voor- en nadelen
van de coöperatieve
kredietorganisatie
A
Ondanks alle sedert de tweede helft van de vorige eeuw opgetreden be
langrijke veranderingen in maatschappelijk, economisch en technisch op
zicht is het uitgangspunt van juridische lokale eenheden, die in groter ver
band samenwerken, tot op de dag van vandaag overal gehandhaafd geble
ven. Tegelijkertijd heeft dit een voorspoedige ontwikkeling van het coöpe
ratieve bankwezen niet verhinderd.
Oe gedecentraliseerde organisatiestructuur lijkt kennelijk nog niet zo
slecht!
Toch is hiermee niet alles gezegd. Er kle
ven ook nadelen aan het systeem van
zelfstandige banken aan de basis. Het
feit, dat in de uitwerking van dit principe
belangrijke veranderingen zijn opgetre
den, toegespitst op de verhouding tus
sen lokale en centrale banken, duidt
daar reeds op. De doelmatigheid eiste
veranderingen en met name een uitbrei
ding van de taken en bevoegdheden op
centraal niveau'.
Dit was het thema van de rede, die mr.
T. J. Jansen Schoonhoven in juni hield
voor een bijeenkomst in Neurenberg van
de CEA-CICA-werkgroep (de Europese
Bond van de Landbouw en de Internati
onale Bond van het Agrarisch Crediet).
De heer Jansen Schoonhoven zette in
zijn betoog de voor- en nadelen van
plaatselijke zelfstandigheid duidelijk op
een rijtje.
Als voordelen noemde hij vijf punten:
Voorkeur van het publiek
Dat men bij een coöperatieve bank te
maken heeft met een instelling, door en
voor de lokale gemeenschap, zal veel
cliënten niet onverschillig laten. De
openbreking van de plaatselijke ge
meenschappen, mede als gevolg van
een grotere mobiliteit van de bevolking,
betekent nog niet dat dit aspect geen
betekenis meer heeft. Zeker niet in de
plattelands- en de semi-stedelijke sfeer
in de stedelijke sfeer ligt dat anders.
Gevoelens van solidariteit zijn ook thans
zeker nog aanwezig. Om daarop te kun
nen inspelen is het echter wel nodig dat
de lokale banken als zelfstandige eenhe
den herkenbaar blijven en niet op één
lijn worden geplaatst met bijkantoren
van filiaalbanken.
Motivatie van de medewerkers
Ook voor de motivatie van de medewer-
4Ê£.*
Mr. T. J. Jansen
Schoonhoven
kers is de plaatselijke zelfstandigheid
beslist niet zonder betekenis. Het maakt
wel degelijk groot verschil uit of men
werkt vanuit de primaire doelstelling
van een zo groot mogelijke dienstbaar
heid aan de lokale leden en cliënten
kring of dat men in de eerste plaats bij
draagt aan de winst ten behoeve van
een anonieme kring van aandeelhouders
verspreid over het gehele land. In het
laatste geval is dienstbaarheid slechts
middel en geen primair doel. Het werken
binnen een kleinere zelfstandige
eenheid aan de basis geeft een groter
gevoel van betrokkenheid. De eigen
plaats en het aandeel in de gang van za
ken zijn duidelijker herkenbaar. Hierdoor
werkt men tegelijkertijd ook vanuit een
groter verantwoordelijkheidsbesef.
Aanpassing van het beleid aan de lokale
omstandigheden
De plaatselijke zelfstandigheid vormt de
beste garantie voor een op de lokale be
hoeften afgestemd beleid. In het beleid
kan rekening worden gehouden met ty
pische lokale omstandigheden. Die kun
nen sterk verschillen, al naar gelang het
bijvoorbeeld betreft een stadsbank of
een plattelandsbank, een werkgebied
met veel zelfstandige ondernemers of
met relatief weinig kleinere bedrijven,
een snel groeiende gemeente of een ge
meente die amper nog groeit of zelfs in
inwonertal terugloopt. De bestuursleden
worden gekozen door en uit de plaatse
lijke ledenkring. Doorgaans nemen zij
ook anderszins actief deel aan het ge
meenschapsleven, zodat zij ook uit dien
hoofde goed bekend zijn met de speci
fieke behoeften van de bevolking en de
mogelijkheden voor de bank.
De plaatselijke zelfstandigheid brengt
met zich mede, dat hierop met een gro
tere flexibiliteit slagvaardig kan worden
ingespeeld.
Vermaatschappelijking en democratise
ringstendensen
Van de voorgaande factoren kan men
zeggen, dat zij altijd al een rol hebben
gespeeld. Meer specifiek voor de hui
dige omstandigheden zijn de tendensen
van vermaatschappelijking van de on
derneming en democratisering.
Vermaatschappelijking houdt in dat de
onderneming niet langer uitsluitend
wordt gezien als een instrument voor de
ondernemer om zijn persoonlijke doelen
te realiseren, maar mede als een maat
schappelijk instituut waarin wordt sa
mengewerkt aan een stuk dienstverle
ning voor anderen.
Het coöperatieve bankwezen en zijn
organisatievorm is hiermede altijd al in
overeenstemming geweest. Dit geeft
het een voorsprong op andere instellin
gen, als naamloze vennootschappen,
waarvoor deze zienswijze een belangrij
ke omschakeling betekent.
Van meer recente datum is ook de de
mocratiseringsbeweging voor zover
deze een grotere solidariteit in het ge
drag van de mensen verlangt. Deze be
weging is in overeenstemming met het
grondverlangen dat de mens zelf invloed
moet kunnen uitoefenen op besluiten
die hem raken.
Moderne bedrijfsorganisatorische op
vattingen
De in de twintigste eeuw opgekomen
bedrijfseconomisch veelal noodzakelijke
schaalvergroting leidt in de regel via een
sterkere regularisering van werkwijzen
en via bureaucratisering tot anonimiteit
intern, in de verhoudingen tussen de
personeelsleden, en extern, ten opzichte
van het publiek. Als oplossing voor deze
problemen wordt in dit verband veelal
de terugkeer tot kleinschalige organisa
ties door decentralisatie aangeprezen.
De coöperatieve bankorganisatie zou
voor wat dit betreft in menig opzicht als
model kunnen dienen.
Moderne bedrijfsorganisatorische op
vattingen gaan in dezelfde richting, voor
zover de verambtelijking en de bureau
cratisering in grote bedrijven geacht
worden te kunnen worden bestreden
door het zoveel mogelijk delegeren van
taken en bevoegdheden aan organen
van kleinere overzichtelijke eenheden,
onderdelen van het concern.