waarom eigenlijk niet?! Dick Schaap schreef een mooi verhaal in het juli-nummer van het blad 'Avenue'. Het is een re portage over een grote 'arbeiders coöperatie' te Mondragon, een berg- stadje in Baskenland. Heel klein begon nen na de Spaanse burgeroorlog - ik meen door slechts vijf mensen onder de bezielende leiding van een priester - is daar nu een complex bedrijven, waar zon 14 000 Bask en als Hd van de coöperatie werk vinden. Dick Schaap maakte er een inspirerend en opmerke lijk artikel over. Ik mocht de tekst even vluchtig doorle zen toen in mei een medewerkster van Dick Schaap mij als 'coöperatief Rabo- bankman' opzocht voor enig commen taar. 'Avenue' wilde weieens weten of zo'n Baskisch initiatief ook niet voor ons land geschikt zou zijn gezien de huidige werkloosheid. Op dezelfde wijze zijn de heer W. Spit, vice-voorzitter van de FNV, en de heer Henk Blok, proces-regelaar hij de Hoogovens, benaderd. Het was de bedoeling ons commentaar gelijk met het artikel af te drukken. Van die coöperatie in Baskenland wist ik niets. Maar toen ik par does de vraag kreeg, 'is zo'n idee iets voor Nederland', dacht ik 'waarom eigenlijk niet!' Waarom kunnen niet een stel mensen, die een vak kennen, samen een coöperatief bedrijf(je) oprichten, waarin ze samen iets produceren en te gelijk ieder een grote boterham hoopt te vinden? Als er een paar zakelijke jon gens inzitten en alle leden van de coöperatie willen aanpakken, waarom zou het niet lukken? Een éénmansbe- drijfje kon toch ook tot een forse onder neming uitgroeien met een kundige energieke eigenaar? En zo'n groep en thousiaste coöperatoren zou met een gezonde zakelijke opzet toch niet minder in aanmerking komen voor bankkrediet dan de kleine ondernemer, die expansie mogelijkheden voor zijn bedrijfje ziet? Ook voor eventuele overheidssteun zou zo'n coöperatie evenzeer als welke an dere ondernemer in aanmerking moeten komen. Natuurlijk, het blijft een waagstuk. Je loopt het risico dat het niet lukt. Dat is aan alle ondernemen eigen. Dat zullen vroeger de oprichters en de eerste leden van de landbouwcoöperaties ook wel begrepen hebben, zelfs al hoefden die toen niet hun hele bedrijf in die coöpera tie in te brengen. Dat laatste is in Mon dragon wel gebeurd: de leden-coöpera- toren werden gelijk werknemers en daarmee met hun gezin en inkomen ge heel afhankelijk van wat ze samen van die coöperatie maakten. Ze werden om zo te zeggen met zijn allen de onderne merI Vooral toen de zaken succesvoller wer den en er grote uitbreiding kwam, zullen er dan ook al snel strikte interne regels t.a.v. de leiding en de beloning nodig ge worden zijn. Coöperatief kun je dat alles prachtig, democratisch afspreken, maar in de praktijk zal het nog niet zo gemak kelijk zijn. Er is een grote dosis onderling vertrouwen en geestelijke volwassen heid voor nodig, al kan een van buiten komende aandrang als armoede en werkloosheid de eendrachtigheid na tuurlijk enorm bevorderen. In de Baski- sche coöperatie is het hoogste salaris gelijk aan driemaal het laagste en iedere nieuwe lid-werknemer betaalt een en treegeld van f 3750! Alles is echter - naar ik heb be grepen - van onderop, zonder aandrang van wet of staat ont staan. Dat is dus wat anders dan het be faamde Joegoslavische 'arbeiderszelf bestuur', dat de grondwet voor iedere onderneming van meer dan 11 werkne mers voorschrijft. De heer Spit gaf zijn commentaar m.i. ten onrechte veel te eenzijdig vanuit het vraagstuk in hoever re de arbeiders het bestuur van een be staande onderneming in handen moeten of kunnen krijgen. Daar kun je best ge dachten over hebben, maar dat onder werp is bij een coöperatie naar het voor beeld van Mondragon in wezen irrele vant en niet aan de orde. Natuurlijk be sturen daar de arbeiders het bedrijf. Ze doen dat echter niet omdat ze toevallig ook arbeiders zijn, maar alleen omdat ze leden van de coöperatie zijn, die het be drijf met zijn fabrieken heeft opgericht en opgebouwd. Arbeiderscoöperatie vind ik daarom zelfs een minder goede term, omdat het de hele tegenstelling tussen arbeiders en ondernemers ('kapi taal') oproept. In ieder geval, in Nederland hebben we geen nieuwe grondwet, noch een nieu we wetgeving op de ondernemingen of de ondernemingsraden (arbeiderszelfbe stuur!) nodig om het voorbeeld van Mondragon te volgen. Met de allang be staande coöperatieve vormen kan ieder groepje mensen, dat coöperatief een on derneming wil opzetten, precies hetzelf de bereiken! Om te slagen moet er ech ter de wit tot samenwerking zijn, bereid heid om aan te pakken eventueel om kleerscheuren op te lopen, en vooral on derling vertrouwen, geschraagd door een gezonde opzet. Mijn commentaar voor 'Avenue' stond los van politieke achter gronden. Met opzet, want we moeten de coöperatie niet voor een poli tiek systeem annexeren, zoals achter het ijzeren gordijn en ook in Joegoslavië ge beurt. In dat laatste land schijnt dat nog niet zo gek te werkener is een zekere mate van vrijheid en verantwoordelijk heid, al wordt de coöperatie in de vorm van arbeiderszelfbestuur van bovenaf opgelegd. Ook de Sowjet-Unie propa geert fel het coöperatieve, maar de 'coöperaties' daar zijn enkel uitvloeisel van de staatsalmacht. Ik heb er geen spoor van echte vrije samenwerking tus sen individuele personen of van verbon denheid van individuele belangen in kunnen ontdekken. Nee, de echte coöperatie tiert alleen in een klimaat, waarin een paar grondrechten als vrij heid van vereniging geen dode letter zijn leder die wil gaan coöpereren kan in ons land die vrijheid gebruiken: meer dan de Basken indertijd onder generaal Franco! Er is echter meer voor nodig. Want het is heel wat gemakkelijker een naamloze of besloten vennootschap te hanteren, dan een veelheid van vrije mensen als een genootschap blijvend en vruchtbaar voor hun gemeenschappelijke belangen te laten werken! De huidige coöperaties hebben echter getoond, dat het kan. En met succes. Waarom zou het op ander terrein niet kunnen JRH

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 9