consumptieve
bestedingen
economische begrippen toegelicht:
internationaal financieel
wikkelingslanden de komende jaren niet
in betalingsmoeilijkheden hoeft te raken.
Bezien we Brazilië dan blijkt dat terug
betaling van de aangegane schulden
niet op moeilijkheden hoeft te stuiten.
Het land bezit genoeg middelen in de
vorm van niet gebruikte kredietfacilitei
ten en deposito's om dit jaar 28 procent
van de schuld van 18,6 miljard terug
te betalen. Het afgelopen jaar werd 3
miljard geleend, doch een evengroot be
drag op deposito bij het bankwezen ge
zet. Niet ten onrechte vragen de banken
zich af wat het perspectief voor de toe
komst zal zijn. De aanwezigheid van
ontwikkelingslanden met een astrono
misch hoge buitenlandse schuld in ver
houding tot het bruto nationaal produkt
- in het geval Chili wel 60 procent - en
de implicaties van het schuldmanage-
ment van de in de afgelopen jaren snel
gegroeide schuldenlast geven inderdaad
te denken. Het criterium voor de grootte
van de buitenlandse schuld vormt het
jaarlijkse bedrag aan aflossing en rente
betaling in verhouding tot de exporten.
Voor het schuldmanagement van de
ontwikkelingslanden wordt de gang van
zaken problematischer bij een progres
sief groeiende schuldenlast met gevolg
een nadelige wijziging in de echelonne
ring van de looptijd van de buitenlandse
schuld en de hogere rentebetalingen.
IMF-'keurmerk'
Voldoende vertrouwelijke informatie
ontbreekt voor de banken en vandaar
dat een vorm van co-financiering met
het IMF op hoge prijs wordt gesteld. Het
IMF verkrijgt de informatie wel en kan
een pakket maatregelen voorleggen om
orde op binnenlandse zaken te stellen
als tot kredietsteun wordt overgegaan.
Een IMF 'keurmerk' is niet ondenkbaar
vanwege de grotere zeggenschap in de
economische politiek van de leden als
om steun wordt gevraagd. Het beleid
van de banken blijft gericht op het zaken
doen met ontwikkelingslanden maar zij
zullen slechts dan willen participeren als
het risico op een redelijke manier wordt
ingedamd. Toch wenst het IMF geen
co-financiering in de strikte zin van het
woord want door een te grote samen
werking met het internationale bankwe
zen kan zij haar brevet van onafhanke
lijkheid verliezen en juist daaraan wordt
de autoriteit voor binnenlandse inmen
ging ontleend. Het verstrekken van een
lening door het IMF en het tegelijk op
nemen van een krediet bij het bankwe
zen kan de banken zekerheid geven als
het land aan het IMF-'keurmerk' moet
gaan voldoen.
Het gebrek aan liquiditeiten blijft het
probleem van het IMF. Vergroting van
de quota's van de leden en een nieuwe
oliefaciliteit met participatie van Saoedi
Arabië wordt met genoegen ontvangen.
Zeker de participatie van Saoedi-Arabië,
die de Arabische steun aan het interna
tionale geldwezen symboliseert. Co
financiering met het commerciële bank
wezen zeker op formele basis is niet rea
listisch. Wel is het denkbaar dat meer
samenwerking plaatsvindt om de be
handeling van de financiële problema
tiek te stroomlijnen. En het blijft moge
lijk dat de banken de financiers van het
IMF worden door het verstrekken van le
ningen zoals ook aan de Europese Ge
meenschap plaatsvindt voor het finan
cieren van de betalingsbalanstekorten
van Engeland en Italië door de Gemeen
schap. Het IMF verkrijgt dan meer liqui
diteiten en de banken in ruil eerste klas
waardepapieren.
Howel wij allen consumeren, kijken
we niet allemaal hetzelfde tegen dit
begrip aan. Men kan het bijvoor
beeld macro-economisch bezien
vanuit de optiek van een politicus
als iets wat men afhankelijk van de
stand van de conjunctuur moet rem
men of stimuleren óf men kan het
zien als een kengetal voor een on
dernemer om een globale schatting
te maken van de potentiële markt.
Macro
Algemeen economisch wordt er een on
derscheid gemaakt tussen de consump
tie van gezinshuishoudingen en die van
de overheid. Voor de duidelijkheid gaan
we iets dieper op de definiëring in om
dat deze in de meting van het consume
ren zeer sterk afwijkt.
De consumptie van gezinshuishoudin-
gen wordt door het CBS gedefinieerd als
het verbruik voor niet-produktieve doel
einden van in het binnenland geprodu
ceerde of ingevoerde goederen en dien
sten.
Deze consumptie kan men meten door
de verkoop van deze goederen en dien
sten te registreren. Een omschrijving van
de consumptie van het Rijk en de overi-
ge publiekrechtelijke lichamen is nogal
wat complexer en luidt als volgt: tot de
consumptieve bestedingen van het Rijk
en de overige publiekrechtelijke licha
men wordt in de eerste plaats gerekend
de waarde van de goederen en diensten
Drs. J. Chr. Egmond
welke door de andere sectoren worden
geleverd, met uitzondering van investe
ringsgoederen. Het ontbreken van
marktprijzen voor de waardering van de
overheidsdiensten maakt het onmogelijk
de toegevoegde waarde van de overheid
op overeenkomstige wijze te bepalen als
ten aanzien van de sector bedrijven ge
schiedt, namelijk door de waarde van
het verbruik in mindering te brengen op
de waarde van de produktie. De aanko
pen van goederen en diensten door de
overheid kunnen derhalve niet op een
lijn worden gesteld met het verbruik in
bedrijven en worden daarom als beste
dingen voor eindprodukten beschouwd.
In de tweede plaats bevatten de gege
vens omtrent de consumptie van het
Rijk en de overige publiekrechtelijke
lichamen de waarden van de diensten,
welke door de overheid zelve worden
bewezen. De waarden van deze dien
sten worden gelijkgesteld aan de loon
som van het overheidspersoneel (exclu-