landbouwbank voor suriname gen. Net zoals de Rabobanken dat in Ne derland altijd gedaan hebben. Dat is een opvoedende taak, eigenlijk het mooiste werk. De mensen moeten niet maar in het wilde weg een bedrag aanvragen, maar eerst een produktieplan maken en dan bij de bank komen. Ik ben ervan overtuigd dat de Landbouwbank in dit opzicht een duidelijke verandering ten goede heeft bewerkt. De tarieven van de Landbouwbank wa ren overigens niet opvallend laag. Ze waren wel wat meer gematigd dan de tarieven van de handelsbanken. De Suri naamse boeren, zowel de kleine als de grotere, ging het echter minder om de tarieven dan om het verkrijgen van de gelden zelf. Ze wilden eenvoudig de kans krijgen om over financieringsmid delen te kunnen beschikken. Die kans is door de Landbouwbank aanmerkelijk vergroot! Natuurlijk heeft de bank zich ook inge spannen om zelf gelden aan te trekken, zowel in rekening-courant als in de vorm van spaargelden. Ook dat ging aanvan kelijk moeizaam, maar eind 1976 was er toch Sf 2 min. aan spaargeld, Sf 1 min. aan termijndeposito's en Sf 1,5 min. aan rekening-courantgeld! De spaarge- neigdheid neemt de laatste tijd kennelijk toe. Een spaaractie in 1973 had slechts matig succes, de invoering van spaar potten later gaf een goed resultaat te zien, aldus de heer Nagel. Het onafhankelijk worden van Suriname, dat in deze periode viel, heeft vanzelf sprekend ook grote invloed gehad op de gang van zaken van de bank. Door de grote trek naar Nederland is er in de pe riode voorafgaand aan de onafhankelijk heid veel geld weggestroomd, wat na tuurlijk de spaarcapaciteit niet bevorder de. Dank zij de politieke rust, die er nu bestaat, trekt het sparen duidelijk weer aan en is vooral de investeringsgeneigd heid toegenomen. Die is door de Land bouwbank ook bevorderd, doordat het onder de landbouwers bekend werd, dat men daar op basis van een reëel produk tieplan op vrij snelle wijze aan krediet geholpen kon worden. Het grote nadeel van de uittocht naar Nederland is, zo zegt de heer Nagel, dat Suriname is blijven zitten met een groot tekort aan gekwalificeerde krachten in het middenkader. Goed begin, maar er moet nog meer gebeuren De Landbouwbank heeft zich in eerste Naast de heer Ph. C. M van Campen zijn er twee mannen uit onze kring, die indertijd veel invloed gehad hebben op het tot stand komen van de be trokkenheid van onze organisatie bij de Land bouwbank Suriname. Wij doelen op de heren Mer- tens en Lardinois. De eer ste was toen voorzitter van de Raad van Beheer van de Eindhovense Cen trale Boerenleenbank, de tweede was destijds Mi nister van Landbouw en Visserij en tevens Minis ter voor Surinaamse en Nederlands-Antilliaanse Zaken. Wij vroegen beide heren in enkele regels thans hun mening te ge ven. De heer Mertens: in de vijf jaar, dat de Landbouwbank Suriname functioneert, is weer eens duidelijk bewezen hoe belangrijk een doelmatig opgezette en goed gelei de Landbouwkredietin stelling kan zijn voor de ontwikkeling van de land bouw in een ontwikke lingsland. Dank zij de medewerking van de Centrale Bank en de inzet van de betrokken medewerkers heeft de Landbouwbank zich voor spoedig kunnen ontwik kelen en heeft zij zich in middels onmisbaar ge maakt. Zij zal nu op eigen kracht verder gaan. Wij wensen haar vooral in het belang van de land bouwbevolking maar ook in het belang van een voorspoedige ontwikke ling van Suriname in het algemeen, alle succes toe. Wij zullen die ont wikkeling van de Land bouwbank niet alleen met belangstelling blijven volgen, maar ook, indien gewenst, gaarne door onze medewerking steu- De heer Lardinois: 'Het was in 1969 tijdens een bezoek aan Suriname dat ik als toenmalig Mi nister van Landbouw en Visserij in aanraking kwam met de gebrekkige wijze van kredietverle ning aan de Surinaamse landbouw. Ik was daar samen met ir. Wellen, directeur-generaal. Wij kwamen in ons afsluiten de gesprek in Paramaribo tot de conclusie dat hier voor Nederland een be langrijke taak lag. Minis ter van Landbouw, dr. ir. R. Shankar, de huidige president-commissaris van de Landbouwbank, was het daar grondig mee eens. Thuisgekomen namen we contact op met minister Bakker - belast met Suri naamse Zaken - en met beide Centrale Banken. Bakker zag er wel iets in, evenals Van Campen en Mertens. Zij hebben het in goed samenspel voor elkaar gekregen. Voor mij was het een grote vol doening - toen ik in 1972 Bakker was opgevolgd - het startschot voor de nieuwe bank in Paramari bo te mogen geven. Dat het bedrijf zich zo goed heeft ontwikkeld stemt mij - zeker ook vanuit mijn huidige functie - tot grote voldoening. instantie gericht op de kleine en middel grote landbouwbedrijven. In Suriname spreekt men van klein- en midden standslandbouwbedrijven. De heer Na gel schat dat de Landbouwbank in dat opzicht zo'n 40 van de markt in han den heeft. De bank is geen sociale in stelling, zij financiert in principe de pro- duktie voor de markt en niet de produk- tie voor de eigen consumptie van de hele kleine boeren. Natuurlijk zijn nieuwe en betere finan cieringsmogelijkheden alléén niet vol doende voor de ontwikkeling van de landbouw. Er moet, aldus de heer Van Campen, ook een aankoop-, verwer- kings- en afzetapparaat komen. Een eer ste aanzet hiertoe is aanwezig. Er ont wikkelen zich coöperaties voor de aan koop van bedrijfsbenodigdheden en de afzet en verwerking van de produkten; voorbeelden daarvan zijn de Produktie- en Verwerkingscoöperatie van Midden- standsboeren en de Produktie- en Ver werkingscoöperatie van boeren in de Europolder. Bij de verdere uitbouw van deze coöperaties wordt nauw samenge werkt met de landbouwvoorlichtings- dienst en de Landbouwbank. Daarnaast zijn er voorbeelden van geza menlijke produktie in coöperatief ver band. Dit zijn echter op zichzelf staande gevallen. Typerend voor de ontwikkeling van de Surinaamse landbouw is ook de samen werking tussen de veelal van overheids wege gevoerde grootlandbouwbedrij ven, zoals de Stichting Machinale Land bouw te Wageningen, met een daarom heen gevestigde zelfstandige landbou wersstand. De samenwerking vindt plaats voor de aankoop van bedrijfsbe nodigdheden zowel als voor de afzet van de produktie (met name rijst). Waarom is de Landbouwbank eigenlijk niet als een coöperatieve bank opge richt, is onze vraag. Dat zat er niet in en dat zit er ook nu nog niet in, antwoordt de heer Van Campen. Suriname is erg groot en zeer dun bevolkt. Ook de land bouwgebieden liggen zeer verspreid. Lang niet alle bevolkingsgroepen verlan gen een eigen bedrijf en zouden er zeker huiverig voor zijn om hun bedrijf ook nog eens de grondslag te doen zijn voor een coöperatieve bank of een aan- en verkoopcoöperatie. Wel is van het begin af onderkend de mogelijkheid dat naar mate er meer landbouwcoöperaties en landbouwinstellingen tot stand zouden komen, deze in aanmerking zouden moeten of kunnen worden gebracht om een deel van het preferente aandelenka pitaal in de Landbouwbank over te ne men. Nu Suriname het preferente aan delenpakket heeft overgenomen zou dit nog altijd de doelstelling van de Suri naamse regering kunnen zijn. Die me ning wordt ook door Surinamers ge deeld.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 24