evolutie in de internationale financiële onevenwichtigheden tÊ- M Het keerpunt in de financiële verhoudingen in de wereld, gemarkeerd door de oliecrisis, veroorzaakte turbulente ontwikkelingen. Het internationaal opererende bankwezen werd tot een onmisbare schakel in de recycling. Verschillen in economische structuur zijn debet aan de veelheid van belem merende factoren, niet alleen in de westerse wereld. Het proces van bijstu ren met anticipatie op de toekomst begint vorm te krijgen. Ter ondersteu ning komen internationale instellingen gedragen door de westerse en Arabi sche wereld meer voor het voetlicht. Consensus in het economisch denken De geïndustrialiseerde wereld heeft een consensus bereikt in het denken over de economische en monetaire vraagstuk ken. Symptomen laten zich hoogstens tijdelijk redresseren wanneer niet de wortel van het kwaad wordt aangevat. Aanknopingspunt, van waaruit monetai re, financiële en economische oneven wichtigheden gedirigeerd kunnen wor den, vormt de inflatie. Voor gezonde economische ontwikkelingen is inflatie- bestri jdi ng en het verminderen van infla tieverwachtingen een noodzakelijke voorwaarde. Het instrumentarium van economische politiek schiet tekort in het bereiken van min of meer volledige werkgelegenheid en prijsaanpassingen. Dit spreekt voor zich nu in de realiteit blijkt dat werkloosheidsbestrijding als prioriteit en indammen van de ontstane inflatie achteraf uiteindelijk een al maar accelererend inflatietempo te zien geeft, met slechts op korte termijn verbetering van de werkgelegenheid. Of stabiliteit en werkgelegenheid hand in hand gaan is een vraag voor de toekomst. Het the ma van de internationale inflatie vereist een aanpassingsproces op lange ter mijn. Individueel is een aantal landen overge gaan tot een verhoging van de geldhoe- veelheid overeenkomende met de ver wachte groei van het nominale bruto nationaal produkt. Ook internationale in stellingen als het IMF en de OECD beve len deze vorm van aanpassing van de geldontwaarding aan. Dit om op lange termijnstabiliteit na te streven en een betere internationale afstemming van de monetaire politiek mogelijk te maken. Ook vraagt het internationale economi sche systeem met zijn vele vormen van Drs. J. van der Zwaai Stafgroep Internationaal Beleid Buitenlandse Nationale Aangelegenheden onzekerheid en diepgewortelde structu rele onevenwichtigheden om terugdrin gen van de financieringstekorten van de overheden en het voeren van een doel bewuste inkomenspolitiek. Geleidelijke aanpassing Nu als antwoord op de oliecrisis door re geringen en internationale instellingen niet gekozen is voor de aanpassing vol gens de klassieke leer ten tijde van de gouden standaard, wordt de huidige si tuatie in de wereld gekenmerkt door de aanwezigheid van een 'non-systeem' wat eenvoudiog uit het ongerijmde kan worden bewezen. Rigoureuze aanpassing van de wissel koersen om te streven naar betalingsba- lansevenwicht in een korte spanne tijds vormt de consequenties in het oog houdend - een anachronisme. Enorme kapitaalvernietiging, omvangrijke werk loosheid met gevolg sociale en politieke omwentelingen en een sterke terugval in het inkomen van de bevolking zouden het resultaat zijn geweest. Het sturen van de liquiditeitenvoorzie ning maakt geleidelijke wijzigingen in wisselkoersen en van betalingsbalans- saldi mogelijk. Juist het institutionele kader dat gevormd wordt door het inter nationaal opererende bankwezen enta meerde succesvol de recycling van de oliedollars. Vandaar dat de wereldhan del de grote animator van de economi sche groei - het herstellende conjunc tuurverloop kon ondersteunen en in 1976 groeide met 11,5 procent tegen een vermindering met 4,5 procent in 1975. Het onderscheid tussen het noodzake lijke economische aanpassingsproces en de financiering van de aanhoudende be talingsbalans onevenwichtigheden vindt ook steun bij de Bank voor Internationa le Betalingen. Om de overschotten en de tekorten op de betalingsbalansen te bestrijden valt onder het voeren van een binnenlands aanpassingsproces tevens een adequaat wisselkoersbeleid. De deficitlanden moeten het aanpassingsproces op gang zetten door middel van correcties in on der andere het loon- en prijsniveau. De overschotlanden moeten aansturen op expansie met gevolg een importstijging en bereid zijn de gevolgen van de aan passingen bij de tekortlanden te aan vaarden. Het zenden van de Letter of Intent door Engeland aan het IMF voor het regule ren van de Domestic Credit Expansion - de gelddefinitie welke rekening houdt met de geldstromen van en naar het buitenland en de inmenging door het IMF in de affaires van Italië geven aan dat met de aanpassing ernst wordt ge maakt. Het belang voor de Verenigde Staten van een evenwichtig funtionerend inter nationaal monetair bestel is met de dol lar als sleutelvaluta groot. Bevreemdend is het dan ook dat van een trendmatige ontwikkeling in Amerika's externe posi tie weinig valt te bespeuren. Duidelijk toont de betalingsbalans het falen aan van het binnenlands energiebeleid, dat er steeds op was gericht de economie te stimuleren met een onder het wereld marktniveau liggende prijs en een gerin ge belastingheffing. Getuige de Arabi sche beleggingspolitiek profiteert Ame rika in ruime mate van het terugsluizen van de oliedollar, hetgeen waarschijnlijk een herhaling verhindert van de situatie welke leidde tot de ineenstorting van het systeem met vaste wisselkoersen. Voor de lopende rekening van de beta lingsbalans in 1977 wordt een tekort verwacht van $25 miljard waarvan $8 miljard tegenover de olie-importerende ontwikkelingslanden. Hoewel gunstig voor deze ontwikkelingslanden blijft de vraag in hoeverre Amerika daarmee de basis legt voor verdere fundamentele onevenwichtigheden in het internatio nale betalingsverkeer. Onzekerheid over de toekomstige dollarkoers kan weieens zeer nadelige gevolgen hebben voor de investeringsbereidheid van multinatio nale ondernemingen om over de reac ties op de internationale valutamarkten nog maar te zwijgen. Niet onvermeld mag blijven dat een groot deel van het 9.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 31