coöp. kredietorganisatie noemde de heer Jansen Schoonhoven ook een aantal technische factoren, die een taakuitbreiding op centraal niveau wenselijk maken. Toegenomen specialisering Het dienstenpakket van de banken is de laatste jaren aanzienlijk verruimd. Deels houdt deze verruiming verband met ver bijzonderingen op reeds langer bestaan de diensten, deels ook is zij het gevolg van de introductie van voor de banken geheel nieuwe diensten. Voorbeelden van verbijzonderingen op reeds langer bestaande diensten treffen we alom aan op het gebied van de middelenaantrek king en de kredietverlening. Met name het aantal spaar- en hypotheekvormen is sterk gestegen. Als voorbeelden van de introductie van geheel nieuwe bank diensten kunnen de assurantie- en reis- bemiddeling en de makelaardij in onroe rend goed worden genoemd. De uitbreiding van het dienstenpakket in combinatie met de gestegen behoefte van de cliënten aan adviezen, bracht een sterke uitbreiding van het aantal specia listen op centraal niveau met zich mee, die de aangesloten banken adviseren: kredietadviseurs, spaaradviseurs, reisad viseurs enz. Op lokaal niveau is doorgaans geen dag- vullende taak voor dergelijke hoogge kwalificeerde specialisten, zodat plaat sing op centraal niveau uit efficien- cy-oogpunt het meest aangewezen is. Ontwikkelingen op automatiseringsge bied Dat ook de ontwikkeling op automatise ringsgebied bijdraagt tot een sterkere uitbreiding op centraal niveau, behoeft nauwelijks toelichting. De automatise ringskosten per verwerking zijn zodanig afhankelijk van de schaalgrootte waarop de verwerkingen worden toegepast, dat in het kader van de coöperatieve bank- organisatie aan een volledige eigen uit rusting per bank op dit gebied niet valt te denken. In samenhang hiermee is een groot deel van de administratieve last verschoven van lokaal naar centraal ni veau. Complementaire bankdiensten op cen traal niveau De behoefte aan complementaire bank diensten op centraal niveau vloeit voort uit de schaalvergroting en internationali satie van bedrijven en het toegenomen internationale betalings- en kapitaalver keer. Vooral door fusies en overname is het aantal bedrijven dat voor een beroep op kredietfaciliteiten niet meer bij de plaat selijke coöperatieve bank terecht kan, gegroeid. Het zou de kracht van de orga nisatie niet ten goede komen wanneer deze cliënten zonder meer aan andere banken zouden moeten worden overge- j laten. In die gevallen is de centrale bank de aangewezen instelling die uitkomst kan bieden. Op het terrein van de internationale bankdiensten is een samenbundeling op centraal niveau eveneens de meest aan gewezen oplossing. Decentralisatie op dit terrein kan niet anders dan ten koste gaan van de efficiency en de kwaliteit van de dienstverlening. I Concentratie op lokaal niveau Een behandeling van de voor- en nade len van de coöperatieve bankorganisatie zou niet compleet zijn, zo zei de heer Jansen Schoonhoven, wanneer volledig zou worden voorbijgegaan aan de con centratietendens die alom ook op lokaal niveau valt waar te nemen. In het bijzon der bestaat hiertoe aanleiding in die lan den, waar fusies op centraal niveau heb ben geleid tot meerdere coöperatieve banken binnen eenzelfde werkgebied, zoals in de Duitse Bondrepubliek en in Nederland. In de Bondsrepubliek daalde het aantal banken van 10 293 in 1965 tot 5 196 in 1975 en in Nederland in de zelfde periode van 1 273 tot 1 050. Daarnaast spelen echter ook andere fac toren bij de daling van het aantal banken als gevolg van fusies een rol. j In de eerste plaats denk ik dan aan een zekere minimale grootte voor een lokale bank in verband met eisen die te stellen zijn uit hoofde van veiligheid, continuï teit, functiescheiding, volledig diensten pakket en minimale absolute bedrijfs winst. Op basis van deze eisen werd in een in 1975 binnen de Rabobankorgani- satie uitgebracht rapport het in bijgaan de tabel geplaatste overzicht opgesteld. in stadsuitbreidingen en gemeentelijke herindelingen. Hierdoor kunnen overlap pingen ontstaan van werkgebieden die resulteren in een fusie. Nadelen ondervangen, voordelen vasthouden Ik twijfel er echter niet aan, dat de ten densen tot concentratie, coördinatie en meer eenheid van optreden, zoals die zich binnen de Rabobankorganisatie de afgelopen jaren hebben voorgedaan, in veel opzichten overeenkomsten verto nen met ontwikkelingen in andere coöperatieve bankorganisaties. Deze tendensen vloeiden noodzakelijkerwijze voort uit de maatschappelijke, economi sche, technische en bancaire evolutie. De zelfstandigheid aan de basis heeft hierdoor - al is zij principieel ongewij zigd gebleven - veranderingen onder gaan en is in sommige opzichten be perkter geworden, doch in andere op zichten, op doelmatigheidsgronden, weer wat uitgebreid. Dit was nodig, omdat slechts vanuit een krachtige concurrentiepositie de coöpe ratieve banken in staat zullen zijn om in de huidige verhoudingen hun dienende taak te blijven vervullen. Nadelen uit hoofde van de organisatiestructuur die nen daarom zoveel mogelijk te worden ondervangen door een meer gemeen schappelijke opstelling, zowel in de be- leids- als in de uitvoerende sfeer. Dit mag ons evenwel de ogen niet doen sluiten voor de voordelen en de moge lijkheden, verbonden aan een gedecen traliseerde opstelling. In het licht van het vermaatschappelijkingsproces en de de- gemiddeld balanstotaal (x 1 miljoen) corresponderend aantal personeelsleden veiligheid (in verband met inbraken, overvallen) continuïteit (in verband met ziekte, etc.) functiescheiding (in verband met controle) volledig dienstenpakket minimale absolute bedrijfswinst 4 2 6 3 8 11 12,5 4 5 6 XXX XXX XXX X X X Uitgaande van eisen die te stellen zijn aan de minimale bed rijfsg rootte uit hoofde van de rentabiliteit en het voeren van een volledig dienstenpakket werd geconcludeerd, dat het aantal banken zou kunnen afnemen met 190. Echter ook dan nog, wanneer alle ban ken aan de minimale grootte-eis vol doen, blijven aanzienlijke verschillen be staan qua grootte en karakter die het voeren van een gemeenschappelijk organisatiebeleid niet eenvoudig maken. De problematiek van de grote stadsbank verschilt bijvoorbeeld in menig opzicht hemelsbreed van die van de kleine plat- telandsbank. Een regelmatig voorkomende reden voor samengaan van banken is ook gelegen i mocratiseringstendensen, maar ook van actuele bedrijfsorganisatorische opvat tingen, is de coöperatieve bankorganisa tie bij uitstek modern. De voorsprong uit dien hoofde op com merciële filialenbankorganisaties dient zo goed mogelijk te worden benut en waar mogelijk te worden uitgebouwd. Alsdan geloof ik, dat ook in de toekomst de combinatie van zelfstandige banken aan de basis en een overkoepeling op centraal niveau een goede uitgangsposi tie kan blijven bieden voor een optimale behartiging op ruime schaal van de be langen van de leden, de cliënten en alle overigen die op enigerlei wijze bij het samenwerkingsverband betrokken zijn.

Rabobank Bronnenarchief

T04 | 1977 | | pagina 14