levenskrachtige
landbouwbank voor
Suriname
na vijfjaar:
Op 19 april jl., precies vijf jaar nadat de bank in Paramaribo werd opgericht,
heeft de Centrale Rabobank het management van de Landbouwbank NV te
Paramaribo, Suriname, overgedragen aan de nieuw benoemde Surinaamse
directeur, drs. S. Ammersingh. Na per 1 juli 1976 tot onderdirecteur te zijn
benoemd, volbracht de heer Ammersingh een stage van enkele maanden bij
de Centrale Rabobank en enkele plaatselijke Rabobanken. Tevoren, op 11
juni 1976, waren de in het bezit van de Centrale Rabobank zijnde aandelen
overgedragen aan de republiek Suriname.
Dit is geen onverwachte of treurige ont
wikkeling. Het was al voorzien in de sa
menwerkingsovereenkomst, die in fe
bruari 1972 gesloten werd te Amstel
veen tussen het toenmalige Land Suri
name en de Coöperatieve Centrale Boe
renleenbank. Onder de zeer intensieve
bemoeienis van de Centrale Rabobank,
die de verplichtingen van de Coöp. Cen
trale Boerenleenbank overnam, met de
Landbouwbank te Suriname is daarmee
een officiële streep gezet.
De heren mr. Ph. C. M. van Campen
vijf jaar president-commissaris van de
Landbouwbank - en J. J. A. Nagel, die
sinds najaar 1973 tot april 1977 namens
de Centrale Rabobank de directie voer
de, hebben ons graag en met enthousi
asme het een en ander over deze
joint-venture in een zo bevriend, maar
ver gelegen land verteld. Beiden denken
met voldoening en kennelijk genoegen
terug aan hun werk in Surinaamse kring.
Broodnodig
Over de voorgeschiedenis zullen we heel
kort zijn. Die is al eerder in ons blad uit
voerig beschreven. Suriname had een
landbouwbank broodnodig en vroeg
daarom advies aan de vroegere Eindho-
vense Centrale Bank. Namens deze stel
de drs. A. J. Bierings begin 1970 een on
derzoek in te Suriname. Op basis van
diens rapport is de reeds genoemde sa
menwerkingsovereenkomst van februari
1972 tot stand gekomen: de Centrale
Boerenleenbank zou niet alleen voor
eenzelfde deel, namelijk Sf 2 min. (Sf 1 ,-
f 1,60), als het land Suriname partici
peren in het maatschappelijk aandelen
kapitaal, maar zou ook technische steun
verlenen, met name door het voeren van
de directie. Als eerste directeur trad op
drs. J. R. van Dommelen, die in oktober
1973 werd opgevolgd door de heer Na-
gel.
Voor de toen nog Eindhovense Centrale
Bank was deze deelname een 'gemeng
de' aangelegenheid. Zakelijk aanpakken,
ja, maar toch niet puur zakelijk. Het die
nen stond voorop, niet het verdienen. De
exploitatieverliezen over de eerste twee
boekjaren, 1972 en 1973, ad respectie
velijk Sf 26 250 en Sf 15 750 zijn gedekt
met een dotatie van de Stichting Inter
nationale Ontwikkelingshulp door Boe
renleenbanken, die na de fusie van de
beide Centrale Banken is opgegaan in de
Stichting Steun door Rabobanken. En
ook de afspraak dat de aandelen van de
Landbouwbank in het bezit van de Cen
trale Rabobank, te zijner tijd a pari aan
de staat Suriname zouden worden over
gedragen, wijst er al op, dat de opzet
vooral was om onze kennis en ervaring
van het landbouwkrediet ten goede te
doen komen aan Suriname.
De spits afgebeten
Suriname zelf, aanvankelijk koninkrijks-
deel en nu republiek, verwachtte van
een landbouwbank, zo zegt de heer Van
Campen, dat daardoor meer mogelijkhe
den zouden komen voor de ontwikkeling
van zelfstandige landbouwbedrijven.
In de eerste plaats voor de voedselvoor-
Deze foto werd gemaakt
in april dit jaar ter
gelegenheid van de
overdracht van de directie
van de Landbouwbank.
V.l.n.r.: drs.
S. Ammersingh,
J. J. A. Nagel, mevr.
J. C. Nagel, mr.
E. Ensberg, mevr.
Shankar, ir. R. Shankar,
C. G. A. Mertens en mr.
Ph. C. M. van Campen.