorzichtigheidshalve hebben de formatiepartners ge
steld dat de nieuwe wet wel meer moet gaan opbren
gen dan kosten.