ft* w johma salades joen gulden tot 104 miljoen gulden. Het aandeel van de bestedingen aan voe- dings- en genotmiddelen bedroeg in 1950 nog 39 van de totale consump tieve bestedingen. Dit aandeel zakte tot 25 in 1974 ten gunste van de beste dingen aan overige goederen en dien sten. Als gevolg van de gestegen welvaart wijzigde zich het beeld van de consump tieve bestedingen. De relatieve positie van de sector voedings- en genotmidde len mag dan gedaald zijn, in absolute cij fers is van een beduidende groei sprake. In 1974 werd voor 25 miljoen gulden via eetpatroon, waarbij wij dan nog weer een onderscheid kunnen maken in het bereiden van het eten en het consume ren. De consument van nu besteedt meer aandacht aan de bereiding van exo tische maaltijden, terwijl het consume ren van bepaalde maaltijden sterk re creatieve aspecten inhoudt. Deze maal tijden winnen aan betekenis in tegen stelling tot de dagelijkse voeding, waar van de bereiding en consumptie een ge ringere plaats van betekenis gaan inne men. Dit kan vooral geconstateerd wor den bij de gehuwd werkende vrouwen, die door het buitenshuis werken be grensd worden in een aantal huishoude- outillage. De omvangrijke export van agrarische produkten levert het bewijs dat ook in het buitenland veel waarde ring bestaat voor Nederlandse produk ten. Mocht het niet-agrarische bedrijfs leven een groeiende behoefte hebben aan bepaalde andere produkten dan wordt hiermee rekening gehouden, mits de produktie economisch verantwoord is. De voedings- en genotmiddelen industrie heeft een belangrijke invloed bij het opzetten van het teeltplan. De agrarische producent heeft belang bij een ongestoorde afzet en de industrie bij voldoende aanvoer. De industrie baseert haar inkoopbeleid op een markt-analys- tische verkenning. Zij appelleert aan de behoeften en brengt nieuwe produkten tot ontwikkeling waardoor niet alleen de continuïteit van het bedrijf wordt veilig gesteld maar het streven naar schaal vergroting aanwezig is. Zolang het zelfstandig ondernemer schap bestaat is dit proces aanwezig. Wij menen te mogen constateren dat de eisen die tegenwoordig aan de onderne mers gesteld worden erg hoog zijn, ze ker t.a.v. hen die de zogenaamde pio niers-fase achter zich hebben. Johma Salades heeft uitstekend gebruik gemaakt van de mogelijkheden. De di rectie dirigeerde en inspireerde het orkest van medewerkers, waardoor niet alleen een goed samenspel ontstond, maar dat ook een volumineus geluid van uitstekende toonzetting liet horen. In het samenspel heeft ook de bank op haar ei gen specifieke terrein haar partij kunnen meeblazen. De Rabobank prijst zich hiermee gelukkig. Wat de directie en de medewerkers van Johma hebben gepresteerd en bereikt is een compliment waard en verdient ons respect. Zelfs ons blad mag nu even meeprofiteren van wat in die garage be gonnen is, want door een kleine draai aan de gedenkspreuk te geven, mogen wij zeggen: 'Was de heer Schreur alleen blijven gaan, Dan had dit artikel hier niet gestaan.' de detailhandel verkocht, maar in 1950 slechts 4,8 miljoen gulden. Hoewel wij geen cijfers beschikbaar hebben van de verkoop van artikelen zo als die door Johma Salades en andere bedrijven in deze sector op de markt worden gebracht, menen wij dat mag worden aangenomen dat in deze sector niet alleen van een absolute, maar ook van een relatieve groei sprake zal zijn. En dan stoelen wij deze mening bepaald niet in de eerste plaats op de algemene prijsstijgingen, maar vooral op de wijzi gingen in het bestedingspatroon als ge volg van de gestegen welvaart. Er zijn echter ook andere overwegingen op grond waarvan een relatieve groei waarschijnlijk lijkt. Wanneer wij de Ne derlandse beroepsbevolking bezien, dan valt het op dat een toenemend aantal gehuwde vrouwen gaat werken. Vooral bij de jonggehuwden komt dit voor. Voorts gaat een toenemend aantal jon geren buiten gezinsverband leven. Een groter aantal mensen gaat in kantoor functies werken. Zowel absoluut als re latief is sprake van een groeiend aantal bejaarden. De verstedelijking van het land neemt toe en zoals bekend bestaan er in het algemeen verschillen in eet gewoonten tussen stads- en platte landsbevolking. Er is meer tijd beschikbaar gekomen voor het recreëren. Door het maken van buitenlandse reizen worden andere ge woonten geïntroduceerd. In samenwerking met de groot- en kleinhandel tracht de producent zich tij dig een beeld te vormen van de conse quenties, die de zich voortdurend wij zigende omstandigheden hebben op het lijke taken waaronder het eten koken. Ook een toenemend aantal vrouwen dat niet buitenshuis gaat werken heeft een ander leefpatroon. Er wordt meer tijd uitgetrokken voor andere creatieve werkzaamheden, contacten, winkelen en dergelijke, die meer tijd vragen dan j voorheen. Interrelatie: kweken, verwerken, bewerken, afzet Het eetpatroon is door dit alles veel ge varieerder geworden. Dit biedt nieuwe mogelijkheden voor het bedrijfsleven in al zijn geledingen, van de oer-producent van agrarische produkten tot de detail list toe. De agrarische produkten wor den in toenemende mate verwerkt en bewerkt. Uit deze ontwikkeling kan de gevolgtrekking worden gemaakt dat het agrarisch en niet-agrarisch bedrijfsleven in de belangens'feer dichter bij elkaar zijn gekomen. Er kan naar onze mening gesproken worden van een wederzijdse afhanke lijkheid. In de gehele ontwikkeling is na melijk kenmerkend dat bij verkoop aan de consument schaalvergroting op treedt. Aan onverwerkte produkten als groenten, fruit en dergelijke wordt de eis gesteld dat zij op een kwalitatief hoog niveau en in grote hoeveelheden in een continu proces worden aangeboden. Voor de te bewerken en verwerken pro dukten geldt in versterkte mate een noodzakelijke binding tussen de opvol gende sectoren in de bedrijfskolom. De agrarische producent streeft ernaar door verbetering van produktietechnie- ken en research de kwaliteit van zijn produkten nog verder op te voeren. Er worden aanzienlijke bedragen geïnves teerd in de verbetering van de bedrijfs- ..Mu-v, V

blad 'Rabobank' | 1977 | | pagina 30